Deze serie geeft alvast een inkijkje in een aantal workshops en excursies waaraan je kunt deelnemen tijdens de Onderwijsdag op 6 april a.s. Deelsessie A09.
Onderwijsdag – sneak preview [8]: ‘Onweetbare’ toekomsten
Op deze kaart schetsen hoogleraar Jan Rotmans en ontwerpbureau KuiperCompagnons een wat ontregelend beeld van de toekomst van Nederland. Om mensen aan het denken te zetten: kan dit écht gebeuren, is dit wat we willen? Dit soort beelden kun je in de klas gebruiken om leerlingen te leren nadenken over de ‘onweetbare’ toekomst.
Ondanks alle onderzoeken en modellen is het onmogelijk precies te weten wat de toekomst voor ons in petto heeft. Met andere woorden: de toekomst is ‘onweetbaar’. Toch vragen we leerlingen bij aardrijkskunde regelmatig ons mee te nemen naar die onweetbare toekomst. Het curriculum vraagt leerlingen namelijk niet alleen om sociaaleconomische of ruimtelijke verschijnselen in het hier en nu te duiden, maar ook te beargumenteren waartoe die verschijnselen op de kortere en langere termijn kunnen leiden.
Welke vaardigheden hebben leerlingen nodig om over mogelijke toekomsten te kunnen nadenken? En op welke manieren kunnen ze zich daarvan een voorstelling maken? In de workshop ‘Verhalen uit de toekomst’ tijdens de KNAG Onderwijsdag van 6 april gaan we op deze twee vragen in.
Toekomstgeletterde leerlingen
Eerst zullen we stilstaan bij het begrip ‘toekomstgeletterdheid’, oftewel de vaardigheid de toekomst te verkennen, uit te denken en er een positie over in te nemen.
Leerlingen moeten zich eerst bewust worden van hoe toekomstbeelden tot stand komen. Welke aannames liggen eraan ten grondslag? Als je de keuzes achter beelden van de toekomst leert bevragen, kun je die beelden ook beter ‘lezen’.
Stap twee is leren denken in scenario’s die zich kúnnen voordoen. Dit vergt een dosis out of the box denken, maar is liefst ook gebaseerd op kennis van huidige ontwikkelingen. Het is dus zaak dat leerlingen zélf kennis verzamelen en die leren verbeelden in scenario’s.
De laatste stap is kiezen: leerlingen beoordelen hoe wenselijk deze toekomstscenario’s zijn. De uitdaging ligt hier in het beargumenteren van hun keuzes. Vervolgens werken ze het gekozen scenario uit in een verhaal, waarbij ze ook laten zien welke acties nodig zijn om dit toekomstbeeld te realiseren.
Soorten toekomstbeelden
In de workshop bekijken we manieren waarop je de toekomst naar het nu kunt halen en kunt inzetten in de aardrijkskundeles. Wil je anderen er bijvoorbeeld van overtuigen dat jouw toekomstbeeld haalbaar is? Dan is het zaak je voorstelling van die toekomst zo realistisch en uitnodigend mogelijk te maken, zodat je mensen kunt overtuigen van het geschetste beeld. Wil je anderen juist aan het denken zetten over de toekomstige gevolgen van huidige keuzes, zet dan eens een aantal toekomstbeelden naast elkaar, zodat ze deze kunnen vergelijken en een afweging kunnen maken.
Wil je dat leerlingen op een compleet andere manier over iets gaan nadenken, schotel ze dan een ontregelend beeld voor
Wil je juist dat mensen op een compleet andere manier over iets gaan nadenken, probeer ze dan op het verkeerde been te zetten. En laat in het midden of het een grap is. Van dat laatste is de openingskaart een mooi voorbeeld. Deze ontregelende voorstelling van Nederland kun je als docent inzetten om leerlingen over de toekomst te helpen nadenken. Iedere stap in de ontwikkeling van toekomstgeletterdheid komt dan aan bod.
Zo kan de kaart leerlingen op weg helpen de aannames onder het Nederlandse woonbeleid te bevragen (stap 1: bewustwording). Waarom zouden we nog woningen bouwen in een gebied dat grotendeels onder zeeniveau ligt? De kaart kan leerlingen aansporen ándere voorstellingen van de Nederlandse kust te verkennen (stap 2: ontdekken). Wetenschappers van de Wageningen Universiteit hebben ook een kaart van Nederland in 2120 gemaakt (zie hieronder). In welke opzichten verschillen deze toekomstbeelden, en waarom?
De kaart kan voor leerlingen ook aanleiding zijn om te beargumenteren waarom zij deze toekomst wel of niet wensen voor hun land (stap 3: kiezen). Zouden ze in de Duinstad willen wonen? Of willen ze dit koste wat het koste voorkomen?
Tijdens de Onderwijsdag zullen we nog meer voorbeelden van prikkelende toekomstbeelden met elkaar bespreken. Hoe zouden die volgens jou te gebruiken zijn in jouw les? En ken je zelf nog goede voorbeelden?
Zie ook het artikel ‘Verbeelding in toekomstgericht aardrijkskundeonderwijs’, en de docentenhandleiding voor het gebruik van toekomstbeelden in Geo Future School-onderwijs.