Het nieuwe besparen
Voor niets gaat de zon op. Nou ja, het vergt een kleine investering en daarmee een terugverdientijd van een jaar of vijf tot acht, maar vervolgens kun je geld verdienen met zonnepanelen op je dak.
Als ik het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Planbureau voor de Leefomgeving mag geloven – en dat doe ik, je moet toch ergens op kunnen bouwen – is het aantal zonnepanelen op particuliere woningen de laatste jaren explosief toegenomen. De bijdrage aan de totale energieproductie is weliswaar nog gering, maar het gaat inmiddels om miljoenen zonnepanelen. Het zijn spectaculaire en optimistisch stemmende groeicijfers.
Woningeigenaren kunnen die investeringen individueel of collectief (bijvoorbeeld samen met hun buren) plegen. Maar per woning ben je al gauw zes- tot achtduizend euro kwijt. Dat vereist de aanwezigheid van enig spaargeld. Wat is er nog meer nodig voor eigen zonnepanelen? Enig milieubesef en het zakelijke inzicht dat ‘de kost voor de baat uit gaat’, noem het een langetermijnperspectief.
Misschien redeneer ik wat kort door de bocht – of volkomen verkeerd – maar ik verwacht dan ook vooral zonnepanelen aan te treffen in wijken waarin veel hoger opgeleide, welgestelde mensen wonen. Ook al zijn zij verhoudingsgewijs minder geld kwijt aan elektra en warmte dan minder welgestelde huishoudens en zal dat wellicht hun investeringsbereidheid enigszins remmen.
In zo’n wijk woon ik. Bovendien is het een wijk waarvan de meeste woningen gebouwd zijn in de jaren '30, en nog een energielabel-boost kunnen gebruiken. Toch is het aantal woningen met zonnepanelen op het dak hier op een paar handen te tellen. Hoe dat komt? Geen idee.
HTTP://STADINZICHT.BLOGSPOT.COM