Een levensgroot gevaar, in de ogen van de tegenstanders, vormen de afspraken over de arbitrage bij geschillen tussen investeerders en staten (en dus ook regionale overheden zoals Wallonië). Bij TTIP houden de VS tot nu toe vast aan wat al praktijk was, de zogenoemde Investor-State Dispute Settlement (ISDS), met ad-hoc-tribunalen van handelsjuristen, die ook als advocaten kunnen optreden – en daarmee een dubbele pet op hebben.
Bij CETA hebben Canada en de Europese Unie een stap gezet richting een tribunaal van rechters die voor een termijn benoemd worden (Investment Court System) en tijdens hun dienst niet als advocaat in soortgelijke zaken kunnen optreden (maar wel daarvoor of daarna). Er is meer transparantie over de procedures. De inkomsten van de juristen in het tribunaal blijven echter afhankelijk van het aantal en de lengte van de procedures, wat zou kunnen leiden tot in de tijd uitdijende processen. Bovendien heeft het tribunaal geen eigen secretariaat, maar blijft het ondergebracht bij het Internationaal Centrum voor Beslechting van Investeringsgeschillen, een zelfstandig onderdeel van de Wereldbank. Dat onderstreept de continuïteit met het oude systeem. Wel wordt voorzichtig gesproken van een mogelijkheid tot hoger beroep voor de staten.
Wat ook blijft, is dat het een asymmetrisch systeem is: de investeerders kunnen staten aanklagen, maar niet andersom. Ook vrezen critici dat bedrijven soortgelijke arbitragemogelijkheden strategisch gaan gebruiken om schadevergoedingen te verkrijgen en om staten te beperken in hun soevereiniteit. De ontwikkeling van beleid om werknemers, consumenten of milieu te beschermen wordt beperkt door de mogelijke schadeclaims van bedrijven die aan de ongezonde, vervuilende of risicovolle productie willen verdienen. Via een Canadese vestiging kunnen ook Europese bedrijven zich tot zo’n arbitragehof wenden, in plaats van tot nationale rechtbanken die nieuwe nationale wetgeving als uitgangspunt nemen.
Het alternatief – de bescherming van investeringen toevertrouwen aan nationale rechtbanken – klinkt aantrekkelijk als het gaat om de EU en Canada , maar het wordt dan moeilijker om ISDS-afspraken op te nemen in verdragen met staten die een minder onafhankelijk justitieel systeem hebben.