Suzanne Willemsen rondde met haar afstudeeronderzoek Kleine kern, grote gemeenschap de Master Interior Architecture aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht af. Ze won hiervoor eind 2024 de Scriptieprijs voor het platteland van de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK) in de categorie hbo.
Kleine kern, grote gemeenschap
Een ontwerp voor Vilsteren
Basisscholen, huisartspraktijken en supermarkten vormen het hart van een gemeenschap en stimuleren sociale samenhang. Maar wat als deze verdwijnen? Suzanne Willemsen onderzocht hoe ruimte voor ontmoeting in een klein dorp als Vilsteren kan blijven bestaan.
Vilsteren in Overijssel is zo’n dorp waar de toekomst onder druk staat. Als je het buitengebied meetelt, wonen er 380 mensen. Recentelijk sloot de basisschool in het dorp. Hiermee verdween een van de belangrijkste ontmoetingsplekken. Studente interieurarchitectuur Suzanne Willemsen deed onderzoek naar de dynamiek van dorpsgemeenschappen en ontmoetingsplekken en spitste dat toe op dit Overijsselse dorp. Ze ontwierp hier een passende ruimte om samenkomsten te stimuleren. Haar onderzoek biedt ook handvatten voor andere dorpen.
Uitgangspunten
Voorafgaand aan mijn veldonderzoek in Vilsteren verdiepte ik me in de dynamiek van dorpsgemeenschappen en ontmoetingsplekken. Ik wilde begrijpen wat ervoor zorgt dat mensen samenkomen en hoe ruimte dit kan stimuleren. Op basis van literatuurstudie en veldonderzoek identificeerde ik een aantal principes die essentieel zijn voor laagdrempelige ontmoetingen.
- Inspelen op dorpse trots: creëer een plek waar bewoners zich mee identificeren en gedeeltelijk eigenaar van voelen.
- Zichtbaarheid en toegankelijkheid: mensen komen waar mensen zijn; ontmoeting moet visueel en fysiek mogelijk zijn.
- Groene omgeving: een groene setting bevordert ontspanning en spontane interacties.
- Herbestemming: maak gebruik van bestaande emotionele banden met een plek of gebouw.
- Toekomstbestendigheid en aanpasbaarheid: zorg dat het ontwerp flexibel is en zich kan aanpassen aan verschillende behoeften en doelgroepen.
- Bevorderen van traag verkeer: wandelaars en fietsers maken makkelijker contact dan automobilisten.
- Samenvoegen functies: meerdere functies op één plek trekken diverse doelgroepen aan.
- De deeleconomie integreren in het ontwerp: dit concept waarbij mensen goederen of diensten delen, bevordert niet alleen overleg en samenwerking, het geeft de bewoners ook gedeeld eigenaarschap.
Behoeften
Om in beeld te krijgen welke plekken en routes belangrijk zijn voor de Vilsternaren, ging ik met ze in gesprek op een bijeenkomst in het buurthuis. Ik vroeg ze op de kaart van Vilsteren aan te wijzen welke routes zij het meest afleggen en op welke plek zij de meeste mensen ontmoeten. En welke plekken ze missen. Wat meteen opviel, was hun liefde voor de groene omgeving en het plezier in wandelen. Het populaire ‘Rondje Vilsteren’ wordt veelvuldig bewandeld – soms een deel ervan – en biedt dus kansen om bewoners laagdrempelig met elkaar in contact te brengen.

Een andere ontmoetingsplek blijkt buurthuis De Vilsterij te zijn. In dit voormalige parochiehuis komen de dorpsbewoners samen voor activiteiten en feesten. Er is een multifunctionele ruimte waarvan lokale verenigingen zoals shantykoor de Stuwzangers en de Koersbalvereniging gebruik maken. En op de eerste verdieping is een jeugdhonk ingericht. Toch voorziet het buurthuis niet in alle behoeften. Een belangrijk punt is volgens de geïnterviewden dat De Vilsterij enkel geopend is wanneer er een specifiek programma plaatsvindt. Dit maakt het gebouw minder toegankelijk voor dorpsbewoners die spontaan binnen willen lopen of een plek zoeken om anderen te ontmoeten. Sommigen geven aan een dorpsterras en/of een speelplek te missen.
In Vilsteren is dus behoefte aan een laagdrempelige ontmoetingsplek die altijd toegankelijk is. Bij mijn vooronderzoek vond ik best practices van gedeelde ‘huiskamers’, waar bewoners met een gezamenlijke code of sleutel toegang hebben. Dit creëert een ruimte van gedeeld eigenaarschap en vertrouwen. Zou zoiets niet in te passen zijn?
Om de specifieke ruimtebehoefte te bepalen, heb ik tot slot de huidige agenda van de Vilsterij geanalyseerd en drie scenario's geschetst voor een flexibele ruimte-indeling. In één scenario moeten bijvoorbeeld een cafésfeer, danslessen en vergaderingen tegelijkertijd mogelijk zijn. In een ander scenario is er ruimte voor koersbal, terwijl de toegang tot de huiskamer behouden blijft. Een derde scenario vraagt om een volledig vrije ruimte voor dorpsvoorstellingen en feesten. De scenario’s samen staan voor een veelzijdig gebruik van de ruimtes, afgestemd op de uiteenlopende behoeften in de Vilsterij.
Ruimtelijke analyse
Op dit moment is het gebouw nog niet geschikt om te voldoen aan de geuite wensen van de bewoners. Het is in de huidige staat ook niet erg toegankelijk. Door een recente verbouwing is de multifunctionele ruimte – het levendige hart van het gebouw – minder zichtbaar geworden en dieper in het gebouw komen te liggen – weg van de entree aan de oostgevel. Dit belemmert ook de mogelijkheid aan te sluiten op wandelroute ‘Rondje Vilsteren’, waarlangs mensen voornamelijk via de zuid- en westzijde naderen. Dat maakt spontane ontmoetingen en interacties minder makkelijk.
Passend ontwerp
Om van De Vilsterij een toegankelijk dorpshart te maken, heb ik ervoor gekozen de oorspronkelijke structuur van het gebouw te herstellen. In het nieuwe ontwerp is een groot deel van het laatst toegevoegde bouwdeel verwijderd. Hierdoor ontstaat er een gebouw dat qua omvang meer in verhouding is met de omvang van Vilsteren. Bepaalde functies, zoals een toilet, entree en opslagruimte, konden niet in dit deel worden ondergebracht. Daarvoor is een nieuwe uitbreiding ontworpen die past bij de vorm van het bestaande gebouw en minder opvalt. Zo blijft het oorspronkelijke gebouw, waarin de multifunctionele ruimte zich bevindt, de hoofdrol spelen. De nieuwe toevoeging, uitgevoerd in hout, reflecteert qua uitstraling en opbouw de omgeving van het bosrijke Vilsteren.

In de nieuwe situatie is de Vilsterij toegankelijk vanaf zowel de zuid- als de westzijde, waarbij beide routes bezoekers richting het levendige hart van het gebouw leiden. Op de begane grond kom je binnen via het dorpsterras. Een compacte entreeruimte biedt toegang tot de grote, flexibele ruimte. De jongeren kunnen, zoals zij wensen, via een aparte ingang het jeugdhonk op de verdieping bereiken. Een andere trap voert naar een ruime berging.
De eerder genoemde scenario’s zijn geïntegreerd door een grote, flexibele ruimte te creëren die eenvoudig kan worden opgedeeld met vouwwanden. Om te voorzien in de behoefte van laagdrempelig ontmoeten, is in het ontwerp een huiskamer opgenomen. Deze ligt strategisch langs de wandelroute Rondje Vilsteren en ook toegankelijk wanneer de rest van het gebouw gesloten is.


Deeleconomie
Een van de principes voor laagdrempelige ontmoetingen is ten slotte het concept van de deeleconomie. Het is belangrijk na te gaan welke zaken in het dorp eenvoudig gedeeld kunnen worden en waarvoor draagvlak is. In Vilsteren bleek bijvoorbeeld dat een gedeelde hobbyruimte niet aansluit bij de behoefte van bewoners. Zij hebben rondom huis vaak voldoende ruimte voor klussen. Wél gewenst was een plek voor informele ontmoetingen, wat leidde tot het idee van een gedeelde huiskamer. Deze ruimte faciliteert ontmoetingen en stimuleert bewoners vanwege de vorm (vouwwanden) te overleggen over gebruik van de ruimte.
Ook het concept van de deeleconomie kan het gemeenschapsgevoel in het dorp versterken
Versterken gemeenschapsgevoel
De belangrijkste ontwerpprincipes om het gemeenschapsgevoel op het platteland te versterken zijn: versterk de dorpse trots door deze uit te vergroten via bijvoorbeeld zichtlijnen op lokale highlights; anticipeer op toekomstige ontwikkelingen; en creëer toegankelijke, levendige plekken die laagdrempelig contact bevorderen en ook zichtbaar zijn. Tot slot is het waardevol na te gaan welke functies eenvoudig gedeeld kunnen worden binnen de gemeenschap en die een plek te geven in het ontwerp. Dit om overleg en sociale cohesie blijvend te stimuleren. Deze ontwerpprincipes dragen bij aan een toekomstbestendige, verbonden plattelandsgemeente, waar gemeenschap en gedeelde waarden centraal staan.