GIS op school

1 oktober 2019
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie oktober 2019
GIS
onderwijs
Kennis
FOTO: HANNAH DOFF/GEODAN
Leerlingen van de Koninklijke Scholengemeenschap Apeldoorn aan de slag met EduGIS.

Het gebruik van Geo-ICT in de klas neemt toe, geholpen door snellere computers en internetverbindingen op school, en een groeiend aanbod van (gratis) applicaties en lesmaterialen. GIS is nu ook beter ingebed in de nieuwe curricula voor havo en vwo. Aardrijkskundeonderwijs met GIS draagt zo bij aan de digitale geletterdheid van jongeren én de verwerving van ‘krachtige kennis’.  

 

Bij de herziening van het examenprogramma voor havo en vwo is de eindterm over Geo-ICT-gebruik aangepast. Daarin staat nu expliciet wat leerlingen moeten kunnen met GIS (geografische informatiesystemen). Zo moeten ze GIS kunnen gebruiken als informatiebron om geografische vragen te beantwoorden en daarbij digitale kaarten selecteren, lezen, analyseren en interpreteren. Leerlingen moeten zelf ook geodata kunnen verzamelen met GIS-applicaties en deze bewerken, visualiseren en presenteren in een GIS. Het vmbo-programma is beperkt tot het bekijken van digitale kaarten. 

Deze special van Geografie bevat allerlei voorbeelden van lesen onderzoeksopdrachten waarin alle GIS-vaardigheden uit de examenprogramma’s aan bod komen. Een groot deel van de opdrachten is op élk niveau uitvoerbaar – ook vmbo en onderbouw havo/vwo (zie schema). GIS-applicaties en interactieve tools zijn namelijk steeds gebruiksvriendelijker. Bovendien zijn leerlingen gewend te werken met interactieve tools. GIS maakt het onderwijs voor hen passender en uitdagender. 

Drie argumenten 

Waarom is GIS opgenomen in het curriculum? Allereerst wordt GIS veel gebruikt door geografen in de praktijk en in onderzoek. Het hoort gewoon bij het vak. Ten tweede is de GIS-sector booming. Bij de planning van infrastructuur, stedelijke ontwikkeling en in het waterbeheer zijn GIS-specialisten essentieel. GIS speelt een belangrijke rol in de Nederlandse economie, en ons land is internationaal koploper qua geodata-infrastructuur. Tegelijkertijd is er een groot tekort aan GIS-specialisten en inhoudelijk deskundigen die enige ervaring hebben met GIS. Als leerlingen op de middelbare school kennismaken met GIS, raken ze mogelijk geïnteresseerd in een vervolgopleiding op dit gebied. Er is nog een derde reden om GIS op te nemen in het curriculum: burgerschap. Overheden en kennisinstituten communiceren steeds vaker ruimtelijke informatie naar burgers via webgis-applicaties. Denk aan de online Klimaateffectatlas, die vele kaarten bevat rond wateroverlast, overstromingen en droogte. Leerlingen moeten zulke applicaties kunnen gebruiken, bijvoorbeeld om uit te zoeken wat een hoosbui kan aanrichten in de eigen omgeving. Of om na te gaan welke plannen de overheid heeft om het risico op wateroverlast te verkleinen, deze kritisch te kunnen evalueren en actief mee te denken over hoe de buurt waterproof te maken is. 

Krachtige kennis 

GIS in het curriculum gaat niet alleen om leren over GIS (hoe gebruik je de techniek), maar ook om leren met GIS. Het biedt leerlingen de mogelijkheid ‘krachtige kennis’ op te doen. Het helpt bij het nadenken over de kennis die we tot onze beschikking hebben, waar die vandaan komt, hoe die zich ontwikkelt en wat we daarmee kunnen doen. Met GIS kunnen leerlingen bijvoorbeeld een demografisch onderzoek uitvoeren, en daarbij CBS-data downloaden, visualiseren, analyseren en zo geografische vragen beantwoorden. Precies zoals onderzoekers dat doen. 

GIS is daarnaast een prachtige bron van ruimtelijke informatie. Doordat leerlingen veel data kunnen bekijken op zeer gedetailleerd schaalniveau (op gebouw- en straatniveau in EduGIS), kunnen ze nu hun eigen buurt verkennen. Zo wordt het aardrijkskundeonderwijs relevanter. Daarnaast kunnen leerlingen recente en zelfs real-time data bekijken, zoals van waterstanden en aardbevingen, wat het onderwijs actueler maakt. Nieuwe applicaties maken het steeds gemakkelijker kaartlagen over elkaar te leggen en te oefenen in het leggen van relaties. Het werken met digitale ruimtelijke informatie kan leerlingen helpen ruimtelijke vraagstukken te analyseren, en dus effectiever denkvaardigheden aan te leren. 

Smartphone 

Een belangrijke ontwikkeling is de integratie van GIS met smartphonetechnologie. Vrijwel alle leerlingen hebben nu een smartphone, die je op allerlei manieren kunt inzetten tijdens veldwerk en excursies. Tijdens een excursie over landschapsontwikkeling kun je bijvoorbeeld een navigatieapplicatie inzetten met topografische en thematische kaarten van bijvoorbeeld hoogte, bodem, water en landgebruik. Leerlingen kunnen met hun smartphone ook zelf gegevens verzamelen via een collector-app of survey-formulier. De data die groepjes leerlingen hebben verzameld, worden automatisch gecombineerd en opgenomen in een digitale kaart. Aan de hand van deze collaboratieve dataverzameling ontstaat er al snel een goed gevulde kaart, die je in de klas kunt nabespreken.

Nieuwe GIS-technologie zoals een storymap biedt ook interessante mogelijkheden om informatie te presenteren. Met digitale kaarten, teksten, foto’s en bewegend beeld kun je als docent je leerlingen meenemen in een verhaal en opdrachten laten uitvoeren. Leerlingen kunnen ook zelf storymaps maken om de eindresultaten van hun (veld)onderzoeksopdracht te presenteren. 

In deze speciale editie van Geografie laten we zien hoe GIS wordt toegepast in de praktijk bij onderzoek naar vraagstukken op het gebied van leefbaarheid en wateroverlast. Daarnaast worden er lesopdrachten besproken die afgeleid zijn van onderzoek in het bedrijfsleven, bij de overheid en binnen de wetenschap. We laten zien welke nieuwe mogelijkheden GIS biedt voor het onderwijs en hoe docenten daarvan gebruik kunnen maken. Veel aandacht voor de didactiek dus!