Pacific Decadal Oscillation

1 november 2014
Auteurs:
Tom Wils
Hogeschool Rotterdam, Fontys Hogescholen Tilburg en Swansea University
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2014
Blog: Gaiahypothese
klimaatverandering
California
Opinie
FOTO: HERVÉ PLATTEAUX/FLICKR

Het is zomer. Ik ben beland in de regenschaduw van de Rockies. Rode steenmassa’s steken grillig op uit teder groene riviervalleien. Het is een plaatje dat ik kende van Google Earth, toen ik ooit een onderzoeksvoorstel schreef over populieren langs de Little Missouri-rivier in Noord-Dakota. Hoog kromt het prairiegras in de droge Chinookwinden. De hand van een Siouxindiaan zou erover strijken, als in Dances with Wolves.

De prairie was altijd ver weg geweest. Een abstractie, die ik als kind had gevuld met beelden van vergrassende heide uit De Kempen van mijn jeugd. Maar nu deed ik er onderzoek met Rachel, die vertelde over haar jeugd in Pierre, hoofdstad van Zuid-Dakota, haar verlangen naar thunderstorms en haar crazy dad, die na skivakanties in Colorado steevast in één ruk doorreed naar huis, dwars door die blizzard.

We staarden naar zwart-witbeelden van dwarsdoorsnedes van schelpen van zwanenhalsmosselen (geoduck) en gehoorbeentjes van Pacifische roodbaars. De mosselen kwamen van Hippa Island, een eiland voor de Canadese westkust. De roodbaars kwam uit de Beringzee. We puzzelden met de groeiringen die we zagen, vergeleken het ene beeld met het andere en maakten tabellen van opvallende fenomenen. Na dagen slaagden we erin de patronen te matchen.

Rachel woonde niet meer in Pierre. Ze was een promovenda aan de University of California in Santa Cruz. Ze verlangde niet alleen naar thunderstorms, maar naar regen. Het had al bijna vijftien maanden niet geregend in Californië. Water werd gerantsoeneerd. Op de laatste dag van onze science holiday viel regen op de prairie. We wandelden door modder en tussen paarden. Volledig geabsorbeerd door de verkoelende druppels was ze onaanspreekbaar.

De droogte in Californië is een gevolg van de lage zeewatertemperaturen voor de kust. De noordoostelijke Grote Oceaan kende de afgelopen eeuw een opvallende geschiedenis van om de paar decennia omslaande zeewatertemperatuurpatronen. Nate Mantua, Rachels overbuurman in Santa Cruz, heeft dit de Pacific Decadal Oscillation (PDO) genoemd. Maar niemand weet waarom de zeewatertemperatuur op een tijdschaal van decennia fluctueert. Sterker nog, niemand weet of dit ook vóór 1900, het begin van instrumentele metingen, het geval was. Misschien is de PDO slechts een toevalligheid uit de laatste eeuw.

Niemand weet waarom de zeetemperatuur om de paar decennia omslaat

Daar komen onze zwanenhalsmosselen en roodbaarzen van pas. Hun groeiringpatronen corresponderen niet voor niets met elkaar. De groei wordt sterk beïnvloed door de zeewatertemperatuur. Recent en fossiel materiaal bieden daarom samen de mogelijkheid een reconstructie van de PDO te ontwikkelen. Zo’n reconstructie kan net als bij boomringen via inzicht in het klimaat van vroeger inzicht geven in de fysische processen die op lange termijn het klimaat vormgeven.

De PDO was enige tijd erg hip onder klimaatsceptici. Door de fluctuaties op een tijdschaal die overeenkomt met wat zij tot op heden aan klimaatverandering denken te zien, was de PDO het argument tegen menselijke invloed. Alsof het een optie is te denken dat tonnen koolstofdioxide geen invloed hebben. De grap zou tamelijk compleet zijn als zou blijken dat de PDO helemaal niet bestaat.

Bij vertrek, in het restaurant van het piepkleine vliegveld van Cody, zit Rachel de menukaart te bekijken. Ik maak me zorgen over de keuzemogelijkheden, aangezien het Mexicaans-Texaanse restaurant niet ingericht is op veganisten. Wanneer ze met een Amerikaanse directheid de jonge serveerster verordonneert de burrito die ook ik heb besteld, aan te passen, besef ik hoe afschuwelijk beleefd ik ben. Ik denk aan het huis waar ze met haar vriend op een steenworp van de Pacific woont, in een stad waar het nooit regent. In een week heeft ze me geleerd te verlangen naar de eeuwige regen, die 48 uur later al weer langs mijn Rotterdamse ramen naar beneden drupt.