Dit is een bewerking van twee artikelen van Peter van der Krogt: ‘Een kaart uit 1357 van de Maas als grens tussen Holland en Brabant’ (Geo-Info 4, 2007) en ‘Lokale kaarten van Nederland uit de late Middeleeuwen’ (Caert-Thresoor 27(2), 2008).
De Grote Waard in 1357
In 2021 was het 600 jaar geleden dat de Sint-Elisabethsvloed een groot deel van Holland onder water zette. In de publicaties die deze ramp herdenken, kreeg de enig bekende kaart van vóór de overstroming geen of nauwelijks aandacht. De kaart levert geen nieuwe gegevens over de Grote Waard, die uiteindelijk verloren ging, maar geeft inzicht in het cartografisch denken van die tijd.
De kaart stamt uit 1357 en gaat over een universitair grensgeschil. In de late middeleeuwen werden studenten aan de Sorbonne in Parijs ingedeeld in ‘naties’, afhankelijk van de regio waar ze vandaan kwamen. Holland behoorde tot de Engelse natie, Brabant tot de Picardische natie. Een zekere Johannes Mast uit Geertruidenberg was ingedeeld in de Engelse natie. Geertruidenberg was inderdaad een stad in Holland, maar lag bijna op de grens met Brabant. In 1356 werd Mast geclaimd door de Picardiërs. Zij argumenteerden dat de grens van hun gebied werd gevormd door de rivier de Maas en Merwede tot waar die in zee stroomt. Studenten uit ’s-Hertogenbosch, Heusden, Maastricht en Geertruidenberg zouden altijd tot de Picardische natie hebben behoord. De Engelse meesters vonden deze claim te belachelijk om te weerleggen.
Magna insula
Aanvullend bewijs voor de Engelse claims kwam van meester Nicolaus Macer uit Almkerk in Altena, dus uit het gebied waarover het geschil ging. Macer, die in 1352 in Parijs was aangekomen, ontkende zeer sterk de Picardische aanname dat de Oude Maas de grens was tussen de Picardische en Engelse naties. Hij wees erop dat er twee Maas-rivieren waren, de Oude en de Nieuwe Maas, en beschreef dat de Maas zich in tweeën splitste bij de stad Heusden. Eén tak, de Nieuwe Maas, stroomde naar het noorden en vloeide bij Woudrichem samen met de Waal. Deze Nieuwe Maas was tachtig jaar eerder ontstaan, toen de Oude Maas afgedamd was en zijn loop bij Heusden verlegde. De Oude Maas stroomde vandaar 7 mijl naar het westen tot Maasdam. Het land tussen beide armen heette Magna insula (groot eiland) en behoorde deels tot Holland en viel voor een ander deel toe aan de heren van Heusden. Macer stelde verder dat Hollanders altijd tot de Engelse natie behoord hadden, ongeacht of ze van ten noorden of ten zuiden van de Oude Maas kwamen. De universiteit oordeelde uiteindelijk dat de Maas en Oude Maas de grens vormden, en dat Johannes Mast dus tot de Picardische natie behoorde.
Schetskaart
Om het geschil duidelijk te maken aan de bestuurders van de Sorbonne tekende de Engelse proctor (universitaire functionaris) William de Spyny een schetskaart, die bewaard is bij de stukken over de zaak uit 1357. De Spyny tekende zijn kaart zoals het land vanuit Parijs gezien werd, dus met het zuiden boven. Om duidelijker te maken waar het gebied precies lag, voegde hij de loop van de Maas met de steden Luik en Maastricht toe en wat plaatsnamen in Brabant, waaronder Brussel, Leuven en ’s-Hertogenbosch. De kaart ziet er daarom wat merkwaardig uit. Het gebied in kwestie is onderaan op de kaart getekend. De Maas splitst bij de afdamming (obstruc[tio] Mosa) bij Herpt in twee takken. De Nieuwe Maas (Nova Mosa) is langs de linker- en onderrand van de kaart getekend, de Oude Maas (Antiqua Mosa) loopt schuin naar rechtsonder. Langs beide rivieren staan de namen van de dorpen en steden geschreven, zonder plaatsnaamsymbolen. Langs de Nieuwe Maas en Merwede zijn dat Heusden, Andel, Giessen, Rijswijk, Woudrichem (hier komt de Waal, Renus genoemd, erbij), Werkendam, Houweningen, Sliedrecht, Dordrecht en de Mijl. Langs de Oude Maas staan Oud-Heusden, Waalwijk, Besoyen, Capelle, Waspik, Raamsdonk, Geertruidenberg (Mons Sta. Gertrudis) en Wieldrecht. Het gebied tussen beide rivieren is aangeduid met Magna insula, de Grote Waard. Ten zuiden van de Oude Maas staat nog een lijn die de grens tussen Holland en Brabant aanduidt (met de namen Hollandia en Brabant) en die volgens de Engelse natie de eigen zuidgrens was. De Oude Maas, de Merwede en de grenslijn Holland/Brabant komen samen bij Maasdam, vanwaar twee lijnen naar de naamloze zee gaan.
Waardevol
De schetskaart is de enige kaart van de Grote Waard van vóór de Sint-Elisabethsvloed. Is het daarom ook een wetenschappelijk waardevolle bron? De kaart is te schetsmatig getekend om er geografische bijzonderheden uit af te lezen. Ook staan er maar 2 dorpen in de Grote Waard getekend, Houweningen en Wieldrecht, van de 72 dorpen die verdronken zouden zijn. Voor de kennis van de Grote Waard is het dan ook meer een curiosum dan een wetenschappelijke bron. De waarde van de kaart ligt ergens anders.
In zijn bijdrage ‘Local and Regional Cartography in Medieval Europe’ in deel 1 van The History of Cartography (1987) schreef P.D.A. Harvey dat het middeleeuwse Europa weinig van kaarten wist. Het hele idee van het tekenen van een schetsje om ruimtelijke verbanden weer te geven – de weg van de ene naar de andere plaats, de vorm van akkers, de volgorde van huizen in een straat – was de meeste middeleeuwers vreemd. Pas in de 16e eeuw werd men plotseling bekend met de waarde van cartografische voorstellingen. De kaart van de Grote Waard uit 1357 is dan ook een van die zeldzame voorbeelden waaruit blijkt dat men in de middeleeuwen een accurate ruimtelijke voorstelling van de wereld om zich heen had.