In 2023 bestaat het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap 150 jaar. In de aanloop naar deze bijzondere verjaardag spreken we met KNAG-leden van verschillende generaties. Deze keer: het jongste KNAG-lid.
In gesprek met: het jongste KNAG-lid
Uit de ledenadministratie blijkt dat je het jongste lid van het KNAG bent! Misschien kun je je even voorstellen.
‘Ik heet Thijmen Hermans en ik ben 15 jaar. Ik zit in de derde klas van het vwo op het Grotiuscollege in Heerlen. Na de zomer ga ik het Economie en Maatschappij-profiel doen, met aardrijkskunde als examenvak.’
Hoe ben je erbij gekomen lid te worden van het Aardrijkskundig Genootschap.
‘Toen ik 15 werd, heb ik van mijn ouders een abonnement op Geografie cadeau gekregen. En daarmee ben ik dus KNAG-lid. Ik vind aardrijkskunde een interessant vak en mijn leraar had me een nummer van Geografie mee naar huis gegeven om er eens wat in te lezen. Mijn ouders zagen dat ik het een goed blad vond en gaven me toen dus een abonnement, voor mijn verjaardag.’
Je zegt dat je aardrijkskunde een interessant vak vindt. Wat boeit je vooral?
'Zelf vind ik vooral sociale geografie leuk. Hoe mensen leven op verschillende plekken op aarde, waarom zij hun gebieden gebruiken zoals ze dat doen. En ook de grote verbanden in de wereld zoals migratie zijn interessant om meer over te weten. Onze leraar legt veel uit met de actualiteit. Op dit moment zijn we bezig met conflicten in en tussen gebieden. We hebben veel gepraat over Israël en de Palestijnen en ook over het touwtrekken tussen landen in het Noordpoolgebied.
En ook in de eigen omgeving is het interessant om meer te weten over ons leefgebied, hoe we daar nu leven en ook hoe het vroeger was. Hier heb je de mijnstreek: hoe was die vroeger ingericht en wat speelt er nu? En we zitten in een grensregio waar veel mensen dikwijls de grens over gaan en waar ook wordt samengewerkt over de grens heen. Dat zijn allemaal dingen die met aardrijkskunde te maken hebben.’
Zit dat in de familie, die belangstelling voor aardrijkskunde?
Mijn ouders hebben geen geografie gestudeerd. Maar mijn vader heeft wel een boek geschreven dat met geografie te maken heeft. Dat heet De Antistad en gaat over de Oostelijke Mijnstreek na de mijnsluitingen. Dus het zit er wel een beetje in bij ons.’
'Onze leraar legt veel uit met de actualiteit'
Toen ik je opzocht via Google, zag ik dat je een internationaal judotoernooi hebt gewonnen. Heeft je belangstelling voor aardrijkskunde misschien ook iets te maken met een bijzondere belangstelling voor Japan?
‘Dat was het Matsuru Dutch Open Espoir in 2020. Daar waren judoka’s uit een aantal landen en ik heb inderdaad in mijn leeftijdsklasse gewonnen. Nu met corona waren er geen wedstrijden, maar hopelijk begint het weer gauw. Ik zou inderdaad heel graag eens naar Japan gaan, dat lijkt me een heel boeiend land. Maar daar komt de belangstelling voor geografie niet vandaan. Dat is toch vooral dankzij een goede leraar en dankzij de inhoud van het vak. Ik denk wel dat ik over een paar jaar sociale geografie ga studeren.’
Je hebt nu al een aantal nummers van Geografie thuis ontvangen. Zou je een voorbeeld kunnen geven van een artikel dat jou boeide en waarom?
‘Wat ik boeiend vond, is het artikel over de 15-minutenstad in de Geografie mei van dit jaar. Het gaat over het ‘omvormen’ van de stad, om het maar even zo te zeggen. Ik vind dat onderwerp in het algemeen heel interessant. Hoe maak je steden klaar voor de toekomst? Zijn er nog stadscentra in de toekomst? Wordt niet alles gewoon thuisbezorgd via Amazon of Bol.com? Dat soort vragen vind ik altijd heel boeiend om over na te denken en dus ook om over te lezen.’
Heel veel succes op school en met de sport en bedankt voor dit gesprek!
Rob van der Vaart is emeritus hoogleraar sociale geografie aan de Universiteit Utrecht en voorzitter van de KNAG-lustrumcommissie