De natuurlijke hulpbronnen zijn te onderscheiden in levende (vis) en niet-levende. Vis wordt alleen gevangen aan de randen van de Noordelijke IJszee en vooral in het gebied tussen Groenland, IJsland, Noorwegen en Nova Zembla, en in de Beringzee. Op de zeer lange termijn, als er meer ijs smelt en er meer plankton groeit, zouden ook de meer centrale delen bevist kunnen worden. In totaal wordt er jaarlijks ruim 7 miljoen ton vis gevangen, vooral kabeljauw en haring.
Vroeger was ook de walvisvaart belangrijk. Nederland deed daar vanaf Spitsbergen in de 17e eeuw volop aan mee en had zelfs een tijd het alleenrecht. Ook andere landen (Noorwegen, IJsland, Japan) deden mee. Toen de Groenlandse walvis nagenoeg uitgeroeid was, verplaatste de jacht zich naar de arctische wateren rond de Zuidpool. Om de walvisvaart de reguleren en uitroeiing te voorkomen, werd in 1946 de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) in het leven geroepen. Deze stelde in 1982 een tijdelijk verbod (moratorium) in, dat in 1986 zou ingaan. Alleen jacht voor wetenschappelijke doeleinden en traditionele jacht door volkeren als de Inuit die van de walvisvangst afhankelijk zijn om te kunnen overleven, zijn nog toegestaan. Noorwegen heeft het moratorium nooit erkend, IJsland is er in 2008 uit gestapt en Japan vangt nog steeds veel walvissen, zogenaamd voor wetenschappelijke doeleinden maar feitelijk voor de sushi.
Een veel belangrijker bron van inkomsten dan vis zijn olie en gas. Volgens de Amerikaanse Geologische Dienst bevinden 13% van de olievoorraden en 30% van de gasvoorraden op de wereld zich in dit gebied. Ruim de helft daarvan is voor de Russen. Die zijn in 2015 begonnen met de winning toen Gazprom het Prirazlomnoye-veld in de Pechora Zee ten zuiden van Nova Zembla in productie nam. Greenpeace protesteerde daar in 2013 tegen. Actievoerders ketenden zich vast aan het boorplatform. Dertig mensen werden gearresteerd en het actieschip Arctic Sunrise werd in beslag genomen.
Het boren naar en winnen van olie en gas is door de lage temperaturen, de ijsgang, de lange nachten in de winter en de onstuimige zeeën een uiterst moeilijke, gevaarlijke en dure aangelegenheid. Shell is daarom opgehouden met boringen ten noorden van Alaska. Olie en gas kunnen niet met pijpleidingen worden afgevoerd; dat moet met schepen gebeuren. Voor de afvoer van gas moeten op zee installaties worden gebouwd om het gas vloeibaar te maken, waarna het gas wordt afgevoerd door dubbelwandige tankers die zelf ook ijs kunnen breken. De eerste, de in Zuid-Korea gebouwde Christophe de Margerie (80.000 ton), kwam in maart 2017 in de vaart.
De Russische energiewinning in arctische gebieden is door het ineenstorten van de olieprijzen op de wereldmarkt en door de internationale sancties na de annexatie van de Krim wel onder druk komen staan, maar de Russen zijn er niet mee gestopt. Hun economie is er te sterk van afhankelijk.
Noordpool: nieuwe geopolitieke hotspot?
Het gebied rondom de Noordpool was lange tijd moeilijk toegankelijk en daardoor niet echt interessant voor de omringende landen. Door klimaatverandering en het smelten van het zee-ijs is dat snel aan het veranderen. Dat biedt kansen die vooral de Russen weten te benutten.
In augustus 2007 duiken twee Russische mini-onderzeeërs, de Mir-1 en de Mir-2, in het diepe, donkere, ijskoude water naar de bodem van de Noordelijke IJszee. Op 2,5 kilometer diepte planten ze een Russische vlag van titanium. Met deze actie willen de Russen hun claim op de Lomonosov-rug kracht bijzetten. Volgens Moskou is deze namelijk een uitloper van het eigen continentaal plat en daarom van Rusland.
Claims
De Russen baseren hun territoriale claim op de UN Convention on the Law of the Sea (Unclos) uit 1982. Daarin staat dat de landen die aan een zee grenzen, een Exclusieve Economische Zone (EEZ) van 200 zeemijlen (370 km) kunnen instellen. In die zone kunnen ze soevereine rechten doen gelden om natuurlijke hulpbronnen te exploiteren. In het geval van de Noordelijke IJszee gaat het vooral om vis en delfstoffen als olie, gas en mogelijk andere mineralen. Op basis hiervan hebben Rusland, Noorwegen (vanwege Spitsbergen), Denemarken (vanwege Groenland), Canada en de Verenigde Staten (vanwege Alaska) een groot deel van de Noordelijke IJszee verdeeld. Zij worden ook wel ‘the Arctic Five’ genoemd.
Artikel 76 van de Unclos geeft landen de mogelijkheid hun EEZ uit te breiden tot 350 zeemijlen (650 km) als ze kunnen aantonen dat hun continentale plat verder doorloopt of een onderzeese rug daarvan een uitloper is. Ze moeten zo’n claim wel binnen tien jaar na ratificatie van de Unclos indienen. Volgens de Russen is de Lomonosovrug onderdeel van hun continentaal plat en daarom claimen ze 1,19 miljoen km2 buiten de eigen 200-mijlszone. Dit zou betekenen dat Rusland de soevereine rechten krijgt over ongeveer 45% van de Noordelijke IJszee, want door de enorme kustlijn van Rusland ligt een groot deel van de zee al binnen die 200-mijlszone. Territoriale claims worden gecontroleerd en beoordeeld door de UN Commission on the Limits of the Continental Shelf (CLCS). Maar de macht van Unclos en CLCS is beperkt, want ze kunnen geen juridisch bindende beslissingen nemen en sancties opleggen.
In december 2001 dient Rusland voor het eerst een claim in bij de CLCS. De commissie accepteert de claim niet, maar verwerpt hem ook niet. Ze vraagt Rusland in 2002 meer bewijzen. Vanaf die tijd proberen de Russen die te verzamelen. Het planten van de titanium-vlag is niet alleen een mooie publiciteitsstunt. Het belangrijkste doel van de expeditie Arktika 2007 is om geologische informatie te verzamelen en monsters van de zeebodem te nemen. Volgens het Russische ministerie van natuurlijke hulpbronnen is de expeditie een succes en wijzen voorlopige analyses uit dat de structuur van de korst van de Lomonosov-rug overeenkomt met die van het aangrenzende Russische continentale plat. In 2015 en 2016 leveren de Russen aanvullend materiaal in voor hun claim. In augustus 2016 gaat de CLCS ermee aan de slag. Tot nu toe heeft ze nog geen uitspraak gedaan.
Canada, Denemarken en Noorwegen dienen ook claims in bij Unclos. De VS claimen 200.000 km2 ten noorden van Alaska, maar kunnen geen kracht bijzetten aan die claim, omdat ze de Unclos nog niet geratificeerd hebben. Denemarken claimt maar liefst 900.000 km2 ten noorden van Groenland. Volgens de Denen begint de Lomonosov-rug namelijk in Groenland. Hun aanspraken vertonen een grote overlap met die van Rusland en reiken – anders dan die van de Russen – tot ver voorbij de Noordpool.
Arctic Great Time
De in totaal negen conflicterende territoriale aanspraken zijn er allemaal op gericht scheepvaartroutes veilig te stellen voor marine en koopvaardijschepen, en toegang te krijgen tot natuurlijke hulpbronnen. Het is een zero sum game: winst voor de een is verlies voor de ander. Wat er momenteel in de arctische regio aan de gang is, wordt wel vergeleken met de ‘Scramble for Africa’ en de Great Game in Centraal-Azië in de 19e eeuw. De laatste ging over de afbakening van de invloedsferen van de Britten en Russen. De Britten hadden India en Pakistan als kolonie, en een dikke vinger in de pap in tal van landen in het Midden-Oosten. De Russen wilden een doorgang naar de Indische Oceaan (warmwaterpolitiek) en onderwierpen het ene na de andere gebied (de huidige ‘-stan’-staten zoals Kazachstan en Turkmenistan) aan hun gezag. Afghanistan werd uiteindelijk de bufferstaat tussen de Britse en Russische invloedsfeer. In het Noordpoolgebied zou zich een ‘New Great Game’ of ‘Arctic Great Game’ afspelen.
In dat spel hebben de Russen een duidelijke voorsprong genomen op de andere vier staten en die bouwen ze in rap tempo uit. Geen land is nadrukkelijker aanwezig en beter voorbereid op de barre omstandigheden in het arctische gebied, met lage temperaturen, harde wind, hoge golven en lange winternachten.
Duidelijke strategie
In tegenstelling tot de Amerikanen hebben de Russen een duidelijke strategie. In 2008 formuleerde de Russische Federatie onder president Medvedev een alomvattend beleid met betrekking tot de Noordelijke IJszee tot 2020 en daarna. Belangrijke onderdelen waren de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen (vooral olie, gas en vis) en de realisatie van de Noordelijke Zeeroute (NSR). In de eerste fase (2008-2010) zou er wetenschappelijk onderzoek gedaan moeten worden om de claims te onderbouwen voor de uitbreiding van de EEZ. In de fase daarna (2011-2015) zouden de nieuwe buitengrenzen van de Russische arctische zone internationaal erkenning moeten krijgen, zodat de olie-, gas- en visvoorraden geëxploiteerd kunnen worden. Ook zou de infrastructuur aangelegd moeten worden om scheepvaart tussen Azië en Europa via de NSR mogelijk te maken. In de derde fase (2016-2020) zou de arctische zone omgevormd moeten zijn tot een van de belangrijkste grondstoffenregio’s en zou Rusland er economisch, politiek en militair een leidende rol moeten spelen.
Het jaar 2020 nadert snel, maar de doelen van het beleid zijn nog lang niet gerealiseerd. Er is nog geen internationale overeenstemming over het verleggen van de grenzen van de EEZ. Wel is er fors geïnvesteerd in havens en spoorlijnen. Ook China, dat niet tot de Arctic Five behoort maar wel zeer geïnteresseerd is in de exploitatie van de energievoorraden en de NSR, levert een bijdrage.
Militaire aanwezigheid
Ondertussen heeft Rusland zijn militaire aanwezigheid versterkt door bases uit de Koude Oorlog te moderniseren (zoals op de Nieuw-Siberische eilanden) en zes nieuwe te openen. De bekendste en noordelijkste is Arctic Shamrock op Frans Jozefland. De basis, geverfd in de kleuren wit, blauw en rood van de Russische vlag, ligt op 80 graden noorderbreedte en is berekend op temperaturen tot -50 graden Celsius. President Poetin bracht er in april 2017 nog een bezoek. De bases moeten de olie- en gasvelden beschermen, binnendringende oorlogsschepen tegenhouden en de internationale scheepvaart via de NSR controleren. In 2014 hielden de Russen een grote militaire oefening in het gebied waarbij 155.000 soldaten en duizenden tanks, vliegtuigen en schepen betrokken waren. De Amerikanen stellen daar weinig tegenover. Ze hebben hun militaire basis op IJsland gesloten en hun ijsbrekers – onontbeerlijk voor militaire en civiele operaties in het gebied – zijn absoluut geen partij voor de geavanceerde en machtige arctische vloot van Rusland. Zie ‘De geopolitieke macht van Ruslands atoomijsbrekers’ op pag. 12. Pas in 2015 bracht voor het eerst een zittende president (Obama) een bezoek aan het gebied. Niet om de Amerikaanse aanwezigheid te onderstrepen, maar om de gevolgen van klimaatverandering te aanschouwen. Door de Unclos niet te ratificeren hebben de VS zichzelf ook enigszins buitenspel gezet. Misschien worden de Amerikanen zich meer bewust van het belang van het gebied nu Rex Tillerson minister van Buitenlandse Zaken is. Hij was hiervoor ceo van energiegigant ExxonMobil, dat naast Shell en Rosneft naar olie en gas mag boren in het Noordpoolgebied. President Trump is wél voorstander van meer gas- en oliewinning in het gebied en wil de beperkingen die Obama oplegde, opheffen. De Arctic Five zeggen te streven naar samenwerking in het gebied. ‘In deze barre regio kun je niet zonder vrienden’, heet het. Ze hebben samen met Finland, IJsland en Zweden, die wel in de arctische regio liggen, maar niet aan de Noordelijke IJszee grenzen, de Arctic Council (zie kader) opgericht. Geopolitieke en militaire kwesties behoren echter niet tot het mandaat van dit intergouvernementele orgaan.
De Noordelijke IJszee is volgens de International Hydrographic Organization (IHO) een van de vijf oceanen op de wereld en wordt daarom ook wel Arctische Oceaan genoemd. Sommige oceanografen noemen hem een zee, omdat ze hem zien als een uitloper van de Atlantische Oceaan (vergelijkbaar met de Noordzee of Middellandse Zee). Van de vijf oceanen is de Noordelijke IJszee met 14.056.000 km2 weliswaar de kleinste, maar door de geringe diepte heeft deze wel het grootste continentaal plat. Zulke gebieden zijn vaak rijk aan delfstoffen, met name olie en gas. De Lomonosov-rug, die onder de Noordpool doorloopt, verdeelt de zee in twee bekkens die weer onderverdeeld worden door drie onderzeese bergruggen. De zee heeft een tamelijk stabiele verticale temperatuurverdeling. De bovenste laag is beduidend minder zout dan de diepere lagen. Dit komt doordat zout water zwaarder is en Siberische rivieren als de Ob, Lena, Jenessei en Kyloma veel zoet water aanvoeren. Van Canadese zijde doet alleen de McKenzie dat. Onder andere hierdoor en omdat het aan de Noord-Amerikaanse kust beduidend kouder is, smelt er aan de Russische kant meer ijs. De Noordelijke IJszee bevat weinig planten maar veel plankton, dat vooral in de zomermaanden, als het lang licht is, goed gedijt door de voedingsstoffen die de rivieren en oceaanstromen aanvoeren. Het plankton groeit alleen waar het ijs gesmolten is. Het vormt de basis van een kwetsbaar ecosysteem met aan de top walvissen, zeehonden, zeeleeuwen en ijsberen.
Door het smelten van het ijs in de Noordelijke IJszee is nu scheepvaart mogelijk via twee routes. De Noordwestelijke Doorvaart loopt van de Atlantische naar de Grote Oceaan door de Canadese archipel. De Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen voer deze route als eerste in 1903-1906. In 1969 vond de eerste commerciële vaart plaats, met een ijsbreker. Sinds 2000 bevaren steeds meer schepen de route zonder ijsbreker. Zo hoeven ze niet via het Panamakanaal. De route van Europa naar China/Japan is via deze route 4000 km korter dan via het Panamakanaal. Het nadeel van deze route is dat het ijs in dit deel van de IJszee minder smelt dan ten noorden van Rusland. De Noordoostelijke Doorvaart (Noordelijke Zeeroute/NSR) loopt ook van de Atlantische naar de Grote Oceaan maar dan ten noorden van Rusland. Voor transporten tussen Europa en het Verre Oosten is deze korter dan de Noordwestelijke Doorvaart. Schepen hoeven niet via het Suez-kanaal te varen. De route Yokohama-Rotterdam is via de Noordoostelijke doorvaart 40% korter dan via het Suez-kanaal. Die van Shanghai naar Rotterdam 30%. Willem Barentsz ondernam drie pogingen om de mogelijkheid van een Noordoostelijke Doorvaart te bewijzen. Bij zijn laatste poging in 1596 (op advies van de cartograaf Plancius) kwam hij voorbij de noordpunt van Nova Zembla, maar daar raakte hij vast in het pakijs en leed scheepbreuk. Delen van de route worden al sinds de 17e eeuw bevaren, maar pas in 1878 lukte het de Zweedse poolonderzoeker Nordenskjold om de hele route van west naar oost te volgen. In 1915 deden de Russen het voor het eerst in omgekeerde richting. Pas in 1932 slaagden de Russen erin de route te bevaren zonder overwintering, maar wel met hulp van een ijsbreker. Daarna werd de route door de Russen opengesteld voor commerciële exploitatie, maar nauwelijks gebruikt. In de Tweede Wereldoorlog maakten geallieerde konvooien er gebruik van. In de jaren 50 en 60 werd de route uitgebouwd door de aanleg van havens en de inzet van atoomijsbrekers. Maar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie raakte de route weer in verval en werden slechts delen gebruikt. Door klimaatverandering en het recentelijk onverwacht snel afsmelten van het ijs verandert dat. Sinds 2009, toen twee Duitse schepen toestemming kregen de route te bevaren zonder ijsbrekers, is de hele route weer enigszins in trek en wint snel aan populariteit. In 2012 voeren er 46 koopvaardijschepen doorheen, in 2017 waren dat er 71. De Russen gebruiken de route sinds 2016 om vloeibaar gas uit de Jamal-regio ten oosten van Nova Zembla af te voeren naar Europa en Azië. Ze zetten daarvoor speciale dikwandige ijsbrekertankers in die door 2 meter dik ijs kunnen varen. In de toekomst komt er mogelijk nog een derde route bij: de transpolaire route rechtstreeks van Spitsbergen naar de Beringstraat. Die is nu alleen (soms) bevaarbaar door zeer sterke atoomijsbrekers en onderzeeërs. Deze route is de kortste en gaat niet door territoriale wateren.
De Arctic Council oftewel Arctische Raad is een intergouvernementeel forum voor samenwerking in de arctische regio, en werd opgericht in 1996. Behalve de Arctic Five (Noorwegen, Rusland, Canada, Groenland/Denemarken en de VS) zijn ook Zweden, Finland en IJsland lid, omdat ze territorium binnen de poolcirkel hebben. Zes inheemse volkeren hebben de status van permanent participant. Daarnaast treden dertien landen van buiten de arctische regio (waaronder Nederland en China) op als waarnemer, net als een aantal ngo’s en intergouvernementele organisaties zoals de IUCN, het Rode Kruis en UNEP. De raad houdt zich vooral bezig met duurzame ontwikkeling en milieubescherming, en verrichtte studies naar klimaatverandering, olie en gas, en scheepvaart. De raad heeft tot nu toe drie juridisch bindende akkoorden weten te bereiken over respectievelijk zoek- en reddingsoperaties (2011), olievervuiling (2013) en wetenschappelijk onderzoek (2017). Militaire en geopolitieke kwesties vallen buiten haar mandaat.