In de vastentijd spoken de Tschäggättä met hun angstaanjagende houten maskers over straat. FOTO: CHWEIZER
Tussen 2 februari (Maria-Lichtmis) en Vastenavond (de dinsdag voor Aswoensdag) kun je ze ’s avonds overal in het Lötschental tegenkomen: de Tschäggättä. Met hun houten maskers, rinkelende koebellen en ruige beestenvellen jagen de monsterachtige wezens je de stuipen op het lijf. Waarschijnlijk komt deze traditie voort uit een oeroud ritueel waarmee inwoners ’s winters boze geesten uit het dal verjoegen. Vroeger waren de jaarlijkse verkleedpartij en de wilde rondgang door de straten voorbehouden aan vrijgezelle jonge mannen, maar tegenwoordig mogen ook anderen meedoen. In de vastentijd worden er in het Lötschental speciale Tschäggättä-evenementen georganiseerd en het hele jaar door zijn er workshops houten maskers snijden. De woeste koppen met hun afschrikwekkende tanden zijn uitgegroeid tot een symbool voor het Lötschental, ja zelfs voor het hele kanton Wallis. Bewoners hangen kleine varianten van de maskers tegenwoordig aan hun huizen, terwijl ondernemers ze als souvenir aan toeristen verkopen. In het Lötschentaler Museum in Kippel zijn meer dan zestig originele Tschäggättä-maskers te bewonderen.