Brexit zonder plan
Op 23 juni stemde een kleine meerderheid van de burgers in het Verenigd Koninkrijk vóór vertrek uit de EU. Hoe dat zou moeten en hoe men de toekomstige verhouding met de EU voor zich zag, bleef (en blijft) vooralsnog een vraagteken.
Bij het ochtendgloren bleek dat een kleine meerderheid van de opgekomen Britse kiezers in het referendum voor een Brexit had gestemd. Dat was al met al toch een verrassing. Groot-Londen, Schotland, Noord-Ierland en veel universiteitssteden wilden in meerderheid blijven, overig Engeland en Wales wilden vertrekken, maar overal met delen waar de meerderheid net weer anders uitviel. Ouderen en lager opgeleiden stemden meer voor weggaan. De opkomst was met ruim 72 procent hoog.
House of cards
Het kostte premier Cameron enige tijd om met een verklaring voor de deur van Downing Street te verschijnen. Die luidde dat de kiezer had gesproken, dat de uitslag – uittreden – nu in daden moest worden omgezet en dat hij, als verklaard tegenstander van een Brexit, niet de persoon was om daar leiding aan te geven. Daarop volgde een serie intriges en publieke stellingnames, waar de Britse pers bovenop zat, gelardeerd met verwijzingen naar Shakespeariaanse plots, scènes uit House of Cards en Game of Thrones. Op 13 juli werd uiteindelijk – toch nog relatief snel – een nieuwe partijleider en daarmee premier gekozen: Theresa May, Brexit-tegenstander, domineesdochter, bankiersvrouw en geograaf (bachelor, Oxford), die in Camerons kabinetten zes jaar minister van Binnenlandse Zaken was geweest. Zij benoemde in twee dagen een nieuw kabinet. Boris Johnson is minister van Buitenlandse Zaken, maar zonder hoofdrol in de komende Brexit- onderhandelingen – een staaltje lijm- en plakwerk dat in binnen- en buitenland consternatie en afkeuring opriep.
Geen plan
Het referendum ging over een schijnbaar eenvoudige keuze tussen twee opties waarvan de ene, weggaan, bij nader inzien ingewikkelder was dan eerst leek. Het betreft een soort scheiding, maar zonder te verhuizen. Theresa May riep vanaf dag één van haar bewind ‘Brexit means Brexit’, maar een commentator in The Guardian schreef een maand na het referendum (op 22 juli) ‘dat niemand zeker weet wat dat betekent. Als u niet in de war bent over wat zich nu in de Britse politiek afspeelt, heeft u niet goed opgelet’.
May vertrok spoorslags naar Berlijn en Parijs om daar uit te leggen dat het Verenigd Koninkrijk tijd nodig heeft voor nader beraad in eigen kring over wat Brexit nu eigenlijk moet inhouden. De dag na het referendum bleken noch de Britse regering noch de voorvechters van een Brexit te beschikken over enig plan voor de weg naar de uitgang, of de bestemming. Artikel 50 van de Europese Verdragen schetst het juridische kader (voor de inhoud van artikel 50 zie www.geografie.nl/artikel50). Maar de feitelijke uitvoering vergt een ongemeen gecompliceerde onderhandeling en al snel een principekeuze over de soort relatie tussen EU en het VK. Moet het gaan zoals met Noorwegen, zoals met Zwitserland of volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie of een volgende variant?
Nieuwe relatie
De allereerste zorg binnen de EU betrof uiteraard de nieuwe verhouding tussen de voorgenomen uittreder en de overige lidstaten en EU-instellingen. Het Britse lid van de Europese Commissie trad op eigen initiatief terug. Er werd een opvolger voorgedragen, maar die zal niet diens belangrijke portefeuille (financiële diensten) krijgen. Nigel Farage, leider van UKIP en de grote aanjager van het referendum, trad af als partijleider maar bleef aan als Europees parlementslid. De EU verzocht de Britten dringend een officiële aankondiging van de scheidingsprocedure volgens artikel 50 te sturen. Maar die bleef nog uit, want vanaf dat moment resteert er maximaal twee jaar om tot een akkoord te komen. Lukt het niet binnen die termijn, dan kan de EU zelf over de scheidingsvoorwaarden beslissen. De Britten dringen dus aan op informele onderhandelingen vóór ze die aankondiging versturen, en vragen begrip voor hun getreuzel.
De EU zal ongetwijfeld blijven benadrukken dat er géén informele onderhandelingen plaatsvinden vóór het VK de artikel 50- brief heeft gestuurd, terwijl er zeker gesprekken zullen zijn die er als twee druppels water op lijken. In Brussel is er continu hoog diplomatiek overleg in de twee COREPER-comités waar alle Europese zaken voorbij komen. Bovendien is tussen alle lidstaten altijd een hecht netwerk van diplomatieke betrekkingen blijven bestaan. Steeds weer blijkt het van belang de bilaterale kanalen open te houden om medestanders voor de eigen standpunten te verwerven. In dat hele spel in Brussel en tussen hoofdsteden heeft het Verenigd Koninkrijk een eigen rol en dat zal nu niet meteen veranderen. Het VK ligt nog steeds in Europa en er is veel aan gelegen de relatie met de buren niet te zwaar te belasten.
Economie
In de campagnes rond het referendum draaide het om een paar punten. De blijvers verdedigden hun standpunt met de economische voordelen van de interne Europese markt en de welvaartsverliezen bij uittreding. De vertrekkers keerden zich tegen de toestroom van (arbeids)migranten uit de rest van de EU. Soms werd daarin de suggestie verweven dat ook vluchtelingen geen toegang tot het land mochten krijgen. Andere redenen voor vertrek waren de onderwerping van het nationale parlement en het Britse rechtssysteem aan Europees recht, de trage, slechte en ondemocratische besluitvorming in de EU, en de hoge lasten van het lidmaatschap.
De mogelijke economische gevolgen van de Brexit leidden in de campagne tot scherpe meningsverschillen. In de eerste maand na het referendum devalueerde het pond fors en heerste er nervositeit op de Britse bouw- en de huizenmarkt. Een periode van onzekerheid (naar alle waarschijnlijkheid een aantal jaren) zal leiden tot verliezen in alle handelsstromen waarin de Britse economie een rol speelt. Op de iets langere termijn worden negatieve effecten verwacht voor met name de Britse economie, maar ook exporteurs naar het VK zullen eronder lijden. Grote schade wordt verder gevreesd voor het Britse universitaire onderzoek, dat sterk is verweven met dat van Europese collega’s en voor een flink deel afhankelijk is van Europees geld.
Verblijf
Op zeker nog twee punten kunnen de Brexit-campagne en -uitslag grote gevolgen hebben. Dat betreft allereerst de verblijfstitels waaronder EU-burgers in de toekomst in het VK, en burgers van het VK in de EU terecht zullen kunnen.
In het Verenigd Koninkrijk verblijven ongeveer 3,3 miljoen mensen geboren in andere lidstaten (volgens beschikbare cijfers), van wie meer dan een kwart Polen. Al vanaf de Tweede Wereldoorlog was er een Poolse gemeenschap in Groot-Brittannië. Maar de grote groei kwam vanaf 2004 toen het VK, warm voorstander van de EU-uitbreiding naar het oosten, direct de grenzen opende voor arbeidsmigranten. Dit in de verwachting bestaande tekorten op deze manier gemakkelijk aan te vullen. Dat gebeurde met overweldigend succes, maar leidde ook tot groot ongenoegen bij veel Britten. Zij voelden zich tekort gedaan en keerden zich tegen de ‘verpoolsing’ van hun eigen omgeving. Er zijn daarnaast ook veel Roemenen en Litouwers in Groot-Brittannië. Zij worden gemakkelijk over één kam geschoren met de Polen. Deze recente migratiegolf was een steen des aanstoots in het referendum. Dat geldt niet voor de grote groep migranten van Ierse herkomst, oude bekenden in veel Engelse en Schotse steden en ook niet voor de aanzienlijke aantallen Zuid-Europese migranten uit Portugal en Spanje of die uit de grotere Europese lidstaten.
Voor de eenmaal gevestigde migranten zal er misschien niet al te veel wijzigen, maar de verblijfstitel voor nieuwe migranten en de datum van ingang van een nieuw regiem zullen een hard punt in de Brexit-onderhandelingen worden. Omgekeerd zijn ook de stromen geboren Britten in het geding die nu in andere lidstaten verblijven. Het gaat om ongeveer 1,2 miljoen mensen, van wie een derde pensionado’s in Spanje, Ierland, Frankrijk, Italië en Cyprus. Dit betekent dat er aanzienlijke pensioenbedragen (1,4 miljard pond in 2014) in het buitenland worden uitgegeven, terwijl hun ziektekosten van staatswege vergoed moeten worden. Ook voor toekomstige pensionado’s zullen de regels dus mogelijk veranderen.
Besmettingsgevaar
Een ander punt van zorg betreft de mogelijke voorbeeldwerking van de Brexit: gaat deze de exit van andere lidstaten verder in de hand werken of juist niet? De speculaties daarover begonnen al voordat de campagnes goed op stoom waren gekomen. En ze gingen door toen de uitslag bekend was. Farage verklaarde 23 juni tot ‘Independence Day’ voor het VK en stelde de overwinning van zijn kamp in een uitdagende rede in het Europees Parlement ten voorbeeld aan zijn collega’s. Eurosceptici in vele landen lieten zich op soortgelijke wijze uit. De aanvankelijke politieke verwarring in het VK na de uitslag, en de vroege tekens van economische rampspoed verleidden politici elders in Europa tot andere gevolgtrekkingen: wilt u dit soms ook?
Een week na de uitslag publiceerde de Eurasia Group een kaartje over het ‘besmettingsgevaar’ van Brexit elders in Europa. In Nederland en Oostenrijk zou dat gevaar het grootst zijn. De Eurasia Group is een wereldwijd opererende political risk research & consulting firm met bureaus in New York, Washington en Londen. Haar consultants, afkomstig uit publieke en private organisaties met goede universitaire connecties, zorgen voor een stroom informatie en commentaren in alle mogelijke media en rapporteren ook in opdracht van bedrijven en overheden. In de gedachtevorming over mogelijke verdere consequenties van de Brexit (gaat de City of London dit overleven; gaan financiële instellingen vertrekken) was een nieuw argument dat Nederland vanwege zijn eurosceptische reputatie misschien toch een minder voor de hand liggend toevluchtsoord zou zijn. En zo vervolgde de boodschap van het kaartje zijn weg.
Verdeeld land
In het Verenigd Koninkrijk zelf toonde het referendum de diepe scheuren binnen de bestaande instituties. De Conservatieven worstelen al met euroscepticisme sinds het vertrek van Margaret Thatcher in 1990. Labour raakte tegen de achtergrond van het referendum en de vrees voor spoedige algemene verkiezingen in een ernstige leiderschapscrisis, die heel wel kan uitmonden in een scheuring binnen de partij. Het Verenigd Koninkrijk, op de lange termijn altijd al een politieke eenheid van wisselende samenstelling, heeft steeds meer moeite om Schotland, Noord-Ierland en soms ook Wales binnenboord te houden. De allereerste trip van premier May ging naar Schotland. Na de vakantie moet blijken of alles heel blijft. De Britse auteur Tom Holland, kenner der klassieke rijken, schreef dat de verdeeldheid die bij het referendum naar buiten kwam, vermoedelijk door geen enkele Britse politicus overbrugd kan worden. ‘Ik ben bang dat dit de komende jaren hardhandig aan het licht zal komen.’