Taalstrijd in Oekraïne
Na de Russische annexatie van de Krim wacht de Oekraïne gespannen op wat volgt. Ook in het zuiden en oosten van het land wonen grote groepen Russisch sprekenden. Taal blijkt een grotere splijtzwam in de samenleving te zijn dan velen voor mogelijk hielden, aldus Germ Janmaat.
Germ Janmaat, sociaal geograaf en zeer bekend met de Oekraïne, is uiterst verbaasd over de snelle escalatie. ‘Ik heb daar op allerlei plekken rondgelopen en er waren politieke en taalkundige verschillen, maar ik had nooit gedacht dat dit zou leiden tot het uiteenvallen van het land. Oekraïners en Russen zijn nauwverwante volkeren, zeg maar als Nederlanders en Vlamingen, en je verwacht dan niet het geweld, regionalisme en separatisme dat we nu zien. Dat geeft te denken over gebieden elders in wereld, waar nauwverwante volkeren wonen die ogenschijnlijk vreedzaam samenleven. Kennelijk kan het snel ontsporen en dat is verontrustend.’
Protesten
‘Viktor Janoekovitsj werd in 2010 president van de Oekraïne. Gewoon, met eerlijke democratische verkiezingen. Maar tijdens zijn regime groeide er onvrede over de slechte economische situatie en de corruptie van de Janoekovitsj-clan. De rechtstreekse aanleiding voor de demonstraties was echter het verdrag dat de president sloot met Rusland. De machtige oosterbuur zou kredieten aan Oekraïne verstrekken en tegen gunstige voorwaarden gas leveren. Gelijktijdig schortte Janoekovitsj het associatieverdrag met de Europese Unie op, vlak voordat het ondertekend zou worden. Dit zette vooral veel kwaad bloed omdat mensen het interpreteerden als het doorsnijden van de banden met Europa. Toetreding tot de EU leek verder weg dan ooit.
De demonstraties begonnen in november 2013 in Kiev en liepen uiteindelijk uit de hand. In februari schoten veiligheidsdiensten met scherp op de demonstranten. Janoekovitsj was niet bij machte de orde te herstellen en toonde zich opeens bereid met de oppositie aan tafel te gaan om te praten over vervroegde verkiezingen en een regering van nationale eenheid. Die overeenkomst is ondertekend door de ministers van buitenlandse zaken van Duitsland, Frankrijk en Polen, maar niet door die van Rusland. Twee dagen later bleek dat Janoekovitsj alle controle over politie en veiligheidsdiensten verloren had. Het parlement zette hem daarop af en schreef nieuwe verkiezingen uit voor 25 mei.
Janoekovitsj werd president op basis van democratische verkiezingen
Janoekovitsj vluchtte naar het oosten van het land en later naar Rusland. Daar verklaarde hij ongrondwettelijk te zijn afgezet. Daar heeft hij wel een punt mee, want de verkiezingen in 2010 zijn op een eerlijke manier verlopen. Poetin heeft met name het punt van ongrondwettelijkheid aangegrepen en verklaard dat de overeenkomst met de oppositie leidend had moeten zijn. Terwijl die niet door Rusland ondertekend is. De correspondent van het NOSjournaal merkte dan ook op: “Beetje inconsequent van Poetin dat hij dit nu aangrijpt om te verklaren dat de nieuwe regering van de Oekraïne niet legitiem is”.’
Taalwet
‘Als onderdeel van een serie maatregelen heeft het parlement na het afzetten van Janoekovitsj ook diens taalwet ongeldig verklaard. Deze stamt uit 2012 en werd niet enthousiast ontvangen in Europa. De media benadrukten dat Janoekovitsj zo probeerde zijn achterban in het Russisch sprekende zuiden en oosten van het land aan zich te binden. Daarmee raakte wat onderbelicht dat de taalwet vrij gematigd is. In alle provincies van de Oekraïne waar meer dan 10 procent van de bevolking een andere taal spreekt dan het Oekraïens, mag men deze taal uitroepen als officiële tweede taal. Dit heeft vooral consequenties voor de provincies in het oosten en zuiden waar veel Russisch sprekenden wonen. Maar ook voor gebieden in het westen: Tsjernivtsi heeft een Roemeens sprekende minderheid en Transkarpatië een Hongaars sprekende.
Na de invoering van de nieuwe taalwet namen alle oblasten (provincies) in het oosten en zuiden meteen het Russisch aan als tweede taal.
Janoekovitsj’ taalwet gaat dus niet zo ver: voorheen was enkel het Oekraïens als officiële taal geldig in het hele land. De nieuwe taalwet maakt het Russisch geen tweede landstaal; het blijft een regionale taal. Op nationaal niveau blijft het Oekraïens de enige officiële taal.
De status als tweede officiële taal in bepaalde regio’s heeft vooral gevolgen voor het onderwijs en voor de media. Deze mogen in het oosten en zuiden ook Russisch gebruiken.
Het interessante is dat Aleksandr Toertsjinov, de nieuwe interimpresident van de Oekraïne, de ongeldigheidsverklaring van Janoekovitsj’ taalwet nooit ondertekend heeft . Formeel is de taalwet van 2012 dus nog steeds van kracht. Toch is het feit dat het Oekraïense parlement deze wet wilde afschaffen, door de Russen op de Krim gebruikt om te verklaren dat hun mensenrechten werden geschonden. Men moest volgens eigen zeggen dus wel het heft in eigen handen nemen – in nauwe samenwerking met Rusland.’
Economie
‘Wat je helemaal niet terugziet in de westerse berichtgeving is de economische component die de spanningen in de Oekraïne verder opvoert. In het oosten van het land en in Kiev wordt het geld verdiend om de broek op te houden van de rest van de Oekraïne. Economisch bezien vindt er een enorme herverdeling plaats. De westelijke oblasten, waar de meest fanatieke Oekraïense nationalisten zitten, zijn netto-ontvangers. De Russisch sprekende regio’s verdienen dus het geld voor de hele Oekraïne. Geen wonder dat mensen denken: “Wij onderhouden iedereen, maar mogen niet onze eigen taal spreken – dat klopt niet”.’
Taalpolitiek
‘Al spreken mensen in het oosten en het zuiden overwegend Russisch, en in het westen, het centrale deel en het noorden Oekraïens, toch kent het land, anders dan België of Canada, nauwelijks eentalige gebieden. In het overwegend Oekraïens sprekende centrale deel heb je stedelijke eilanden met Russisch sprekenden, zoals Kiev. Ga je verder richting oosten en zuiden, dan neemt ook op het platteland het aandeel Russisch sprekenden toe, maar het blijven tweetalige gebieden. De enige uitzondering vormen de Krim en het uiterste oosten (Donetsk, Loehansk en Charkiv), waar Russisch wordt gesproken, en de zeven westelijke provincies die vóór de Tweede Wereldoorlog bij Polen, Roemenië en het latere Tsjecho-Slowakije hoorden. Die zijn eentalig Oekraïens, ook de steden. Een nette federale oplossing zoals in België of Canada is dus zo goed als uitgesloten.
Deze taalkundige verdeling is ook politiek van groot belang. Bij de verkiezingen zie je steeds dat het oosten en zuiden stemmen op een Russisch sprekende kandidaat die belooft het Russisch tot tweede nationale taal te maken – wat er dus nog steeds niet van is gekomen – en die de banden met Rusland wil aanhalen.
Het centrale gedeelte stemt op een nationalistische kandidaat die nauwere banden met het Westen voorstaat, het Russisch geen andere status wil geven en een andere, meer nationalistische kijk op de geschiedenis heeft . Viktor Joesjtsjenko, de held van de Oranjerevolutie en president vóór Janoekovitsj, vond bijvoorbeeld dat de hongersnood uit de jaren '30 een genocide was tegen het Oekraïense volk: een behoorlijk vergaande uitspraak, waar historisch wel wat op af te dingen valt. Deze hongersnood was inderdaad kunstmatig, en georkestreerd door Stalin. Hij probeerde zo de onafhankelijke boeren, koelakken, uit te roeien. Er waren heel veel Oekraïners onder de onafhankelijke boeren, maar Oekraïners namen ook deel aan de inbeslagname van graan. Je kunt dus niet stellen dat de ingreep gericht was tegen het Oekraïense volk. Maar Joesjtsjenko legde heel nadrukkelijk de schuld bij de communisten als zijnde anti-Oekraïens.’
Oekraïens
‘Het Oekraïens en het Russisch lijken ontzettend op elkaar. Samen met het Wit-Russisch vormen ze de Oost-Slavische talen. Het Wit-Russisch is op sterven na dood, mede doordat het niet wordt ondersteund door Aleksandr Loekasjenko, de huidige president van Wit-Rusland. In de Oekraïne ligt dat anders. Het Oekraïens heeft veel te lijden gehad onder de Russische overheersing. Doordat de talen zo veel op elkaar lijken, hebben Russen nog steeds het gevoel dat “die Oekraïners niet moeten zeuren”, dat ze toch medeRussen zijn die enkel een raar dialect spreken. Russen noemen Oekraïners ook “Malorossi” (Kleinrussen). Veel Russen erkennen niet dat Oekraïners een volk zijn.
Het Oekraïens is lange tijd een ongeschreven taal geweest. Pas in de 19e eeuw groeit het nationaal bewustzijn onder de Oekraïners, samen met dat van al die andere volkeren. Nationale identiteit is een modern construct waar in de tweede helft van de 19e eeuw intellectuelen in de Oekraïne begeesterd van raken: leraren, dichters, schrijvers, acteurs. Zij dragen het natiebesef uit en claimen dat Oekraïens een eigen taal is en Oekraïners een eigen volk vormen.
Veel Russen erkennen niet dat Oekraïners een volk zijn
Onder de liberale tsaar Alexander II (1855-1881) kan het Oekraïens floreren. Zijn opvolger Alexander III (1881-1894) is een stuk minder liberaal en zet juist de russificatie door. Hij verbiedt uitingen van nationaal besef; vooral de Polen en Oekraïners lijden daaronder. Er mag niet meer worden gepubliceerd in het Oekraïens, en theatervoorstellingen in het Oekraïens zijn verboden. Dit verandert pas in de jaren '20. Na de Eerste Wereldoorlog woedt in Rusland de burgeroorlog tussen de Roden (bolsjewieken/ communisten) en de Witten (mensjewieken en Russische adel). De bolsjewieken proberen het volk te paaien met populaire slogans: al het land voor de boeren, eind aan de oorlog, alle macht aan de lokale raden (sovjets). Deze kretologie heeft effect en wordt later ondersteund door maatregelen die neerkomen op positieve discriminatie van nationale minderheden in de Sovjet-Unie. Alle minderheden krijgen hun eigen republiek waarbinnen ze, formeel gesproken, politieke en culturele autonomie hebben. Zo ontstaat in de jaren '20 de deelrepubliek Oekraïne, met het Oekraïens als officiële taal.
Onder de bolsjewieken vinden massale alfabetiseringscampagnes plaats, en neemt het Oekraïens een enorme vlucht. Onder Stalin blijven de republieken bestaan, maar er is wel sprake van russificatie en centralisering. Het Oekraïens blijft de officiële taal, maar wie vooruit wil in de Sovjet-maatschappij moet Russisch spreken. Zeker ten tijde van Chroesjtsjov. Onder Brezjnev wordt het hele hoger onderwijs weer in het Russisch gegeven en er ontstaan steeds meer Russischtalige scholen in de Oekraïne. Ouders willen immers hun kinderen een maatschappelijke voorsprong geven. Eind jaren '80 gaat de helft van de schoolkinderen in de Oekraïne naar een Russische school, terwijl etnische Oekraïners 70 procent van de bevolking uitmaken.
Ten tijde van de perestrojka, die in de Oekraïne pas in 1989 begint, komen er vrije verkiezingen waarbij Leonid Kravtsjoek als winnaar uit de bus komt.
De oude taalwet uit 1989, die van kracht was vóór Janoekovitsj’ wet in 2012, stamt nog van voor de onafhankelijkheid van de Oekraïne. Deze wet bepaalde dat al het onderwijs plaatsvond in het Oekraïens, maar dat nationale minderheden scholen mochten hebben waarop in hun taal werd lesgegeven. Veel scholen moesten echter van het Russisch overstappen op het Oekraïens. Dat ging via een ingenieus uitfaseerplan. De scholen in Oekraïne bieden basis- en het eerste deel van het voortgezet onderwijs aan in klas 1 tot en met 11. Klas 1 in een Russische school kreeg na invoering van de wet in 1989 enkel nog onderwijs in het Oekraïens, het jaar daarop klas 1 en 2 enzovoort, zodat na elf jaar de hele school les kreeg in het Oekraïens. Hiermee werd ouders dus de mogelijkheid ontnomen zelf te kiezen in welke taal hun kinderen onderwijs kregen. Nog radicaler was de volledige overschakeling van het hoger onderwijs op het Oekraïens, behalve in de Krim. In Donetsk, Odessa, Charkiv enzovoort moesten alle instellingen voor hoger onderwijs binnen tien jaar volledig overschakelen op het Oekraïens.
De gedachte erachter is wel te begrijpen. De intelligentsia is benauwd dat het Oekraïens zal verdwijnen. Het statusverschil met Russisch is bijzonder groot, Oekraïens wordt geassocieerd met het platteland, baboesjka en djedoesjka (oma en opa) en geldt zeker niet als de taal waarmee je vooruitkomt. De taal van de vooruitgang is het Russisch. De grondwet van 1996 bevestigt dat het Oekraïens de enige officiële taal van het hele land is. Het Russisch heeft de status van minderheidstaal.’
Toekomst
‘Het is goed dat de nieuwe taalwet van Janoekovitsj uit 2012 nog van kracht is. Dat geeft de mensen in het oosten en zuiden iets meer het gevoel dat ze ertoe doen en worden gerespecteerd. In het verleden werd steeds een van de talen bevoordeeld boven de ander. Er moet een oplossing komen die enerzijds de legitieme taaleisen van de bevolking in het oosten respecteert en anderzijds niet leidt tot een verder taalverlies van het Oekraïens. Dat is natuurlijk heel erg lastig.
Dat gerespecteerd worden zit ook in het omgaan met de geschiedenis. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 zijn in de Oekraïense schoolboekjes zowel de Duitsers ten tijde van de Tweede Wereldoorlog als de Russen “bezetters” geworden die de Oekraïners ervan weerhielden een vrij land te worden. Voor Russen en veel Russisch sprekende Oekraïners is het uitermate pijnlijk dat de veteranen van het Rode leger, die zij zien als helden en bevrijders, nu in de Oekraïne worden afgeschilderd als bezetters. De guerrillastrijders van het Oekraïens Opstandig Leger geleid door Stepan Bandera in de jaren 1943-44 in het westen van de Oekraïne worden tegenwoordig opgehemeld als de ware vrijheidsstrijders, alsof ze een vrij en democratisch Oekraïne voorstonden, in plaats van een fascistisch Oekraïne. Mensen uit het zuiden en oosten delen deze visie niet. Voor hen waren het allemaal fascisten die aan de kant van de nazi’s vochten.
Afscheiding van het oosten en het zuiden blijft een grote dreiging. De jongeren moeten overigens niets hebben van Russische inmenging, omdat ze doorhebben dat het leven in Rusland minder vrij is. Ze zijn daarom overwegend pro-Oekraïens. Vooral de oudere generaties denken echter “Als de Krim naar Rusland kan, waarom wij dan niet?” Het parlement van de Oekraïne moet snel de taalwensen van deze mensen inwilligen. Het verminderen van gevoelde verschillen tussen Russisch en Oekraïens sprekenden is de enige manier om het land bijeen te houden.’
Germ Janmaat is werkzaam aan het Institute of Education van de University of London, waar hij zich bezighoudt met de rol van onderwijs in identiteit en burgerschap. In 2000 promoveerde hij als sociaal geograaf aan de UvA op het proefschrift NationBuilding in Post-Soviet Ukraine: Educational Policy and the Response of the Russian-speaking Population.