Op zoek naar Shangri-la
Een nog niet verloren landschapsparadijs in het zuidwesten van China
De stormachtige groei die China al decennia doormaakt, raakt ook het perifere zuidwesten van het land. Maarten Ridderbos zocht er op de fiets naar de overblijfselen van Shangri-la.
Het uiterste westen van de provincie Yunnan ligt geïsoleerd binnen het grote China. Het gebied is omringd door Myanmar in het westen, Tibet in het noordwesten en China in het oosten. Vanwege het hooggebergte is het lang slecht bereikbaar geweest. Pas de laatste decennia komt hier geleidelijk verandering in.
Ecologische hotspot
Het landschap maakt deel uit van een omvangrijke ecologische hotspot. Er heerst een subtropisch klimaat met in de zomer een natte (aanlandige) moesson en in de winter een droge moesson vanaf het land. Belangrijk zijn de noord-zuidgeoriënteerde bergruggen en diepe kloven, zoals de Kloof van de Springende Tijger. Ze vormen de bedding van drie rivieren die ontspringen op of nabij de Tibetaanse hoogvlakte, de Salween, de Yangtze en de Lancang (stroomafwaarts: Mekong). In het noorden liggen de Hengduan Shan en de Gaoligong Shan (shan = bergketen) in het verlengde van elkaar (N-Z) aan de grens van Birma. Aan weerszijden van de Kloof van de Springende Tijger verrijzen twee besneeuwde pieken, de Haba Jokul en de Yulong. De niet besneeuwde delen zijn grotendeels bebost, maar in het verleden zijn er ook op grote schaal bomen gekapt.
In de dalen bevinden zich vruchtbare vlaktes. Deze basi vormen belangrijke landbouwgebieden.
Mede om de erosie van berghellingen tegen te gaan, is het op grote schaal kappen van bossen enige jaren geleden verboden. Het noordwesten heeft een beschermde status gekregen als Three Parallel Rivers National Park. Daarnaast bestaat er een programma om verloren bosgebied te herstellen door nieuwe aanplant, het uit de productie halen van agrarische gebieden en herstel van de oorspronkelijke, extensieve vormen van alpenweidebeheer. Ook wordt mijnbouw tegengegaan.
Vooral door de hoge ligging in combinatie met de breedtegraad waar ijstijden zich nauwelijks hebben doen gelden, komen hier nog veel planten- en dierensoorten voor die elders zijn uitgestorven. In totaal kent het westelijk deel van de provincie Yunnan in en rond het Three Parallel Rivers National Park zo’n 6000 plantensoorten, waarvan 10% endemisch. Veel bomen en planten die vandaag de dag in onze westerse tuinen en parken worden neergezet, zijn afkomstig uit dit deel van China. Denk aan rododendrons, azalea’s, hibiscussen en allerlei kruiden. Er komen 300 boomsoorten voor, waarvan 32 naaldhoutsoorten die alleen hier te vinden zijn.
Er is ook een rijke dierenwereld in een ruime band om het Three Parallel Rivers National Park. In de Hengduan Shan alleen al komen zo’n 221 zoogdier-, 590 vogel-, 117 reptiel-, 81 amfibiesoorten en 137 soorten vissen voor.
Etnische minderheden
De streek kent op z’n minst zeven etnische minderheidsgroepen: de Tibetanen, Naxi, Bai, Lisu, Nu, Pumi en Dulong. Tijdens de Culturele Revolutie in de jaren 1960 werden ze vervolgd, maar tegenwoordig krijgen ze wat meer aandacht. De overheid voert nu een breed stimuleringsbeleid om de levensvatbaarheid van zowel culturele minderheden als de van elders ‘aangevoerde’ Han-Chinezen te bevorderen. Bijvoorbeeld door in te zoomen op het monumentale karakter van kleinere en grotere steden die onderling verbonden zijn door de Tea Horse Road (Chama), een 1300 jaar oude handelsroute die Tibet verbindt met de zuidelijke landen van Indochina. Belangrijke historische centra zijn Dali, Lijiang, Zhongdian en het plaatsje Shaxizhen, dat eind vorige eeuw nog getroffen werd door een aardbeving. Zhongdian heet tegenwoordig Shangri-la en ligt in het Three Parallel Rivers National Park. Dali, Lijiang en Zhongdian hadden in de jaren 1990 nog een armoedige uitstraling, maar nu heerst er een drukte van belang met omvangrijke toeristenstromen uit China. Westerlingen komen er nog weinig.
Historische centra
De meest zuidelijke plaats is het historische Dali, fraai gelegen aan het Erhai-meer, waar nog op traditionele wijze met aalscholvers vis wordt gevangen. Dali was in de middeleeuwen hoofdstad van zowel het Bai-koninkrijk Nanzhao (737- 907) als het koninkrijk van Dali (937-1253). De bouwer en stichter van de stad was een van de eerste koningen van Dali, Duan Si-ping. Hij behoort, net als vele opvolgers, tot de Bai. Dali was in die tijd een van de tien grootste steden ter wereld, maar werd door de Mongolen grotendeels verwoest. De huidige oude stad werd in de late 14e eeuw opgericht door Hongwu, keizer tijdens de Ming-dynastie.
De muren rondom de stad vormen een carré en zijn 6 km lang, 6 m breed en zo’n 8-9 m hoog. Alle zijden zijn in het midden ontsloten door een stadspoort. Op de vier hoeken van de stadsmuren stonden oorspronkelijk wachttorens. Veel historische steden in China zijn op deze manier gebouwd. In de jaren 1990 werden de meeste stadspoorten afgebroken. De afgelopen tien jaar zijn ze gereconstrueerd en geven een indruk hoe de stad er vroeger moet hebben uitgezien. Bij de reconstructie zijn vaak waardevolle details van de Bai-architectuur verloren gegaan. De Wuhua-toren in het oude centrum, herbouwd in de jaren 80, vormt hiervan een voorbeeld.
Chinezen lijken weinig te hechten aan tastbare overblijfselen uit het verleden, of het nu gaat om architectuur, schilder- of beeldhouwkunst. De drang tot vernieuwing gaat vaak ten koste van het verleden. Critici vinden ook dat veel restauratieprojecten onvoldoende recht doen aan regionale culturen, zoals in dit geval de Baiarchitectuur. Bij restauratieprojecten hanteert men vaak een weinig specifieke traditionele Chinese stijl die ook elders in het land terug te vinden is. Er lijkt eerder sprake van een correctie dan reconstructie van het verleden. Ook Dali kent hiervan voorbeelden.
Onderdeel van het enorme Chongsheng-tempelcomplex even ten noorden van de vestingstad aan de rand van Dali, zijn de wereldberoemde Drie Pagodes. De oudste dateert uit 836-840. Dit was de periode van het Nanzhao-koninkrijk, waarin ook de bouw van de oorspronkelijke Chongsheng-tempel startte. De twee andere pagodes zijn een eeuw later opgericht.
Als door een wonder overleefden ze een aardbeving in 1925, waarbij een groot deel van de huizen van Dali verloren ging. In 1979 zijn bij restauratiewerkzaamheden veel oude boeddhistische beelden en documenten gevonden. Tijdens de Qing-dynastie is de oorspronkelijke tempel grotendeels verwoest en deze werd volgens herbouwd in 2005. De reconstructie is uitgevoerd vanuit geometrische assen, met de pagodes als uitgangspunt. In het plan zijn stijlelementen van de Tang tot en met de Qing verwerkt. Bij de restauratie is rekening gehouden met de toevloed van grote groepen toeristen. Tien terrassen met daarop tempelgebouwen zijn boven elkaar geplaatst. De bovenste lijken een reconstructie zonder specifieke regionale kenmerken. De onderste zijn ‘historiserend’. Het geheel oogt uit zijn voegen gegroeid. Dit geldt eveneens voor het interieur. Veel van de beelden blijken van kunststof.
Lijiang
De meer dan duizend jaar oude stad Lijiang staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. In feite gaat het om drie gebieden op relatief korte afstand van elkaar. Het grootste cluster vormt de binnenstad van Lijiang, het centrum van de oude Naxi-cultuur. Architectuur uit de Ming- en Qing-dynastie is ondanks de vele aardbevingen goed bewaard gebleven. De oude stad vervult sinds de 12e eeuw een belangrijke marktfunctie door zijn ligging aan de Tea Horse Route. Oude culturen van de Naxi, Han, Bai en Tibetanen zijn hierdoor sinds eeuwen met elkaar verbonden geweest.
Het Yulong-gebergte levert het water dat via bergbeken de stad in loopt. Vanaf de vroege Ming-periode voert een uitgekiend systeem van smalle kanalen het water door de stad. Eén traject wordt vanouds gebruikt voor drinkwater. Een tweede is al vele eeuwen in gebruik om groenten te wassen. Een andere tak kan worden afgesloten met een plank, waardoor een groot stadsplein onder water loopt en schoon gespoeld wordt. Een laatste traject is voor het wassen van kleren. Het monumentale centrum is vrijgemaakt van autoverkeer. De goed bewaard gebleven huizen bieden onderkomen aan tal van bedrijfjes. Ze zijn opgetrokken uit moddersteen met kenmerkend houtsnijwerk. Vanwege het toerisme zijn veel bedrijven tegenwoordig omgevormd tot winkels, theehuizen, cafés en eethuizen. Nog meer dan in Dali heeft dit monumentale centrum het zwaar te verduren van de eindeloze stroom mensen die zich door de smalle straatjes perst.
Het gereconstrueerde Chongshengtempelcomplex is een amalgaam van stijlelementen uit allerlei periodes
Vier kilometer noordwaarts ligt Basha, een belangrijk centrum van de Naxi-cultuur. De huizen liggen rond een marktplein en dateren uit de Song- en Yuan-periode. Ze zijn daarmee nog ouder dan die van Lijiang. Ook staat er een groot religieus complex met schilderijen uit de 13e eeuw.
Shangri-la
Het meest noordelijk ligt Zhongdian, oorspronkelijk Dukezong geheten. De overheid heeft deze plek een aantal jaren geleden omgedoopt tot ‘Shangri-la’, naar het in de jaren 1930 verschenen boek Lost Horizon van John Hilton. Een belangrijk deel van Hiltons verhaal speelt zich af in en rond een oud Lama-klooster, een paradijselijke plaats met rondom hoge, besneeuwde bergen.
Aan het eind van de jaren 1990 was Dukezong nog een vrijwel vergeten plaats op de overgang naar Tibet. Van oorsprong stonden er veel lemen huizen, gebouwd in een Tibetaanse stijl. Vooral pioniers, vaak met een westerse achtergrond, blazen deze vergeten plek nieuw leven in. Ze restaureren panden en geven ze een passende functie. Ook de regionale autoriteiten beginnen de mogelijkheden te zien en stimuleren deze ontwikkelingen. De naamsverandering van Zhongdian in Shangri-la heeft hier zeker aan bijgedragen. In 2005 hebben de autoriteiten bij de tempel op de Turtle Hill, aan de rand van de stad, de ‘grootste gebedsmolen ter wereld’ laten plaatsen. Ook de Guishan-tempel in het gelijknamige park ondergaat een renovatie. Het grote Gandem Sumtselingklooster ten noorden van de stad, dat tijdens de Culturele Revolutie grotendeels werd verwoest, is in de jaren 80 herbouwd.
In 2014 brak in het oude centrum een enorme brand uit. Meer dan 300 panden gingen in vlammen op. De autoriteiten lanceerden daarop een integraal herstel- en herbouwplan. Deskundigen beweren dat de herbouw, die nu in volle gang is, mooier en beter is dan de renovaties van vóór de brand. Ondertussen stromen de straten al weer vol met toeristen.
Shaxizhen
Meer naar het westen ligt Shaxizhen, een monumentaal plaatsje in het dal van de Heihui-rivier. Het heeft nog weinig te lijden van de toeristenindustrie.
Hoewel het in 1997 is getroffen door een aardbeving, beschikt het nog over een prachtig bewaard gebleven centrum. Shaxizhen staat op de lijst van het World Monuments Fund, een particuliere organisatie die zich wereldwijd inzet voor het beschermen van monumentale gebieden. Saxhizhen was al bekend in de tijd van de Tang-dynastie (618-907). Gelegen langs de Tea Horse Road vervulde het vanouds een handelsfunctie, die zijn hoogtepunt kende tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Een direct overblijfsel daarvan vormt de monumentale stenen Yujin-brug over de rivier. Tot 1950, het jaar waarin de vrijhandel werd verboden in China, trokken hier nog paarden en pakezels overheen. Binnen de poorten van de stad ligt een van de mooiste marktpleinen van China. Aan de oostkant bevindt zich een oud theater, waar voorstellingen in de openlucht gehouden worden. Het gebouw heeft aan weerszijden twee vleugels met in het midden een grotendeels uit hout opgetrokken toren, met karakteristieke omhoog gebogen daklijsten. Aan alles is te zien dat het een authentiek historisch gebouw is.
Aan de overzijde van het plein ligt de boeddhistische Xingjiaotempel. Links en rechts van de ingang staan twee reusachtige, vervaarlijk kijkende houten wachters (Nio’s), die de tempel moeten vrijwaren van boze geesten en ander kwaadwillend volk. De hoofdstraten en steegjes zijn grotendeels afgesloten voor autoverkeer. Het wemelt er van de eethuisjes en winkels, maar minder overdadig dan in Dali of Lijiang. Op de plek waar de aardbeving de meeste schade heeft aangericht, is een aantal jaren terug een mooi project van start gegaan, waarbij Zwitserse architecten betrokken zijn. Het plan maakt deel uit van het Shaxi-rehabilitatieproject. Met veel aandacht voor detail en materiaalgebruik is er een stijlvol wijkje ontstaan. Leemstenen gebouwen met grijze natuursteen langs de randen. Boven het midden gaan de leemkleurige wanden over in wit en sierlijk beschilderd stucwerk, zoals dat te vinden is bij authentieke Bai-architectuur.
De Zwitsers hebben ook een integraal plan gemaakt voor het rivierdal. In de jaren 50 en 60 zijn grote arealen gematigd regenwoud opgeofferd aan de landbouw. Deels zijn daar saaie dennenbossen voor terug geplant. Het rehabilitatieplan bevat voorstellen voor een meer duurzame aanpak: biologische landbouw en een duurzame ontwikkeling zonder verstorend massatoerisme of ander milieuonvriendelijk gebruik. Deze laatste ontwikkelingen stemmen hoopvol voor de toekomst en laten zien dat het landschapsparadijs zeker nog niet verloren is.
Maarten Ridderbos bezocht de oostelijke uitlopers van de Himalaya’s in de provincie Yunnan grotendeels per fiets in het najaar van 2015. Op basis van zijn ervaringen schreef hij Een nog niet verloren landschapsparadijs in het westen van China (2016). Mijn Eigen Boek. 174 p., € 29,90.