Voor Cyprus, ook een voormalige Britse kolonie, ligt de zaak iets eenvoudiger. Bij de onafhankelijkheid in 1960 stelden Griekenland, Turkije en het VK zich garant voor het behoud van die onafhankelijkheid tegenover de bewegingen voor hereniging met Griekenland (enosis) en Turkije (taksim). Dat is slechts ten dele gelukt, want het eiland is nu opgesplitst in twee staten: Cyprus onder Grieks-Cypriotisch gezag, en de Turkse Republiek van Noord-Cyprus. Met de Brexit wordt vooral gevreesd voor de Cyprioten die werken op de twee Britse militaire bases op het eiland, en wonen in de Cypriotische enclaves daarbinnen.
Tot slot is er de kwestie Gibraltar, een microgebied in het zuiden van Spanje. De Britse soevereiniteit op dat stukje rots wordt door Spanje betwist. De bewoners van de enclave willen Brit blijven, maar hebben ook massaal voor ‘Remain’ gestemd. Zij willen niet terug naar de Franco-tijd, toen de grens dicht was. De Europese Raad stelt expliciet dat een regeling tussen het VK en de EU over Gibraltar nooit zonder instemming van Spanje tot stand mag komen. Overigens is dit symboolpolitiek. Alle lidstaten zullen een handelsverdrag moeten ratificeren en alle 27 hebben ze dus een vetorecht op een afspraak over Gibraltar.
Uiteenlopende prioriteiten
Deze drie kwesties illustreren dat de lidstaten uiteenlopende belangen hebben bij de Brexit. Zo heeft Polen veel burgers in Engeland, en Spanje, Portugal en Frankrijk tellen grote Britse gemeenschappen. Weer andere, zoals Nederland, doen veel zaken met het VK, terwijl Estland en Polen voor hun veiligheid afhankelijk zijn van de NAVO en de Britse militaire inzet.
De lidstaten zijn ook verdeeld over de vraag of de Brexit zacht of hard moet zijn. Zacht betekent dat het VK toegang houdt tot de interne markt, bijvoorbeeld met een speciale toegang tot de Europese Economische Ruimte. Een harde Brexit wil zeggen dat het land uit de interne markt stapt. De Britse regering stevent af op een harde Brexit. De EU vindt dat de toegang tot de interne markt onlosmakelijk verbonden is met de vier vrijheden van beweging, inclusief die van burgers. Dat is voor de Britten onaanvaardbaar: de controle van immigratie was immers een van de hoofdpunten van de Brexiteers.
De EU-lidstaten zijn al met al verdeeld. De kaart hiernaast toont voorstanders van de harde en softe Brexit, en schakeringen ertussen. Bij de eerste groep horen Duitsland, Frankrijk, Zweden en Nederland. Voor een softe aanpak zijn veelal de lidstaten met grote handelsbelangen, Ierland voorop. Sommige hebben een voorkeur voor soft, maar verwachten dat het hard moet, en zijn bereid de harde opstelling van Duitsland te volgen.
Iedere lidstaat heeft ook andere prioriteiten, van de rechten van EU-burgers in het VK (zeer belangrijk voor 15 lidstaten), handel (België, Nederland, Spanje, Denemarken, Estland, Letland, Tsjechië), tot het betalen van de afgesproken bijdragen aan de Europese fondsen (Hongarije, Letland, Littouwen, Polen, Roemenië, Slovakije, Slovenië, allemaal nieuwe lidstaten) en het betalen van afgesproken bedragen voor de begroting (Italië, Nederland, Portugal, Oostenrijk en Zweden). Veiligheid en/of defensie zijn prioriteiten voor België, Estland, Kroatië en Portugal. Frankrijk is er vooral op gespitst ‘besmetting’ te voorkomen: het voorbeeld van de Britten mag niet tot meer exits leiden. Finland, Malta en Zweden stellen het behoud van de eenheid van de 27 voorop. Denemarken en Duitsland willen cherry picking door de Britten tegengaan.
Voortbestaan EU
Eerst was er het spookbeeld dat het Brexit-referendum andere Europeanen zou inspireren om zelf ook referenda over een exit te houden. Nu is de angst vooral dat de Britten de overige lidstaten tegen elkaar zullen uitspelen en dan met name de meest EU-sceptische regeringen: die van Hongarije en Polen. Vooralsnog blijven de rijen gesloten. Deze landen zijn namelijk nog méér afhankelijk van Duitsland en de rest van de EU – in ieder geval economisch – en in militair opzicht blijven de VS veruit de belangrijkste NAVO-speler. Het gewicht van het VK als regionale en mondiale speler is wellicht veel meer dan de Britse politici beseften, verbonden aan het lidmaatschap van de EU. Met andere woorden, het vertrek uit Brussel maakt het VK een onbeduidende partij, ook voor de VS.
Hoe de alchemisten voor beide unies een gulden toekomst uit het scheidingsproces gaan toveren, is vooralsnog een raadsel. Na de onverwachte Britse verkiezingen gaat het onderhandelingsspel beginnen. Verdere verrassingen niet uitgesloten.