Stukje EU in de Amazone

25 november 2019
Auteurs:
Virginie Mamadouh
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Herman van der Wusten
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2019
Europese kwestie
Opinie
FOTO: LOLJULES/WIKIMEDIA COMMONS
De imposante brug over de Oyapock, de grensrivier tussen Frankrijk
en Brazilië, leidt van nergens naar nergens, aldus critici.

Op de weigering van de Braziliaanse president Bolsonaro om op te treden tegen de ontbossing in het Amazoneregenwoud was veel kritiek. Ook van de Europese leiders, met de Franse president Macron voorop. Maar geven ze zelf het goede voorbeeld? EU-lidstaat Frankrijk heeft immers een stukje Amazonië in bezit. 

 

Tijdens de G7-top in Biarritz augustus dit jaar ontstond een diplomatieke rel tussen de Braziliaanse president Bolsonaro en zijn Franse collega Macron. Europese leiders, Macron voorop, waren bezorgd over de nieuwe koers van de Braziliaanse overheid. Macron bood namens de G7 en de EU financiële hulp aan bij de bestrijding van de branden in het Amazonegebied. Bolsonaro reageerde fel op deze inmenging  van de in zijn ogen neokoloniale Europeanen. Het conflict escaleerde. Ierland, Frankrijk en Slowakije dreigden de ratifi-catie van het handelsakkoord tussen de EU en Mercosur ( Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) stop te zetten. Finland, nu voorzitter van de EU-Raad, riep op de invoer van Braziliaanse rundvlees te staken. Drastische maatregelen zijn (voorlopig?) van de baan, maar ontbossing in de Amazone heeft de volle aandacht van de EU. 

Niet ver van het bed 

Voor de EU is het Amazoneregenwoud op minstens twee manieren een kwestie. In het mondiale klimaatbeleid, waarin de EU een hoofdrol voor zichzelf opeist, speelt het regenwoud van de Amazone een cruciale rol. Of de Unie daar überhaupt iets over mag zeggen, blijft onderwerp van felle discussie. Hebben de betrokken Zuid-Amerikaanse staten immers niet de uiteindelijke zeggenschap over hun territorium en leefomgeving? En kunnen de westerse landen hen daarbij wel de les lezen? Aan de andere kant – en dat is het tweede raakvlak – is de Amazone voor de EU bepaald niet ver van hun bed. Een klein deel van het oerwoud (1,5 procent) ligt in Frans Guyana. En dat is nog altijd een Frans gebied overzee (lees: territorium van de EU), het enige stukje Zuid-Amerika dat nooit onafhankelijk is geworden. Daarmee is Brazilië het grootste buurland van Frankrijk. Frans Guyana maakt deel uit van het hoogland van Guyana, aan de noordkant van Zuid-Amerika, met een lang koloniaal verleden waarin Portugezen, Spanjaarden, Britten, Fransen en Nederlanders hun sporen hebben achtergelaten. Frans Guyana telt ongeveer een kwart miljoen inwoners en is qua bevolking en oppervlak half zo groot als buurland Suriname. Wat heeft de lokale bevolking eigenlijk aan Frankrijk en de EU? 

De Brug 

Dat grensoverschrijdende samenwerking niet altijd gunstig uitpakt voor de lokale bevolking, blijkt uit de enorme brug over de Oyapock, de rivier die een groot deel van de grens tussen Frankrijk en Brazilië markeert. De brug – van nergens naar nergens, aldus critici – werd symbolisch ingezet als verbinding op meerdere schaalniveaus: lokaal tussen Saint-Georges-de-l’Oyapock en de Braziliaanse stad Oiapoque; regionaal tussen Frans Guyana en de Braziliaanse deelstaat Amapá; nationaal tussen Frankrijk en Brazilië; en macroregionaal tussen de Europese Unie en Mercosur. De imposante brug was klaar in 2011, maar aan de Braziliaanse kant lag toen nog een onverharde weg. Nadat die geasfalteerd was, ontbrak het nog aan een douanekantoor. Pas begin 2017 vond de officiële opening plaats. De groots opgezette brug sluit totaal niet aan bij de lokale behoeften. Het Franse grensdorp Saint-Georges telt ongeveer 4000 inwoners, de Braziliaanse tegenhanger Oiapoque 25.000. Met de brug wordt wel meer verkeer verwacht, maar nog steeds hooguit zo’n 200 voertuigen per dag (en nog geen vrachtverkeer). De deelstaat Amapá, waar de brug op uitkomt, ligt aan de noordkant van de monding van de Amazone en is qua infrastructuur totaal geïsoleerd van de rest van Brazilië. Van de vergezichten over een doorgaande verbinding van Buenos Aires naar Caracas/Venezuela, verwoord door wijlen president Chirac, komt niets terecht. Er is inmiddels al een kortere, bredere route tussen Venezuela en Argentinië, via Manaus. De brug verbindt de oevers van Frans Guyana en Brazilië, maar maakt de grens midden in het regenwoud juist tastbaarder. Er is steeds meer controle van mensen en goederen. Brazilianen, die vrij naar Frankrijk en de rest van de EU kunnen reizen, hebben een visum nodig om naar Frans Guyana te gaan (dit in een poging illegale goudzoekers tegen te houden). Vroeger gold dit niet voor het verkeer tussen de twee grensstadjes, maar sinds de opening van de brug hebben de lokale bewoners ook een visum nodig. Met de brug is de staatsgrens voor hen een grotere belemmering geworden: een vreemde paradox. 

Ultraperifere regio 

Terwijl Brits Guyana en Suriname in 1966 en 1975 onafhankelijk werden, raakte Frans Guyana juist steeds beter geïntegreerd in het Franse territorium. In 1946 ging de strafkolonie op Duivelseiland dicht en werd Frans Guyana een overzees departement en werden de inwoners volwaardige Franse burgers. In 1982 kreeg het departement ook de status van regio. In 2006 werd dat een territoriale gemeenschap. Als Frans gebied maakt Frans Guyana deel uit van de Europese Unie en vormt een zogenoemde ultraperifere regio, afgekort RUP (Région Ultrapériphérique). De EU-wetgeving geldt er met enkele aanpassingen. Zo gebruiken de Guyanezen de euro, maar is het gebied geen onderdeel van Schengen en zijn er afwijkende regels voor de douanetarieven. Het levenspeil is in Frans Guyana lager dan in Europees Frankrijk, maar de kloof wordt kleiner. De regio heeft het hoogste bruto nationaal product (bnp) per capita van Zuid-Amerika. Dat is nog steeds de helft van het totale Franse gemiddelde, maar ruim boven dat van armere EU-lidstaten als Roemenië en Bulgarije. De werkloosheid is er echter veel hoger dan in Europees Frankrijk. De economie van Frans Guyana is afhankelijk van bosbouw, goudwinning en ruimtevaart. Frans Guyana speelt namelijk een sleutelrol in het ruimtevaartprogramma van Frankrijk en de Europese Unie. In het Centre Spatial Guyanais in Kourou aan de Atlantische kust hebben sinds de jaren 1970 honderden lanceringen plaatsgevonden. Denk aan de Europese Ariane, maar ook aan de Russische Soyouz en de Italiaanse Vega. Kourou is daarmee wereldwijd een zeer grote speler in de lancering van commerciële satellieten en lokaal een belangrijke economische sector. Arianespace alleen is al goed voor 80 procent van de export. Tijdens de protesten van 2017 – de grootste sociale beweging in het gebied ooit – werd duidelijk dat de Guyanezen zich miskend voelen door de Franse staat en hun medeburgers in de metropool, die zelden meer weten over Frans Guyana dan Kourou en de raketlanceringen. De Guyanezen eisten meer steun voor de duurzame ontwikkeling van hun regio en de integratie in Zuid-Amerika. 

De werkloosheid in Frans Guyana is veel hoger dan in Europees Frankrijk

EU-steun 

Behalve op Franse ontwikkelingssubsidies – in 2017 werd 1 miljard euro extra toegezegd – kan Frans Guyana als RUP rekenen op extra structuurfondsen van de EU. Voor 2014-2020 zijn de speerpunten: economische ontwikkeling en werkgelegenheid, onderwijs, infrastructuur en het behoud van de biodiversiteit, die in Frans Guyana buitengewoon groot is. Hiervoor is dan ook 600 miljoen euro gereserveerd. En dan zijn er nog twee andere grote EU-fondsen voor visserij en landbouw in de ultraperifere regio’s, waarin ruim 400 miljoen per jaar voor de zes Franse RUP’s is gereserveerd. Ook Frans Guyana kan daar dus aanspraak op maken. Daarnaast subsidieert INTERREG ook grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden buiten Europa. Frans Guyana doet mee aan twee INTERREG-regio’s, waaronder Amazonia, met Suriname en Brazilië (2007-2013) en later ook met Guyana (2014-2020). In Amazonia is Frans Guyana de enige Europese deelnemer en daarom de spil van de samenwerking. Thema’s zijn economische ontwikkeling en competitiviteit, vervoer en infrastructuur, maar ook biodiversiteit en cultuur. Het gaat echter maar om enkele tientallen miljoenen, een fractie van de fondsen die voor de RUP’s beschikbaar zijn. Het is ook veel minder dan INTERREG V reserveert voor het programma aan de Duits-Nederlandse grens. Maar met deze gelden kan Frans Guyana zich profileren in de regio. Voor de lokale bevolking betekent dit dat het gebied zich steeds meer kan doen gelden als Frans, Europees, Caraïbisch én Zuid-Amerikaans tegelijk, en dat het steeds beter in de regio wordt geïntegreerd – politiek en qua infrastructuur (zie kader De Brug). 

Frans Guyana

Natuurparken 

Grensoverschrijdende samenwerking gaat ook vaak over het regenwoud, zoals het project RenfoRésAP (2018-2020) tussen Frans Guyana, Suriname en Guyana, dat voor driekwart door INTERREG wordt gefinancierd. Doelstellingen zijn: ecotoerisme, burgerwetenschap en natuurbeheer, de bestrijding van illegale goudwinning en de overdracht van levend cultureel erfgoed. Dit sluit aan bij eerdere acties van Frankrijk om het eigen stukje Amazonegebied te beschermen. In 2007 werd het Parc Amazonien de Guyane (PAG) opgericht. Dat is meteen het grootste nationale park van Frankrijk en van de Europese Unie; net zo groot als België. Samen met het aansluitende nationaal park Montanhas do Tumucumaque over de grens in Brazilië vormt dit het grootste aaneengesloten stuk beschermd tropisch regenwoud ter wereld. 

Balk in eigen oog? 

Maar toen Macron zich afgelopen augustus in Biarritz als de kampioen van de Amazone profileerde, vielen milieubewegingen en inheemse groepen in Frans Guyana en Frankrijk toch wel van hun stoel. Dat heeft vooral te maken met de sterk toenemende mijnbouw – vooral goudwinning – in Frans Guyana. Het grootste probleem vormen de illegale gouddelvers, hoofdzakelijk afkomstig uit Brazilië en soms uit Suriname. Ook in het natuurpark lukt het de overheid niet daar echt iets aan te doen. In 2017 ging het volgens Franse media om 99 illegale winplekken, een aantal dat over de jaren heen ongeveer stabiel is gebleven. De legale goudwinning is veel kleiner van omvang, maar daar voltrekt zich in snel tempo een proces van schaalvergroting en industrialisatie. Er werken ongeveer 500 mensen, goed voor een productie van 1 à 2 ton per jaar. Ter vergelijking: de naar schatting 15 duizend illegale goudzoekers produceren bij elkaar ongeveer 10 ton per jaar. Dat gaat gepaard met geweld tegen de lokale bevolking, ontbossing, vernieling van het ecosysteem, en kwikvervuiling. Het gebruik van kwik is sinds 2006 officieel verboden. De legale mijnbouw gebruikt cyanide, maar ook dat is funest voor het milieu. 

Net vóór de Europese verkiezingen uitte Marcon pas twijfels over de plannen voor de megagoudmijn

Goudenberg 

Eén project leidde onlangs tot grote ophef in Frans Guyana en Frankrijk: de Montagne d’or (Goudenberg) in het niet als park beschermde deel van het regenwoud (kaart). Emmanuel Macron was een groot voorstander van het mijnbouwproject, eerst als minister van Economische Zaken en later als president. Het was een van de dossiers die leidde tot het vertrek van zijn milieuminister Nicolas Hulot in 2018. Macron had dit mediagenieke kopstuk van de Franse milieubeweging gestrikt als minister van de ecologische transitie, maar in 2018 gooide Hulot de handdoek in de ring omdat hij zich onvoldoende gesteund voelde door de regering. Op Hulots agenda stond ook een omvangrijke hervorming van de mijnbouwwetgeving. Er is sowieso veel kritiek op het groeiende aantal concessies voor goudwinning (3000 km2 aan nieuwe concessies, ruim twee keer de provincie Utrecht). Maar de milieubewegingen en inheemse volkeren lopen vooral te hoop tegen de megamijn Montagne d’or. Een groot aantal organisaties heeft de krachten gebundeld in de groep ‘Or de question’. De kritiek richt zich op de ontbossing en de vervuiling: per dag 10 ton explosieven, 10 ton cyanide en 80.000 ton vervuilde aarde. Een dam van 59 m hoogte moet 57 miljoen ton van die rommel tegenhouden. De critici plaatsen ook vraagtekens bij de beloofde economische opbrengsten (voor het Canadese Columbus Gold en het Russische Nordgold en hun aandeelhouders), het geschatte aantal banen (750, waarvan vermoedelijk een handvol voor lokale werklozen) en de volkomen misplaatste infrastructurele investeringen (een verharde weg en elektriciteitsvoorziening die het stroomgebruik van het hele departement zal verdubbelen) en staatssteun die beter aan wegen voor dorpen en banen voor jongeren besteed had kunnen worden. Bovendien zijn de inheemse volkeren niet geconsulteerd en willen deze de locatie beschermen. Terwijl de werkgeversorganisaties, de Kamer van Koophandel en sommige lokale politici het project steunen, zijn er ook belangrijke tegenstanders. In mei 2019, net vóór de Europese verkiezingen, uitte Macron voor het eerst twijfels over het project. De regering liet weten dat het in de huidige vorm geen doorgang kon vinden. Tegenstanders zagen dit als een verkiezingsstunt: volgens de prognose stonden de Franse Groenen er zeer goed voor. Het is nu wachten op de voor december aangekondigde grondige hervorming van de Code minier, de mijnbouwwet. Dan zal blijken of de Goudenberg wordt afgeblazen en Macron het milieu en de rechten van inheemse volkeren en andere bewoners van de Amazone ook in het eigen stukje regenwoud echt serieus neemt.