Bunkers: van betwist tot beschermd erfgoed

Tachtig jaar na het einde van WOII ligt de Nederlandse kust nog vol bunkers. Moeten die niet eens worden opgeruimd? Of is het erfgoed dat juist behouden dient te worden? De meningen hierover wisselden de afgelopen decennia.
Aan het einde van WOII liggen langs de hele Nederlandse kustlijn duizenden betonnen bunkers, tankmuren en -grachten, drakentanden en andere versperringen als zichtbare erfenis van de Atlantikwall. Na de bevrijding overheerst de mening dat dit ‘dadererfgoed’ gesloopt moet worden. De bouwwerken wekken afkeer, woede en traumatische gevoelens op. Bunkers die de toegang van badgasten naar het strand versperren, zoals bij Den Haag en Katwijk, worden al in de eerste naoorlogse decennia met grove middelen weggehaald.
Vanaf eind jaren 1970 kantelt het perspectief; er komt aandacht voor de erfgoedwaarde en experts pleiten voor behoud. Andere groepen gaan belangstelling tonen voor hergebruik van vooral de bunkers van de Atlantikwall en de ondergrondse gangenstelsels. Veel bunkers zijn inmiddels opgewaardeerd van verguisde en hinderlijke betonblokken tot levende en functionele onderdelen van het Nederlands kustlandschap. Initiatieven voor hergebruik variëren van natuurbescherming en educatie (exposities) tot commerciële functies (toerisme en horeca).
Met de verschuiving in opinies over bunkers verandert ook de aandacht in de pers. Een inventarisatie van het aantal berichten gevonden op Delpher en Nexis Uni, met expliciete inhoudelijke opinies, percepties en artikelen over het hergebruik van restanten van de Atlantikwall, maakt dat expliciet.
- Onbeperkt toegang tot artikelen op geografie.nl
- Ontvang 9 keer per jaar het tijdschrift Geografie
- Aantrekkelijke aanbiedingen voor boeken en andere publicaties
- Korting op deelname aan activiteiten van het KNAG
- Blijf in contact met vakgenoten