Opgegroeid in Delfzijl, dat vaak wordt omschreven als een van de somberste plaatsen in Nederland, koos ik voor een middelbare school in de bruisende nabijgelegen stad Groningen. Mijn ochtenden waren tot in de puntjes georkestreerd om kostbare slaapminuten te winnen, op tijd bij de trein te zijn en eenmaal in de stad precies op tijd op school aan te komen. Bij aankomst op school was het al twee uur na het afgaan van mijn wekker, terwijl mijn stedelijke klasgenoten pas net begonnen met hun dag. Maar hoe problematisch zijn deze verschillen in afstanden tussen stad en platteland eigenlijk?
De grens aan de groei van Schiphol lijkt bereikt: jarenlang was het een onbetwiste ‘motor’ van de Nederlandse economie, nu moet het aantal vluchten structureel omlaag. De kleinste luchthavens van ons land staan ook onder druk, maar juist omdat er te weinig passagiers vertrekken. Toch betekent een eventuele overheveling van vluchten van Schiphol niet per definitie dat regionale vliegvelden de economische ‘hulpmotoren’ worden van Nederland.