Gevoel voor ruimte
ONTARIO 1990 We maken een rondreis in Canada en boeken een overnachting in een hotel in Ontario. Als we onze paspoorten voorleggen aan de eigenares, begint ze ons in moeizaam Nederlands te verwelkomen. Ze is met haar ouders, afkomstig uit Hasselt bij Zwolle, begin jaren '50 geëmigreerd naar Canada en nooit terug geweest. Toch is in haar Nederlandse uitspraak nog heel duidelijk het Overijsselse accent te bespeuren. Een aanwijzing voor taalgeografie?
DEATH VALLEY 2000 Na een lange rondrit door Death Valley rijden we weer richting de bewoonde wereld. Eerst nog even tanken. Maar bij het gasstation verdringen zich nog enkele tientallen andere automobilisten bij de pomp. Ik zie op mijn kaart dat er bij het verlaten van de Valley nog een tankstation ligt. Na enkele forse klimmen bereiken we dat punt. Het tankstation blijkt echter te zijn opgeheven, al staat het nog wel aangegeven op het dak van het gebouw, tevens hotel. Het waarschuwingslampje is al een tijdje terug gaan branden. Wat nu? De hotelier kan ons wel een nacht onderdak leveren, maar dat lost niets op. Een leeg gebied doorrijden naar de grote weg die 50 kilometer verderop ligt met een praktisch lege tank? Of 30 kilometer terug over de weg met de steile hellingen? Dat halen we vast niet. Een duivels dilemma. Dan komt er een campinggast met de oplossing: nog 5 kilometer doorrijden, een klimmetje, maar daarna kunnen we vrijwel zonder gas te hoeven geven naar beneden rollen. Dat doen we. Zwijgend laten we ons afzakken. De pomp ligt meteen bij het aantakkingspunt. Een verlossende geografische ervaring inzake reliëfgebruik.
ARIZONA 2008 We rijden rond in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Op het eind van de middag zoeken we een onderkomen. Maar alle hotels zijn booked-up vanwege een oldtimerfestival. Na enige moeite vinden we 50 kilometer verderop een kamer in een motel, maar het restaurant is overvol. Wanneer er twee plaatsen vrijkomen aan een tafel waar twee mannen zitten te eten, schuiven we aan. Het gesprek begint met het gebruikelijke: ‘Where are you from?’ Op het antwoord meteen de vraag: ‘Which city?’ Als we antwoorden ‘Nijmegen’, volgt direct: ‘Do you know René Buck?’ Mijn prompte antwoord: ‘Yes, he’s been a student of mine, some 25 years ago.’ Het blijken twee collega’s te zijn, net als Buck werkzaam in de internationale advisering inzake vastgoedontwikkeling. Als zij de tafel verlaten, worden we aangesproken door een stel dat vlak achter ons heeft gezeten: ‘U komt dus uit Nijmegen? Wij ook, we wonen aan de Hatertseweg.’ Enige straten bij ons vandaan. Al met al ligt Nijmegen voor ons even in Arizona.
INDIA 2014 We maken een cruise van drie weken in de buurt van India, op een boot die in een jaar rond de wereld vaart. Passagiers komen en gaan. Het personeel vaart mee tot hun contract afloopt. Ze komen uit alle windstreken. We raken tijdens het ontbijt in gesprek met een aardige dienster. Op onze vraag waar ze vandaan komt, antwoordt ze: ‘Toen ik vertrok: uit Oekraïne. Maar als ik terugkom waarschijnlijk uit Rusland’.
Geografie maart 2013 bevat een interview met Hans Koppen over zijn proefschrift Het Fenomeen van de Geografische Ervaring. We verzochten lezers toen ‘bijzondere geografische ervaringen’ met ons te delen.