Sewsunker Sewgolum (1930-1978), roepnaam ‘Papwa’, was in de jaren 60 een beroemde golfspeler, niet alleen binnen, maar ook ver buiten Zuid-Afrika. Zijn sportieve loopbaan wordt getekend door het onrecht van de apartheid.
Papwa groeit op in een arm gezin in Durban. Zijn moeder is blind en zijn vader werkt op een suikerrietplantage. Geld om Papwa naar school te sturen is er niet; hij blijft zijn hele leven analfabeet. Ze wonen vlakbij het strand; daar slaat hij als kleine jongen urenlang met een stok tegen een balletje. Via een vriendje wordt hij caddie op de Beachwood Country Club, waar hij, als de leden naar huis zijn, zichzelf leert golf te spelen. Heel bijzonder is zijn grip, hij houdt zijn golfclub vast met zijn linkerhand onder zijn rechterhand, heel apart voor een rechtshandige golfspeler.
Papwa’s grote golftalent wordt ontdekt door Graham Wulff, een vooraanstaand lid van de Beachwood Country Club. Hij is zo onder de indruk van Papwa’s prestaties dat hij hem in 1959 in zijn privévliegtuig meeneemt naar de British Open. Papwa mist daar de cut, de kwalificatie voor de eindronde, maar een week later wint hij in Den Haag de Dutch Open. In Zuid-Afrika wordt hij bij thuiskomst als een held binnengehaald. Het jaar daarop verdedigt hij zijn titel met succes in Valkenswaard en in 1964 wint hij de Dutch Open nog een keer.
Pas in 1963 mag Papwa in zijn eigen land voor het eerst aan open golftoernooien meedoen; daarvóór heeft hij regelmatig toernooien gewonnen met alleen zwarte en gekleurde spelers. Dat jaar speelt hij met geleende clubs en golfschoenen op de Durban Country Club de Natal Open. Als Indiër mag hij het clubhuis niet betreden en zich ook niet omkleden in de kleedkamers. Buiten is voor hem een caravan neergezet; eten doet Papwa samen met de zwarte caddies. Hij wint het toernooi en laat ruim honderd blanke golfers achter zich. Staande in de stromende regen krijgt hij door een raam de trofee voor de winnaar uitgereikt, terwijl de officials en andere deelnemers binnen blijven in het clubgebouw. Foto’s van dit stuitende tafereel bereiken westerse media; zij dragen bij aan het uitroepen van een internationale sportboycot van Zuid-Afrika die tot 1992 zal duren.
De regering-Verwoerd beslist in 1966 dat sporters niet meer in gemengde toernooien mogen spelen. Papwa gaat in 1967 naar Amerika, maar keert uit heimwee terug naar Durban. Omdat hem in zijn eigen land het recht ontzegd wordt te golfen tegen blanke topspelers, trekt Papwa zich verbitterd terug in zijn huis in Durban. Hij overlijdt in 1978 in kommervolle omstandigheden aan een hartaanval, hij is dan pas 48 jaar oud.
Na zijn dood duurt het 26 jaar voordat Papwa de erkenning krijgt die hij verdient. In 2004 reikt president Mbeki hem postuum de zilveren medaille van de Orde van Ikhamanga uit en in 2005 verschijnt er een film over hem: Papwa: The Lost Dream of a South African Golfing Legend. Papwa’s zoon Rajen heeft een stichting opgericht die zijn vaders naam draagt en die zich ten doel stelt jong golftalent op te sporen in de townships en arme wijken van Durban.