Wie verlost ons van het oude onderwijs?

1 mei 2019
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie mei 2019
onderwijs
Opinie
Transnistrië
FOTO: MUSEON
Met de permanente, interactieve expositie One Planet – over de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen – heeft het Museon in Den Haag duurzaamheid als leitmotiv.

Sinds het rapport Grenzen aan de groei van de Club van Rome (1972) heeft het onderwijzen over en waarschuwen voor een te grote milieubelasting van de aarde de hoofden en harten van geografen gevuld. Alle lesmethodes hebben dit opgepakt en in beperkte mate is de problematiek ook opgenomen in het centraal eindexamen.

 

Maar al die tijd ging de wereld onbekommerd door met groeien en ongebreideld gebruik van eindige grondstoffen en energiebronnen. Op school merkten geografen dat duurzaamheid maar moeilijk doordrong in het curriculum. Het viel bij nader inzien toch allemaal best mee met het milieu?

Tot Al Gore in 2006 die ongemakkelijke boodschap over klimaatverandering de wereld in stuurde. Wisten we dat niet allang? In feite kwam de waarschuwing van de Club van Rome in iets andere bewoordingen terug. Het milieu moest op de agenda en wel helemaal bovenaan. Maar in het onderwijs gebeurde dat zeker nog niet. Mijn buurmeisje vertelde me in 2016 dat haar docent aardrijkskunde helemaal niet geloofde in klimaatverandering. In mijn eigen omgeving waren het vooral de oudere docenten scheikunde, natuurkunde en economie die het allemaal maar grote onzin vonden. Ondertussen was geografie onderweg naar de zijlijn van ons voortgezet onderwijs. Zou het vak er, net als in de Verenigde Staten, helemaal uitgeknikkerd worden? Het Museon in Den Haag vroeg me rond 2015 mee te denken over een nieuw verbindend thema. Sommigen wilden er een aardrijkskundemuseum van maken, maar voor mij was duidelijk dat duurzaamheid het enige en juiste perspectief was. Dat vond ik zelf niet zo visionair, ik vond het eerder vreemd dat het toen nog een min of meer omstreden standpunt was. In wat voor wereld leefden die andere mensen eigenlijk? Ook op school gebeurde er wel eens iets geks. Na een paar lessen over duurzaamheid liet een ouder weten niet gediend te zijn van politiek getinte standpunten.

Maar de tijden veranderen. Het Museon heeft duurzaamheid als leitmotiv genomen. Het overwegend rechtse kabinet heeft klimaatverandering en verduurzaming opeens heel hoog op de agenda gezet en het verzet tegen de onverbiddelijke wetenschappelijke waarheden verstomt. Nu.nl blogt tegenwoordig dat op haar platform NUjij ‘het ontkennen van klimaatverandering of de invloed van de mens daarop niet meer is toegestaan’. En op de KNAG Onderwijsdag hoorde ik met enige verbazing én genoegen een lezing van het ministerie van Buitenlandse Zaken over klimaatverandering, migratie en hoe het ministerie haar ontwikkel- en handelsbeleid daarop afstemt. Ik zag hoe het vakoverstijgende, op grote vraagstukken gerichte Geo Future School aanslaat bij steeds meer collega’s. Ook in de lezing van Marco te Brömmelstroet over de mobiliteitstransitie zag ik wel een link met duurzaamheid. Eindelijk krijgt dit thema de centrale plek die het behoort te hebben.

Ik zag nog iets op de Onderwijsdag. Heel goed opgeleide, kritische geografen die allemaal in staat zijn in de komende jaren hun kennis van klimaatverandering, de energie- en mobiliteitstransitie en andere duurzame thema’s verder uit te breiden in hun leven-lang-lerentraject, en leerlingen te coachen in het ontdekken hiervan.

Het is tijd dat we de oude werkelijkheid van vaste curricula, standaard-eindexamens en verdeling in vakken loslaten en ons als geografen in het voortgezet gaan profileren als boodschappers van een betere toekomst. Wie verlost ons van het oude onderwijs?

Tijd voor een wederopstanding van de geografie in het voortgezet onderwijs