Nicolas J. Spykman - de man van het Rimland

1 februari 2017
Auteurs:
Herman van der Wusten
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2017
recensie
Opinie
spykman
Spykman met zijn boek in ambtskleding op de universiteit, een halfjaar voor hij overleed in 1943.

Samenvattingen van het geopolitieke gedachtegoed kunnen niet zonder het begrippenpaar heartland-rimland. Heartlandkomt van Mackinder, rimland van Spykman. Ze duiden op de kern en de randzone van Eurazië, en de beheersing ervan speelt volgens de bedenkers een sleutelrol in de mondiale machtsverhoudingen. Over Mackinder bestaat een stortvloed van literatuur, over Spykman was lang weinig bekend.

 

De laatste jaren begon de aandacht voor Spykman al enigszins toe te nemen, maar in 2016 is er een ruim 600 pagina’s tellende Franse studie over hem verschenen. Daarin wordt zijn levensloop geschetst en wordt de ontwikkeling van zijn denken geanalyseerd aan de hand van uitvoerig bronmateriaal. Dit voert tot een herwaardering van Spykmans inbreng in de ontwikkeling van de leer der internationale betrekkingen in de Verenigde Staten in 1930-1950. De Amerikaanse interesse in de Volkenbond (waarvan de VS officieel geen lid waren), de toenemende dreiging in Europa, de Amerikaanse deelname aan de Tweede Wereldoorlog, en het begin van de Koude Oorlog vormen de maatschappelijke context waarin het verhaal zich afspeelt.

De studie van Olivier Zajec over Spykman is als dissertatie in Parijs verdedigd in 2013 en daarna tot boek omgewerkt. Vanaf de jaren 1970 kent Frankrijk een breed uitwaaierende interesse in een geopolitieke kijk op de wereld. In Zajecs boek strekt dit zich uit tot het ophelderen van een onderwerp ver buiten de eigen kring.

Reislustig

Spykman is in 1893 in Amsterdam geboren. Het gezin verhuisde toen hij 6 was naar Den Haag. Zijn vader was in zijn jonge jaren een tijd in Amerika geweest, maar naar Nederland teruggekeerd. Hij hield zich bezig met journalistiek werk en trad op als investeerder namens vermogende particulieren in ondernemingen in Zuid-Afrika en Nederlands-Indië. Spykman jr. groeide op in een welvarend en reislustig milieu. Al vanaf jonge leeftijd had hij last van zijn nieren, een probleem dat hem net voor zijn 50e verjaardag in 1943 noodlottig werd.

Hij verliet Nederland in 1913 na een afgebroken studie in de anorganische chemie in Delft, kuurde in Egypte, werkte korte tijd in het Nederlands-Indisch gouvernement als informant van de inlichtingendienst over het opkomende nationalisme daar, en als journalist. Hij vertrok via de Pacific naar de VS, waar hij in 1920 voet aan wal zette in Californië, vermoedelijk met de bedoeling journalistiek werk te verrichten.

Al snel begon hij echter in Berkeley aan een academische studie die hij in 1925 afrondde met een dissertatie over het werk van Georg Simmel. Deze Duitse socioloog was een universitair buitenbeentje met een eclectische belangstelling (stadsrumoer, mode), een eigen sociologisch perspectief waarin de geografische context een belangrijke rol krijgt, en een schare volgelingen. Zo inspireerde hij Robert Park, die later de befaamde stadssociologie in Chicago stichtte die ook geografen inspireerde. Spykman knoopte korte tijd contacten in Chicago aan – zijn dissertatie verscheen daar in boekvorm. Hij vond echter een academische positie in Yale, waar hij zich toelegde op de studie van internationale kwesties, waaronder de ontwikkeling van de Volkenbond en meer in het algemeen de betrekkingen tussen staten en het politieke nationalisme in Azië.

Eigen perspectief

In 1935 wist Spykman een eigen onderwijsprogramma over internationale betrekkingen van de grond te krijgen en een onderzoekscentrum op dit terrein. Yale verkreeg daarvoor een subsidie van de Rockefeller Foundation. Deze instelling had zich na de Amerikaanse afwijzing van de Volkenbond toegelegd op het financieren van activiteiten om de internationale samenwerking te bevorderen en de internationale oriëntatie te versterken. In de voorgaande jaren had Spykman een eigen perspectief voor de leer der internationale betrekkingen ontwikkeld op basis van Simmel. Hij legde daarbij de nadruk op de geografische context van staten als territoriale eenheden die onderlinge betrekkingen onderhielden, waarvan onvermijdelijk invloed uitging op de eigen identiteit. Met het aangaan en onderhouden van die betrekkingen vormden staten hun eigen soort ‘maatschappijen’ zoals ook individuen en groepen dat deden. Zo ontstond een studieveld dat Spykman als sociologisch zag. In de sociologie in het algemeen moest het gaan om maatschappijen van individuen, groepen en staten die ook onderling gerelateerd waren.

In 1938 en 1939 werkte Spykman dit perspectief uit in artikelen in de American Political Science Review. Hij betrok in die beschouwingen ook de geopolitieke discussies in Europa, met de Duitse inzet aan de ene kant en de Franse afwijzende reacties aan de andere. Hij zette zich af tegen de organicistische beschouwingswijze van de Duitsers, waarin staten als aaneengesloten levende systemen met eigen groeiwetten werden voorgesteld. Hij toonde begrip voor het possibilisme van de Fransen, die eigen aanpassingsmogelijkheden aan gegeven omstandigheden veronderstelden. Hij wees wel op een zekere onontkoombaarheid van de natuurlijke omstandigheden in de speelruimte die staten ter beschikking stond bij hun internationale betrekkingen.

VS
Wereldkaartjes uit Spykmans boek America’s Strategy in World Politics: The United States and the Balance of Power (1942), waaruit de centrale betekenis van de Euraziatische randzone (rimland) valt af te lezen.

Rol VS

De verdere verslechtering van de internationale betrekkingen noopte Spykman net als vele anderen tot een herbezinning op de positie van de Volkenbond in de internationale verhoudingen. Hernieuwd militair optreden leek onafwendbaar. Spykman tekende vroeg en duidelijk verzet aan tegen Amerikaans isolationisme en bepleitte een actief optreden van de VS. Dit kon zich niet beperken tot het westelijk halfrond: de Amerikaanse belangen vergden ook bemoeienis in Eurazië. In zijn boek America’s Strategy in World Politics: The United States and the Balance of Power dat in 1942 verscheen, net na de Japanse aanval op Pearl Harbour, werkte hij dit nader uit. Het belang van de randzones wordt erin onderstreept, maar het begrip rimland komt er niet nadrukkelijk in voor. Het gaat Spykman meer om de hoge mate van ontwikkeling van die regio en de vijandigheid die er heerst tegenover de VS. Ook na een eventuele Duitse en Japanse nederlaag zouden de VS volgens Spykman een actieve bijdrage moeten leveren aan nieuwe regionale machtsbalansen, waarin ook vreedzame betrekkingen met Japan en Duitsland moesten worden opgenomen.

Postuum

Na Spykmans dood stelden andere leden van zijn instituut nog een publicatie onder zijn naam samen uit nagelaten fragmenten met het oog op de vrede die in het verschiet lag. Het boek verscheen in 1944. Hierin komt het later zo veel aangehaalde rimland wel nadrukkelijk aan de orde. Volgens Zajec is het eigen perspectief van Spykman daarbij enigszins in het gedrang gekomen door de druk der omstandigheden en de iets afwijkende inzichten van zijn collega’s. Meer dan eerder zitten er geopolitieke wendingen in het betoog en is er een acceptatie van de special relationship tussen de Angelsaksische landen in geslopen die niet in Spykmans denken paste.

Zajec heeft een rijk boek geschreven dat een belangrijk auteur aan de vergetelheid ontrukt. Spykman heeft een aanzienlijke inbreng gehad in de vormgeving van de academische ‘leer der internationale betrekkingen’ (naast Carr en Morgenthau) en in het voortraject van de beleidsdiscussie rond de Amerikaanse indammingspolitiek, waaraan vooral de namen van Kennan en Nitze zijn verbonden. Spykman heeft stelling genomen in de Amerikaanse discussie over de geopolitiek naast Bowman en Hartshorne. Zijn actieve inbreng nam vanaf 1938 door ziekte af en eindigde in 1943. Zijn bijdrage is – behalve dat ene woord, dat hem maar zijdelings past – ten onrechte snel in de vergetelheid geraakt.

Zajec heeft gezorgd voor een uitputtende bibliografie, hij heeft veel Amerikaanse archieven geraadpleegd, hij heeft de dochters van Spykman opgespoord in de VS en toegang gehad tot de bewaarde familiepapieren. En er is een groot overzicht van oorspronkelijke en secundaire literatuur. Op sommige punten blijft Spykman een raadselachtig figuur. Zijn onvoltooid gebleven studies naar het Aziatische nationalisme vragen om meer informatie. Maar Zajec heeft heel wat bijeen gebracht. Het betoog inzake de continuïteiten in Spykmans denken vanaf het werk voor zijn dissertatie is hoogst origineel en intrigerend. Het is bovendien actueel, omdat veel van wat nu in de geopolitiek en de internationale betrekkingen aan de man wordt gebracht (constructivisme, praktische geopolitiek), op een soortgelijke basis voortbouwt.

Spykman

Zajec, O. 2016. Nicholas John Spykman, l’invention de la géopolitique américaine. Un itinéraire intellectuel aux origines paradoxales de la théorie réaliste des relations internationales. Presses de l’Université Paris-Sorbonne, 603 p.