Louis Apol - Kunstenaar mee op poolexpeditie

20 december 2019
Auteurs:
Florien Willems
webredacteur geografie.nl
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2020
geschiedenis
Kennis
Historische kaart met de route van de Willem Barents. De route is er ingetekend.

In 1880 vertrok een Nederlandse poolschoener richting het hoge noorden met als doel Nova Zembla. Veertien bemanningsleden op een houten zeilschip. Een van hen was kunstschilder Louis Apol. De ruim tweehonderd tekeningen die hij maakte, bleken van grote waarde voor zowel de Nederlandsche geschiedenis als wetenschap en cultuur. 

 

Halverwege de 19e eeuw was Nederland om economische redenen allang afgehaakt in de wedloop om de Noordpool. Amerikanen, Noren, Russen en Britten organiseerden in die tijd wel expedities richting het noorden. Zo kwam het dat stukken land die honderden jaren eerder door Nederlanders waren ontdekt, nu Britse en Russische namen kregen. Het was notabene een Noor die op Nova Zembla resten van het Behouden Huys ontdekte, terwijl dit toch de overblijfselen waren van een Nederlands heldenverhaal, de plek waar Willem Barentsz en consorten in 1596-1597 noodgedwongen overwinterden. Al die tijd had geen Nederlander hier nog een voet aan wal gezet. Nederland, dat in haar geschiedenis zo veel poolexpedities had georganiseerd, kon het toch niet over zijn kant laten gaan dat andere landen de noordelijke regionen aan het herontdekken waren? Het Comite voor de IJsvaart, mede opgericht door leden van het toenmalig Aardrijkskundig Genootschap, wist daarop in 1878 de financiering voor een poolexpeditie rond te krijgen. Er werd een houten zeilschip gebouwd, de Willem Barents, vernoemd naar de volksheld die bijna 300 jaar eerder de overwintering op Nova Zembla meemaakte. Het plan om met een houten zeilschip tussen ijsschotsen door te manoeuvreren was niet zonder gevaar – 300 jaar ervoor was eenzelfde schoener immers vastgelopen, met de barre overwintering tot gevolg. Rusland en de Verenigde Staten voerden zulke expedities inmiddels uit met stevige stoomschepen, waarmee de kans op vastlopen veel kleiner was. Maar daarvoor was in Nederland niet genoeg geld beschikbaar. 

Opvallende Nederlandse ontdekkingsreizen
  • 1594, 1596 Willem Barentsz (her)ontdekt Nova Zembla en Spitsbergen.
  • 1596 Cornelis de Houtman onderneemt de eerste Nederlandse reis naar Indonesië (toen de Oost-Indische archipel).
  • 1598-1601 Olivier van Noort zeilt via de Straat van Magellaan rond de wereld.
  • 1606 Willem Jansz ontdekt Australië.
  • 1611 Hendrik Brouwer ontdekt een snellere route naar Indonesië via de Zuidelijke Indische Oceaan.
  • 1614 Jan Jacobsz May van Schellinkhout ontdekt Jan Mayen.
  • 1623 Jacob Le Maire en Willem Cornelisz Schouten varen via de zuidpunt van Vuurland naar Indië.
  • 1642-1644 Abel Tasman ontdekt Tasmanië, Nieuw-Zeeland en Tonga.
  • 1721-1724 Jacob Roggeveen – ontdekt Paaseiland.

Documentairetekenaar 

Tijdens de eerste expedities in 1878 en 1879 werden de bewegingen van drijfijs en de ijsgrens van de Barentszzee onderzocht, om zo de beste route en tijd voor de reis richting Nova Zembla te bepalen. In 1880 volgde de derde expeditie, die naar Nova Zembla zou gaan. Ondanks de beperkte financien had het Comite het materiaal en de bemanning goed voor elkaar. De scheepsuitrusting werd geleend van de Koninklijke Marine, het KNMI schafte speciaal voor de expeditie meetinstrumenten aan om weten schappelijk onderzoek te kunnen uitvoeren. De bemanning bestond uit vier luitenanten-ter-zee, een scheepsarts, een timmerman, een kok, zes matrozen, een kajuitsjongen, een kunstenaar en een hond. 

De schoener de Willem Barents op expeditie in de Noordelijke IJszee, Louis Apol, 1898.

De kunstenaar mocht mee om de reis te documenteren. De eerste twee expedities was dit gedaan door een Britse fotograaf, William John Alexander Grant. In 1880 was deze verhinderd, dus mocht de Nederlandse kunstschilder Louis Apol mee. Die had zichzelf eerder ook al aangeboden voor de voorbereidingsexpeditie van 1879, en zag zijn droomwens nu eindelijk vervuld. De opdracht was waar mogelijk schetsen te maken van het ijs en het land, vooral van plekken waaraan voor Nederland herinneringen verbonden waren. Zo kon het Comite laten zien welke successen de poolexpeditie boekte, in de hoop op geld voor toekomstige poolreizen. Nadat de Willem Barents twee plaatsen aan de westkust van Nova Zembla had aangedaan, werd het schip door harde wind op een rif geblazen en liep grote schade op. Het oorspronkelijke plan om de IJskaap te ronden en andere eilanden in de Barentszzee te onderzoeken, viel daarmee in het water. De teleurgestelde expeditieleden keerden eerder dan voorzien terug naar Nederland. 

Noorderlicht in kleur 

Louis Apol stond bekend om zijn schilderijen van Nederlandse winterlandschappen. Hij had een voorliefde voor ijs, sneeuw en de speciale manier waarop het licht daarop weerkaatst, en wilde dolgraag het poolgebied zien. Tijdens de vier maanden durende reis maakte Apol ruim tweehonderd tekeningen. De ruwe schetsen werden na terugkomst gepresenteerd als volwaardige kunstwerken, een unicum in die tijd. Andere tekeningen werkte hij uit tot prachtige schilderijen. Nog tot kort voor zijn dood, op 85-jarige leeftijd, gebruikte Apol de poolexpeditie als inspiratie. Hoewel hij voornamelijk als kunstenaar te boek stond, bleken Apols werken later ook van belang voor onder andere geografen en geologen. De schilder was niet geografisch of geologisch onderlegd, maar tekende precies de verschillende soorten ijsbergen na, met aantekeningen erbij over de grootte van ijsschotsen, waardoor wetenschappers een goed beeld kregen van het poolgebied. Anders dan de fotograaf die eerder meeging, kon Apol kleur geven aan zijn werk, waardoor hij bijzondere verschijnselen als het noorderlicht natuurgetrouw kon verbeelden. Ook tekende hij het leven aan boord, wat een prachtig en uitgebreid archief van de poolexpeditie opleverde. 

Met zijn kleurpalet kon Louis Apol het noorderlicht natuurgetrouw weergeven, wat met zwart-witfotografie onmogelijk was.

Panorama Nova Zembla 

Apol stelde al zijn werken beschikbaar voor tentoonstellingen, en het Comite voor de IJsvaart gebruikte de werken om het publiek te informeren over de expeditie. Voor beide partijen was het een geweldige promotie. Het Comite zond een aantal van Apols werken in voor een tentoonstelling in Venetie, tijdens het Derde Geografische Congres. Ze werden daar beloond met een medaille tweede klasse in de categorie Geografische reizen en onderzoekingen. Nadat het Comite in 1884 ter ziele ging, werden de werken van Apol nog voornamelijk beschouwd als kunstwerken. 

Het bekende Panorama van Scheveningen van Hendrik Willem Mesdag inspireerde Apol om vijftien jaar na de expeditie zijn Panorama Nova Zembla te maken. Toen het doek eind 19e eeuw klaar was, waren panorama’s echter alweer uit de mode. Het is vijf jaar te zien geweest in het Panoramagebouw aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam en daarna kwijtgeraakt, waarschijnlijk verwoest bij een brand. 

Apol legde ook het dagelijkse leven aan boord van de Willem Barents vast, zoals deze kerkdienst op zondagmorgen.
Het Russisch reddingsstation in de baai van Malye Karmakuly, waar de commandant van de Willem Barents meteorologische inlichtingen opvroeg.

Nieuwe relevantie 

Veel tekeningen en schilderijen van Apol en een reconstructie van het Panorama Nova Zembla zijn nu te zien in het museum Panorama Mesdag in Den Haag. Kunsthistoricus Suzanne Veldink is de drijvende kracht achter de expositie. Zij zag op een kunstbeurs een schilderij van Apol en werd gegrepen door de artistieke waarde en het verhaal erachter. 

Samen met collega’s van Panorama Mesdag lukte het Veldink veel van Apols werken bij elkaar te brengen voor deze tentoonstelling – voor het eerst sinds 1955. Vanwege het tijdelijke karakter stelde Veldink ook een boek samen, Louis Apol op Nova Zembla, over het werk en de reis van de avontuurlijke kunstschilder. Het boek en de tentoonstelling geven een uitgebreid beeld van de poolexpeditie uit 1880. Dankzij Apols tekeningen is het leven op de boot goed gedocumenteerd en teksten uit de dagboeken van bemanningsleden maken het beeld van de barre tocht compleet. De maatschappelijke relevantie is niet te missen. Geopolitiek is van alle tijden: Rusland probeert zich de Noordpool nu weer toe te eigenen. Van een andere orde is dat de noordelijke doorvaart die Willem Barentsz al sinds eind 16e eeuw zocht, in de zomer van 2018 voor het eerst open was, omdat er zo veel ijs gesmolten was. De gevolgen van klimaatverandering zijn in het poolgebied zo verstrekkend, dat wie nu naar het noorden reist een compleet andere ervaring zal hebben dan Apol in 1880. De werken die de kunstenaar van Nova Zembla maakte, hebben daardoor naast een artistieke ook een historische waarde: ze tonen een wereld die wij nu niet meer zien. ‘Klimaatverandering en actuele geopolitieke vraagstukken hebben Apols reis naar Nova Zembla een nieuwe relevantie gegeven’, vindt Veldink. ‘Je kunt niet meer naar deze werken kijken zonder aan de gevolgen van klimaatverandering te denken.’ 

Het KNAG en het Comité voor de IJsvaart

Al bij de oprichting van het Aardrijkskundig Genootschap (toen nog niet Koninklijk) in 1873 noemde de voorzitter het belang van de vroege Nederlandse aardrijkskundige ontdekkingen, met het Noordpoolgebied als voorbeeld. Men betreurde dat vanuit Nederland geen tochten meer naar het hoge noorden werden ondernomen. Ook bij het Aardrijkskundig Genootschap ging de belangstelling nog vooral uit naar de verdere ontdekking van de koloniale gebieden. Voor 1877-1879 stond een expeditie naar Sumatra op de planning en die zou alle aandacht opslokken.

Het bestuur van het Genootschap volgde wel de ontwikkelingen van andere landen op het gebied van ijszeevaart. Er werden een paar pogingen ondernomen om Nederlanders mee te laten gaan op Duitse of Engelse expedities, maar dat liep op niets uit. Binnen het Aardrijkskundig Genootschap klonk de roep actiever in te gaan zetten op poolreizen.

De jaren daarop werd het doel van zulke expedities een discussiepunt binnen het Aardrijkskundig Genootschap. De wetenschappelijk relevantie was evident, maar ook vanwege de nationale eer en de ontwikkeling van de marine zou zo’n expeditie goed zijn. Uiteindelijk mocht een Nederlander, Laurens Rijnhart Koolemans Beijnen, twee keer mee op een Brits schip. Koolemans Beijnen hield contact met het Aardrijkskundig Genootschap en verhalen van de eerste reis verschenen in het tijdschrift van de vereniging.

Toen een Noor(!) het Behouden Huys op Nova Zembla ontdekte, kregen Noordpoolreizen weer meer aandacht, vooral omdat leden van het Aardrijkskundig Genootschap het bestuur daarop wezen. Koolemans Beijnen zocht vervolgens steun om zelf een expeditie op te zetten. Omdat het Aardrijkskundig Genootschap nog steeds niet wilde meedoen, richtte Koolemans Beijnen met een paar leden van het Genootschap en andere geïnteresseerden het Hoofdcomité voor een Nederlandschen pooltocht op, ofwel het Comité voor de IJsvaart. In diverse steden werden subcomités in het leven geroepen om geld in te zamelen. Om toch de steun van belangrijke partijen zoals het Aardrijkskundig Genootschap te verwerven, voegde het Hoofdcomité wetenschappelijke doelstellingen toe aan de reisplannen. Daarop was het bestuur bereid medewerking te verlenen aan wetenschappelijk onderzoek. Omdat het Hoofdcomité goede en uitvoerbare plannen presenteerde, verbeterde de relatie tussen de twee instanties, maar na onderlinge discussies verslechterde deze weer. Het bestuur van het Aardrijkskundig Genootschap heeft uiteindelijk geen tochten van het Hoofdcomité meer ondersteund.

Met dank aan Suzanne Veldink en Caroline Rijks van Panorama Mesdag.

 

MEER INFORMATIE

De tentoonstelling Louis Apol op Nova Zembla is tot 1 maart te zien in Panorama Mesdag, Den Haag.

 

BRONNEN

  • Veldink, S. 2019. Louis Apol op Nova Zemba. Panorama Mesdag. Scriptum Art Books, Schiedam.
  • Verhoeven, S. 2018. Niet over één nacht ijs. Cultureel nationalisme in discoursen over Nederlandse Noordpoolreizen 1871-1884. Masterscriptie Geschiedenis en Actualiteit, Radboud Universiteit Nijmegen.