Kramp over krimp
Als je je hele leven ergens woont, wil je daar vaak ook oud worden. Maar wat als je huis in een krimpgebied staat en de voorzieningen dreigen te verdwijnen? Zelfs 55-plussers blijken geneigd ‘uit voorzorg’ alvast te vertrekken. En zo wordt de krimp nog versterkt.
Nederland telt negen krimpgebieden (ruim 16 procent minder bevolking in 2040) en elf zogenoemde anticipeergebieden, die nog niet krimpen maar dat naar verwachting wel zullen doen. Ze liggen vooral in het noorden en het zuiden van Nederland, tegen de Duitse en Belgische grens. De leefbaarheid staat er onder druk, zeker voor ouderen. Door hun dubbel verminderde mobiliteit zijn zij meer aangewezen op lokale voorzieningen. Dubbel verminderd omdat hun fysieke mobiliteit afneemt en de voorzieningen in hun nabije omgeving verdwijnen vanwege de bevolkingsafname en veranderend consumentengedrag. Hierdoor bestaat de kans dat men er niet langer kan of wil wonen.
Behalve met krimp kampen deze gebieden ook met vergrijzing en ontgroening. Doordat jongeren er wegtrekken, stijgt de gemiddelde leeftijd sneller. Doordat de groep ouderen toeneemt en de groep jongeren afneemt, kan niet altijd aan de zorgvraag in krimpregio’s worden voldaan. Hulpbehoevende ouderen moeten dan wellicht verhuizen naar een gebied met betere zorgvoorzieningen. Ouderen zijn ook meer aangewezen op lokale sociale netwerken en ontmoetingsplekken. Als die eveneens dreigen te verdwijnen, worden zij extra geraakt. Dit alles leidt tot onrust en onzekerheid over de toekomst.
Middelstum
Middelstum in de provincie Groningen telt 2090 inwoners (2018). Het is nog een centrumdorp met voldoende dagelijkse voorzieningen, zoals een supermarkt, zorgpoli en drie basisscholen. Maar dat kan in de toekomst snel veranderen. Sinds 2013 is het aantal inwoners in Middelstum met 3 procent afgenomen en staat 8 procent van de woningen leeg. In vergelijking met veel andere krimpgebieden is dat weinig, maar voor de toekomst wordt er meer krimp en leegstand verwacht. Uit enquêtes en gesprekken met bewoners uit Middelstum blijkt dat naarmate mensen ouder worden, onzekerheid over de toekomst van hun dorp een grote rol speelt in verhuismotieven. Ruim de helft van de geënquêteerden gaf aan binnen nu en tien jaar het krimpgebied te willen verlaten. Onder hen waren veel ouderen én mensen die binnen nu en tien jaar met pensioen gaan. Ruim 57 procent noemde de afname van sociale en zorgvoorzieningen als belangrijk verhuismotief en 34,5 procent gaf aan dat onzekerheid over de toekomst een belangrijke rol speelde. Een inwoner van Middelstum zei: ‘Ik ervaar helemaal geen krimp in Middelstum; ik weet het door alle aandacht die eraan wordt besteed’. Net als in veel krimpgebieden is de kwaliteit van het leven in Middelstum nog hoog en telt het dorp nog voldoende voorzieningen. De bewoners ervaren krimp dus (nog) niet direct, maar worden wel geraakt door voorspellingen van een dalende bevolking.
Inwoners worden ongerust door negatieve bevolkingsprognoses
Ruim de helft (51 procent) wil de voorspelde krimp liever vóór zijn en op tijd verhuizen. Deze groep bestaat voor het grootste deel uit 65-plussers en personen die binnen tien jaar met pensioen gaan. En hoe ouder de inwoner, des te groter de kans dat onzekerheid een rol speelt in eventuele verhuismotieven. Vicieuze cirkel Om de vicieuze cirkel van krimp te doorbreken, is het zaak deze groep mensen meer zekerheid te bieden over de toekomst, zodat ze minder geneigd zijn te verhuizen. Bevolkingsprognoses zijn noodzakelijk om ontwikkelingen te voorspellen en beleid uit te stippelen, maar we moeten ons ook realiseren hoezeer prognoses de leefbaarheid kunnen beïnvloeden. Hoe kun je de negatieve effecten van zo’n prognose minimaliseren? Een redelijk inzicht voor de toekomst biedt zekerheid, een te grote focus op het negatieve leidt tot onzekerheid en daarmee afname van de leefbaarheid.
Nathalia Drent is masterstudent aan de Rijksuniversiteit Groningen en docent aardrijkskunde. Sander van Lanen is docent Sociale Geografie & Planologie aan de RUG.