Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap werd opgericht in 1873. De initiatiefnemers hadden tot doel de studie der aardrijkskunde te bevorderen. Dit door expedities uit te rusten en het koninkrijk – en dan vooral het koloniale deel – meer gedetailleerd te verkennen en te bestuderen, onder andere door het (laten) maken van kaarten. Ook legde het genootschap een bibliotheek en een kaartenverzameling aan. Voor het beheer van die kaarten – denk aan opslag, ontsluiting en beschikbaarstelling – sloot het KNAG in 1880 een bruikleenovereenkomst met de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Nog steeds wordt daar het KNAG-bruikleen gekoesterd en in ere gehouden als een van de belangrijke verzamelingen van de afdeling Bijzondere Collecties. In de rubriek Kaart in beeld van Geografie belichtte Jan Werner, voormalig conservator, allerlei kaarten uit de KNAG-verzameling. Zijn opvolger, Reinder Storm, neemt het stokje over. Hij begint symbolisch met een kaart van de 18e-eeuwse gereformeerde predikant W.A. Bachiene, die behoort bij Genesis, het eerste boek uit de Bijbel.
De wereld van Noachs nakomelingen
De maker van de kaart hierboven, Willem Albert Bachiene (1712-1783), verloor al op 6-jarige leeftijd zijn vader, maar trad in diens voetsporen, studeerde theologie en werd predikant in Culemborg. Later was hij actief als geestelijke in het leger in Breda en Namen, en de langste tijd, van 1759-1783, werkte hij in Maastricht. Van jongs af aan was Bachiene een liefhebber van geografie. Door zelfstudie wist hij daarover grote kennis te verwerven, net als over de astronomie en hij gaf speciaal hierover ook les aan kinderen. De bekroning volgde door een benoeming als hoogleraar aan de Illustere School te Maastricht, niet als theoloog maar als astronoom en geograaf. Bachiene wist zijn werk en persoonlijke interesse goed te combineren, wat uitmondde in tal van publicaties.
Een van Bachienes vroegste cartografische producties is een set van twaalf kaarten die tussen 1748-1750 verschenen bij Nicolaas Goetzee, Ordinaris stadsdrukker in Gorinchem. De meeste tonen het huidige Israël, in een enkel geval het Midden-Oosten of het Middellandse Zeegebied. De hier afgebeelde kaart is nummer 2 in de serie: ‘Afbeelding der oude waereld; benevens derzelver verdeling onder de nakomelingen Noachs. Door W.A. Bachiene, V.D.M. te Kuilenburg.’ V.D.M. staat voor Verbi Divini minister – bedienaar van Gods woord. Bachiene tekende de kaarten zelf; ze werden in koper gegraveerd door Jan van Jagen, een bekend graveur uit Haarlem. Naast de kaarten verwierf de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam destijds als onderdeel van het KNAG-bruikleen ook een set toelichtende teksten, in ongeveer hetzelfde formaat als de losse kaarten, en zeer gedetailleerd. Het voert te ver om hier op die teksten in te gaan, maar onder dit artikel staat een voorbeeld met wat uitleg.
De kaart toont de wereld zoals die min of meer bekend kan zijn geweest in oudtestamentische tijden. Maar... als verwoed geograaf en geboren docent kon Bachiene het toch niet laten informatie toe te voegen die anachronistisch aandoet. Het hele aanzien van de ‘Oude Wereld’ stemt overeen met de 18e-eeuwse stand van geografische kennis, wat bijvoorbeeld te zien is aan Noord- en Oost-Azië.
Typerend zijn ook de namen van de zonen van Noach, van wie de afstammelingen de drie continenten bewonen: Iapheth – Europa, Cham – Afrika, Sem – Azië. Bij de zuidelijke punt van Afrika lezen we: ‘De uiterste hoek van Afrika die heden de Caap van goede hoop genoemt wordt’. Waar mogelijk verantwoordt Bachiene zijn werk met een Bijbels citaat. In wat wij nu Rusland noemen, staat ‘Godt breidt het Noorden uit over het Woeste’ (Job, 26:7).
Rechtsonder is de afstamming van Noach weergegeven en de daarmee samenhangende spreiding van volkeren over de wereld in de vorm van een ‘stamboom’. Ook de Toren van Babel is ingetekend: toen de mensen elkaar daar niet meer verstonden (de befaamde spraakverwarring), trokken diverse stammen weg, elk in een andere richting. Ook dat is duidelijk in beeld gebracht. De kaarten vormen een visueel-cartografische toelichting op diverse passages in deze bijbel. Keurig is daarom ook aangegeven waar de afgebeelde kaart thuishoort: bij Genesis, boek 10.
Naast de kaarten van Bachiene verwierf de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam destijds als onderdeel van het KNAG-bruikleen ook een set toelichtende teksten, in ongeveer hetzelfde formaat als de losse kaarten, en zeer gedetailleerd: