Wildplukken in de eetbare natuur

1 september 2020
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie september 2020
voedsel
Kennis
FOTO: MARY & DAN/FLICKR

Een stapje verder dan oogsten in een voedselbos is het wildplukken. We zijn het verleerd, maar foodies hebben er een nieuwe hobby in gevonden. En zij niet alleen.

 

Waar bij voedselbossen nog sprake is van een boer met land, is wildplukken een vorm van ‘oogsten zonder zaaien of aanplanten’. Wildplukken of foerageren (het verzamelen van voedsel) is zo oud als de mensheid. Jagers en verzamelaars deden het vroeger en doen het in bepaalde delen van de wereld nog steeds. Door de opkomst van de landbouw werd het echter minder noodzakelijk. Armere bevolkingsgroepen deden er soms nog wel aan. Later verdween het wildplukken in westerse landen bijna helemaal door verstedelijking, industrialisatie en meer welvaart. Voedselproductie werd het domein van de boer, een plattelandsactiviteit. Onder invloed van stedenbouwkundigen en regelgeving museumificeerde de natuur binnen de stadsgrenzen tot parken en plantsoenen. De nadruk lag hier op esthetische en recreatieve waarden. Gebruikers dienden op gepaste afstand van de natuur te genieten; de groene ruimte fungeerde vooral als achtergrond voor activiteiten zoals wandelen, fietsen en picknicken. Tuinieren was iets voor het privéterrein; wildplukken op publiek terrein werd en wordt als ongewenst beschouwd. Stadslandbouwprojecten, vrij toegankelijke plukgaarden en voedselbossen brengen hier de laatste tijd wat verandering in.

Excentrieke hobby

Langzaamaan ging veel kennis van planten in het wild verloren en raakten mensen vervreemd van de eetbare natuur om hen heen. Zo verloren ze de vaardigheid om het landschap te ‘lezen’, en daarmee ook het bewustzijn van het voedsel in hun directe omgeving. Tegelijkertijd bestaat ons dieet uit een beperkt aantal soorten groenten en fruit die van over de hele wereld worden aangevoerd. De belevingswereld van veel mensen is hier niet veel breder dan het aanbod van de supermarkt. Vrijwel iedereen is bekend met exotische vruchten zoals ananas, avocado en kokosnoot, maar slechts weinigen kennen inheemse eetbare planten als postelein, zevenblad en daslook.

In landen als Polen en Frankrijk is wildplukken nog heel gewoon. Paddenstoelen plukken is voor Polen zo’n beetje een nationale sport, en Fransen kunnen ze gewoon bij de apotheek laten testen op eetbaarheid. Na een regenbui trekt menigeen erop uit om wijngaardslakken (escargots) te verzamelen, een delicatesse (vinden zij). In deze landen wordt kennis overgedragen van de ene generatie op de volgende en is er veel natuur.

In het kleine, dichtbevolkte Nederland is natuur schaars en is het de vraag of wildplukken wenselijk is. Staatsbosbeheer staat het plukken van een kleine hoeveelheden bramen, bessen en frambozen oogluikend toe, maar moedigt het niet aan. Officieel is het zelfs stroperij. Een paar jaar geleden werden er flinke boetes uitgedeeld aan mensen die meer dan 250 gram geplukt hadden. Reden: de bessen zijn belangrijk voedsel voor de vogels en andere dieren in de natuur.

Het eten van wilde planten en paddenstoelen kan ook riskant zijn: eetbare en giftige soorten zijn niet altijd makkelijk van elkaar te onderscheiden. Daarnaast kunnen ze vervuild zijn met bestrijdingsmiddelen of uitlaatgassen. Sommige soorten absorberen verontreinigingen uit de bodem zoals zware metalen. Verder is er een risico op overplukken, in het bijzonder voor bedreigde soorten.

Hip

Toch wordt wildplukken ook in Nederland steeds populairder en zelfs hip. Soms trekken wildplukkers er in groepjes op uit in foodwalks, al dan niet onder deskundige begeleiding. Edwin Florès uit Ressen in de Betuwe is zo’n deskundige en heeft van wildplukken zijn beroep gemaakt. Wekelijks geeft hij cursussen en rondleidingen met zijn bedrijf Casa Foresta en levert ingrediënten uit het wild aan toprestaurants. Hij beschrijft in zijn Wildplukboek driehonderd eetbare planten en in zijn WildplukKookboek talrijke recepten. Met zijn cursisten trekt hij ook door stadsparken als Sonsbeek om eetbare ingrediënten voor zijn maaltijden te verzamelen.

Wildplukkers krijgen een sterkere band met hun directe omgeving en de natuur. Door te leren over de lokale natuur en daarvan te eten, verandert de rol van mensen van observant in participant en wordt de afstand tot de natuur kleiner. Veel wildplukkers hebben ook culinaire motieven; het zijn fijnproevers die willen genieten van bijzondere smaken. Ze lijken wat dat betreft op chefkok Emile van der Staak van het Nijmeegse restaurant De Nieuwe Winkel, die allerlei niet of weinig bekende planten uit voedselbos Ketelbroek uitprobeert. Ten slotte schrijven veel wildplukkers gezonde eigenschappen toe aan bepaalde planten en kruiden en beschouwen ze wild voedsel ook als gezonder. Internet heeft het stoffige imago van wildplukken veranderd. Er zijn de laatste jaren enkele apps verschenen, die wildplukken laagdrempeliger maken zoals Boskoi, Wildplukwijzer, VILD MAD, iNaturalist en Falling Fruit. Met deze tools kunnen mensen het eetbare landschap verkennen en in kaart brengen, informatie over lokale planten delen en deelnemen aan digital communities gericht op wildplukken.