Het Europese Parlement is altijd hoofdzakelijk bevolkt door federaties van nationale partijen, zoals de langgevestigde christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen, en nieuwere partijen zoals de Groenen, regionalisten, neo-nationalisten en eurosceptici. Daarnaast zijn er telkens pogingen om transnationale partijen op te richten. Ze hebben een transnationale agenda, maar bestaan uit nationale teams, omdat de verkiezingen nu eenmaal nationaal georganiseerd zijn. Dit keer vallen Lente/DiEM25 en Volt op. Met hun Europese agenda onderscheiden ze zich van andere nieuwe samenwerkingsverbanden tussen nationale bewegingen zoals Maintenant le peuple, een samenwerking tussen onder meer de Spaanse Podemos en La France insoumise van Jean-Luc Mélenchon. Verder komen er Partijen van de Dieren op naar Nederlands voorbeeld (met een zetel in het EP in 2014) in andere lidstaten, die aan de euroverkiezingen willen meedoen. Eerder heeft de Europese Piratenpartij, een federatie van nationale Piratenpartijen naar Zweeds voorbeeld voet aan de grond kregen in het EP (twee EP-zetels in Zweden in 2009, een in Duitsland in 2014). Transnationale partijen hebben grote moeite kandidaten in (alle) lidstaten te presenteren, en hebben nog geen zetel in het Parlement.
Nieuwe stemmen
Europese Lente en Volt
In het vorige nummer schetsten we de nieuwe scheidslijn in het Europese electoraat tussen globalisten en nationalisten. In de aanloop naar de EP-verkiezingen vormen zich langs die scheidslijn ook nieuwe partijen.
Gevraagd naar de politieke situatie in Europa antwoordde Yanis Varoufakis, de flamboyante ex-minister van financiën van Griekenland, eind januari: ‘Degenen die een hekel hebben aan buitenlanders (de nationalisten) zijn aan de winnende hand. Wij moeten dat stoppen. De enige oorzaak waarom die politieke monsters aan gewicht winnen, is de bezuinigingspolitiek die de EU aan iedereen heeft opgedrongen.’ Het was de aftrap van zijn transnationale campagne voor de EP-verkiezingen. Varoufakis keert zich tegen de nationalisten én tegen de Europese gevestigde orde.
Naast Varoufakis’ European Spring (Europese Lente) is er nóg een paneuropese, progressieve politieke beweging die zich richt tegen nationalisme en op een andere manier politiek wil bedrijven: Volt Europe. Beide tonen op een aantal inhoudelijke en organisatorische punten overeenkomsten, maar er zijn ook aanzienlijke verschillen.
Varoufaki’s Lente
Varoufakis is de centrale leidersfiguur van Europese Lente. Hij studeerde in Engeland en was hoogleraar economie in het Verenigd Koninkrijk, Australië, België en de Verenigde Staten. Maar van januari tot juli 2015 was hij minister van financiën in het Griekse kabinet. De radicale regeringspartij Syriza verzette zich heftig tegen de drastische bezuinigingsmaatregelen die de EU en IMF oplegden aan het door schulden geteisterde Griekenland. Na een paar maanden moest hij het veld ruimen.
Al snel daarna richtte Varofakis DiEM25 op, Democracy in Europe Movement, dat streeft naar een grondig gedemocratiseerd Europa in 2025. DiEM25 kent een Coördinatie Collectief van twaalf leden, dat de bestuurszaken regelt, een Bekrachtigingsraad van honderd willekeurig gekozen leden aan wie het Coördinatie Collectief beslissingen moet voorleggen die geen uitstel kunnen velen, en een Adviesraad, waarin vooraanstaande leden van andere verbanden zitten (van de Britse Labour Party tot de Franse Groenen) en intellectuelen en/of activisten als Julian Assange, Naomi Klein, Saskia Sassen en Slavoj Zizek. DiEM telt zo’n 70 duizend leden, georganiseerd in 163 lokale groepen in 24 EUlidstaten, vier groepen in buurlanden en twee in Australië en de VS. In maart 2018 stelde Varoufakis zich ook aan het hoofd van een Griekse beweging verbonden met DiEM25, die zich in de strijd werpt voor de nationale verkiezingen. En afgelopen januari lanceerde hij European Spring als een paraplu van DiEM25 en gelijkgezinde bewegingen in diverse lidstaten om samen op te trekken in de Europese verkiezingen, onder de slogan Democracy – Green Prosperity – Fight Poverty – Deepen Solidarity
Erasmusmigratie
In maart 2017 richtten drie twintigers – Colombe Cahen-Salvador (Française), Damian Boeselager (Duitser) en Andrea Venzon (Italiaan) – Volt Europe op. Zij zagen de Brexit, Alternative für Deutschland en Marine Le Pen als bedreigingen voor het functioneren van de EU en lanceerden hun beweging via Facebook op de dag dat Theresa May de artikel 50-procedure voor de Brexit in gang zette.
Volts speerpunten zijn samengevat in aansprekende slogans als smart state en economic renaissance in een federaal Europa. Volt richt zich op de in haar ogen belangrijkste problemen van dit moment, zoals klimaatverandering en belastingontwijking van multinationals en zoekt daarvoor oplossingen. Volt hamert daarbij op het belang van Europese samenwerking en het overnemen van best practices uit andere EU-landen. De EU moet ook internationaal meer verantwoordelijkheid nemen, bijvoorbeeld een leidende rol in het klimaatvraagstuk en de vorming van een Europees leger. ‘We zijn niet links of rechts, we vinden oplossingen’ is het motto. Deze pragmatische instelling is tekenend. Twee van de drie oprichters startten hun loopbaan kortgeleden bij McKinsey. Zij zetten zich nu fulltime in voor hun eigen project. Volt streeft naar een federaal Europa, met een direct gekozen Europese president en een door het Europese parlement gekozen minister-president, bij wie de feitelijke, uitvoerende beslissingsmacht rust. In het basisdocument Mapping of Policies zijn de Europese speerpunten van Volt neergelegd. Deze worden vervolgens vertaald naar nationaal en lokaal niveau. Het European policy team ziet erop toe dat nationaal en lokaal gevormde standpunten niet in tegenspraak zijn met de Mapping of Policies. Op dezelfde manier houden ook andere Europese teams (campaign team, communications team, social media team) toezicht op de nationale en lokale teams.
Beweging wordt partij
Volt presenteert zich als een grassroots beweging, maar neemt in de aanloop naar de verkiezingen in feite een partijstructuur aan. Hierin is wel veel decentraal geregeld, met ruimte voor eigen initiatief. Zo kunnen leden gemakkelijk een lokale afdeling oprichten. Er wordt heel wat gediscussieerd en samen geschreven. Bijeenkomsten worden georganiseerd via het Workplace netwerk van Facebook. Maar de beleidsplannen en de campagne zijn wel centraal uitgestippeld.
Volt communiceert via de sociale media, maar organiseert ook bijeenkomsten en demonstraties. Zo kwamen zo’n vijfhonderd leden in oktober 2018 bijeen in het Amsterdamse Tropeninstituut. Daar nam Volt Europe de Verklaring van Amsterdam aan, het partijprogramma voor de komende Europese verkiezingen. In alle lidstaten waar Volt campagne voert, werft ze nu met dit programma. Volt is inmiddels actief in alle lidstaten en nog vier landen daarbuiten en staat als nationale partij geregistreerd in negen Europese landen (België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Spanje en Zweden). Op een recent filmpje is sprake van 18 duizend vrijwilligers.
Verschillen
Varoufakis’ Lente en Volt zijn nieuw in de strijd om de Europese parlementszetels en presenteren zich als transnationaal. Het Europese bestuur schiet volgens beide ernstig tekort. De kritiek van Lente spitst zich toe op de ‘miskleunen’ bij de euro- en de migratiecrisis. Volt richt zich vooral op de politieke bedreigingen vanuit de lidstaten, waartegen een versterkt Europees bestuur krachtig moet optreden. Zowel Lente als Volt vindt veel aanhang onder hoogopgeleide jonge kiezers. Waar Lente zich inhoudelijk niet speciaal op jongeren richt, is Volt een initiatief van en voor jongeren.
Er zijn nog meer verschillen. Lente koerst niet op versterking van het EU-bestuur, maar op democratisering ervan. Volt staat een federale structuur voor ogen, maar is beknopt over de invoering ervan. De beweging vreest het populistische antwoord op de liberale democratie en beschouwt die vaak als een reactie op de ongeremde globalisering.
Lente is voor een belangrijk deel opgetrokken rond de charismatische leidersfiguur Varoufakis. Volt heeft hard gewerkt aan de interne organisatie; van een brede naamsbekendheid van leidersfiguren is nog geen sprake. De beweging ademt nog de sfeer van een startup op weg naar een creatieve consultancy firma.
Europees Parlement
Binnen het Europese Parlement sluit Varoufakis’ streven het dichtst aan bij de GUE/NGL-fractie, maar Varoufakis heeft zich kritisch uitgelaten over zijn ideologische buren. Volt ligt vermoedelijk dichter in de buurt van het deel van ALDE dat afgedekt wordt door D66, en zou inhoudelijk goed aansluiten bij de aanhangers van Macron. Volt zelf mikt op de vorming van een eigen fractie. Met de uitgesproken aandacht voor de jonge, hoogopgeleide kiezer is dat wel een erg ambitieus doel – daarvoor heb je minimaal 25 zetels in zeven lidstaten nodig. Tot nu toe roeren beide bewegingen zich geducht op de sociale media, maar in de peilingen maken ze nog weinig indruk.