Je kunt vulkanen indelen op basis van vorm. Bijvoorbeeld schildvulkaan, stratovulkaan, caldera, koepelvulkaan en sintelkegel. Ieder type vulkaan heeft een gangbaar eruptietype. Uitbarstingen kunnen explosief of effusief zijn, maar worden ook wel wat specifieker vernoemd naar bekende vulkanen die een uitbarsting van dit type hadden zoals het Pelée-type, Stromboli-type, Vulcano-type en Pliniaans-type. Een vulkaan kan – ook bij één uitbarsting – verschillende eruptietypen achter elkaar laten zien.
Chaîne des Puys: vulkanen in Midden-Frankrijk
Niet volgens het boekje
De Puy de Dôme is zo karakteristiek dat de hele regio ernaar vernoemd is. Vanuit de wijde omtrek zie je de vulkaan liggen. Maar de gebruikelijke typologie ‘uit de boekjes’ schiet tekort om te duiden wat je ziet.
We staan in de rij bij het zelfbedieningsrestaurant op 1465 meter hoogte en zijn beduusd van de enorme hoeveelheid mensen om ons heen. Een deel heeft het treintje omhoog genomen naar de top van de Puy de Dôme. Maar er is ook een hele stoet jonge en oude wandelaars naar boven gekomen via het steile Romeinse wandelpad, met in iedere haarspeldbocht uitzicht over de vulkanen van de Chaîne des Puys. Je ziet vanaf de Puy een hele rij kraters liggen waarover we eerder die week gelopen hebben. Als we toen tien tot twintig andere wandelaars tegenkwamen, was het veel. De Puy de Dôme heeft duidelijk meer faam.
De volgende dag lopen we over de uitgestrekte lavavelden van de Puy de Côme. Het gebied is bebost geraakt en de nauwelijks verweerde lavabrokken liggen verborgen onder dikke lagen mos. Overal vind je restanten van muurtjes. De boeren die op deze schrale grond zonder stromend water de moeite namen alle stenen van de weiden en akkertjes te halen, zijn allang verdwenen. Het is nu een verstild en haast sprookjesachtig gebied. Aan de rand van het Plateau des Dômes is een uitkijkpunt waar je zo’n 300 tot 400 meter lager in de Limagneslenk Clermont-Ferrand ziet liggen. Het lijkt simpel: breuklijn, horst, slenk, vulkanen. Maar als je door het gebied loopt, blijkt dat de ene vulkaan de andere niet is. Vorm en gesteente zijn niet overal hetzelfde. En waarom steekt die Puy de Dôme zo ver boven de rest uit?
Chaîne des Puys
De Limagnebreuklijn (figuur 1) ontstond 35 miljoen jaar geleden gelijktijdig met de Alpiene gebergten. De continentale korst in omringende gebieden werd dunner, doordat die uitrekte in een richting haaks op de convergentie. Met de relatieve daling aan de oostzijde van de breuklijn ontstond de Limagneslenk. Sediment vulde de slenk op, om daarna op plaatsen weer te eroderen. Door het dunner worden van de korst werd ook de lithosfeer dunner. Hete mantel kon dichter bij de oppervlakte komen. Het gesteente warmde op, warm gesteente heeft een lagere dichtheid en dat leidde tot opheffing van zowel de horst (het Plateau des Dômes) als de slenk. Op het plateau ontstonden, parallel aan de breuklijn, tussen 95.000 en 8400 jaar terug zo’n 80 vulkanen, de Chaîne des Puys. De kraters liggen verspreid over een langgerekt gebied van 32 kilometer lengte en 4 kilometer breedte.
De meeste vulkanen zijn eenmalig uitgebarsten (mono-eruptief). Het zijn sintelkegels van zo’n 100 tot 300 meter (figuur 3a). Dit is eigenlijk de typische kegelvorm die je ook bij stratovulkanen ziet, maar dan veel minder hoog doordat het om een enkele eruptie gaat. Bij de uitbarstingen van het Stromboli-type (dunvloeibare lava die in fonteinen uit de kraterpijp komt, zie ook kader) kwamen lava, tefra en vulkanische bommen vrij. Een deel van deze sintelkegels heeft een duidelijke krater op de top, en vanaf sommige lopen lavastromen kilometers het omringende land in.
In de Chaîne zijn ook zeven koepelvulkanen te vinden, waaronder de Puy de Dôme. Deze is zo’n 11.000 jaar geleden ontstaan. Een dikke prop zeer visceuze (dikvloeibare) lava werd omhoog geduwd en vormde een koepel (figuur 3b). Een koepelvulkaan heeft dus geen kraterpijp en geen regelmatige kegelvorm. Uiteindelijk is er minstens één uitbarsting van het Pelée-type geweest: door gasdruk binnenin de dikvloeibare lavaprop ontstonden pyroclastische stromen, golven van vaste en halfvloeibare lava, gas, rotsen en as.
Naast sintelkegels en koepels is er nog een aantal maaren (figuur 3c). Dit zijn explosiekraters, inmiddels gevuld, die ontstonden toen magma en grondwater met elkaar in aanraking kwamen. De explosie blaast een gat uit de grond, dat zich mettertijd vult met water en soms na verloop van tijd met sediment. De vulkanen zijn heel mooi zichtbaar omdat ze op geologische schaal bezien jong zijn en daardoor nog niet sterk geërodeerd. Al doet de mens aardig z’n best de natuurkrachten te helpen. Sommige kegels zijn afgegraven voor de grondstoffen en op andere vulkanen slijten de voeten van toeristen hard in.
Lesgeven over vulkanisme
De syllabus voor het AK-examen havo en vwo meldt over vulkanisme:
- Aandachtspunt: Het eruptietype van een vulkaan weerspiegelt zich in de vorm.
- Belangrijke werkwijze: Het eruptietype van een vulkaan relateren aan de positie ten opzichte van de plaatgrenzen.
- Begrippen: explosieve eruptie, stratovulkaan, caldera, effusieve eruptie, schildvulkaan, pyroklastica (deze laatste alleen voor vwo). In lesboeken wordt dit soms vereenvoudigd tot de volgende standaardsituaties:
- Effusieve eruptie = schildvulkaan = divergente breukzone of hotspot.
- Explosieve eruptie = stratovulkaan of caldera = subductiezone.
Er staat doorgaans wel bij vermeld dat er uitzonderingen zijn, maar wat leerlingen leren zijn de standaardsituaties. En dit is jammer.
Stel, een leerling is op vakantie geweest naar de Chaîne des Puys. Dan heeft die leerling niets gehad aan de schoolboekenkennis. Je ziet namelijk kegelvormige vulkaantjes, maar het zijn geen stratovulkanen. In lokaal informatiemateriaal wordt ook nog gerept over de grote hoeveelheid vulkanische bommen in het gebied en pyroklastische stromen op de flanken van de Puy de Dôme. Dat doet denken aan explosieve uitbarstingen, maar het zijn toch echt effusieve erupties die te maken hebben met oprekken van de korst.
Het helpt in dit geval dus niet om de werkelijkheid te vereenvoudigen (‘er zijn strato- en schildvulkanen en die horen respectievelijk bij convergente en divergente plaatgrenzen’) en die kennis vervolgens overal op toe te passen. In plaats daarvan zou het beter zijn direct al te erkennen dat de vulkanische werkelijkheid complex is. Niets is precies volgens het boekje.
Neem de Cantal, het departement ten zuiden van het departement Puy-de-Dôme – ook al vernoemd naar een vulkaan. In dit geval gaat het om de resten van een enorme stratovulkaan, maar zonder subductiezone. De vulkaan kon zo groot worden doordat er gedurende 10 miljoen jaar uitbarstingen zijn geweest. De Monts du Cantal zijn de overblijfselen van deze oude en sterk door water en gletsjers geërodeerde vulkaan.
Als je de werkelijkheid te sterk versimpelt en de verschillende typen vulkanen maar beperkt behandelt, ontstaat een kennishiaat. Het klopt dat bepaalde typen vulkanen vaak in bepaalde situaties voorkomen, maar in de praktijk kan elk type vulkaan overal opduiken. Je moet de wereld dus nemen zoals je hem ziet en deze proberen te verklaren met de conceptuele kennis die je hebt. Je wereldbeeld laten beperken door ‘volgens de regeltjes’ te denken zou zonde zijn.
Schoolexamenopgave
Op geografie.nl kun je bij dit artikel een schoolexamenopgave inclusief correctievoorschrift vinden voor gebruik in de klas. Deze opgave over vulkanisme in Midden-Frankrijk is speciaal geschreven bij dit onderwerp en is alleen toegankelijk na inloggen, zodat leerlingen de opgave niet kunnen inzien.
BRONNEN
- chainedespuys-limagnefault.com/
- chainedespuys-limagnefault.com/mediatheque/documents/ à de documenten ‘Geotourism map’ en ‘Tourist brochure’
- gea-geologie.nl/nieuws-en-artikelen/2-uncategorised/222-georeis-auvergne-georeis-auvergne#chaine-des-puys
- natuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=415253