De EU doet haar best ‘strategische partnerschappen’ aan te gaan met de nieuw opkomende economische en geopolitieke machten in de wereld. Vooralsnog zonder veel succes.
Op hoogtijdagen staan in Brussel de prominenten in de schijnwerpers. Maar achter de schermen houden Europese beleidsmakers het wiel draaiend. Zij vormen een moeilijk te doorgronden geheel – woorden als ‘beleidsapparaat’ en ‘machinekamer’ suggereren wellicht nog iets te veel coherentie – maar zonder hun inzet loopt de boel geheid vast.
Midden in het euronoodweer gaat het financiële toezicht in de Europese Unie stevig op de schop. Eén onderdeel betreft de accountantscontroles, waarbij vier grote kantoren de markt al te zeer domineren en belangenverstrengeling op de loer ligt.
De Italiaanse premier vindt zijn land een ‘Paese di merda’, zo kon deze zomer de hele wereld hem horen zeggen op een uitgelekte telefonische opname van de Italiaanse justitie. Berlusconi zet zich desondanks in voor drastische bezuinigingsmaatregelen die de fi nanciële en economische situatie van Italië moeten verbeteren. Maar het gaat niet van een leien dakje.
De recente uitbraak van een E.coli-epidemie rond Hamburg was bijzonder leerzaam voor EU-watchers. De volksgezondheid werd bedreigd, de markt voor verdachte groentesoorten verstoord. Staatssecretaris Bleker van Landbouw ging in Brussel lobbyen voor compensatie van de gedupeerde Nederlandse komkommerkwekers. Terwijl de Nederlandse regering toch pleit voor meer nationale zelfredzaamheid. In zo’n crisis is de rol van de EU echter substantieel.
De bestuurlijke betrekkingen in Nederland komen doorgaans tot uitdrukking in een continue stroom van overleg, tenderend naar compromissen, veelal buiten het oog van de media. Er zijn veel klachten over bestuurlijke drukte en stroperigheid in de besluitvorming die af en toe even de publiciteit halen. Veranderingen beperken zich vaak toch weer tot ‘voortzetting van het overleg’, liefst aan de hand van het rapport van nog een adviescommissie.
Lang was Spanje een autoritaire staat waar andere landen in het openbaar liever niet mee te maken hadden. Met de toetreding tot de EG in 1986 kwam daar een eind aan en Spanje ontwikkelde zich tot een gewichtig lid van de EU. De crisis van de afgelopen jaren doet het eerdere succesverhaal echter verbleken.
Terwijl de hele wereld naar het WK Voetbal in Zuid-Afrika keek, waren er in de Cape Flats in Kaapstad diverse protestacties om aandacht te vragen voor de woningnood en de gedwongen verplaatsingen van armen naar de rand van de metropool. Ze hadden echter geen effect.
Het asielbeleid is gezichtsbepalend voor het minderheidskabinet van Mark Rutte. De ambitie om in Nederland restrictiever op te treden wordt echter ingetoomd door de juridische ruimte binnen de EU en de snelle ontwikkelingen in het Europese asielbeleid.
In november 2008 werd de tijdelijke bescherming van duizenden Irakese asielzoekers in Nederland opgeheven. Zij moeten nu bewijzen dat ze persoonlijk gevaar lopen bij terugkeer. Lukt dat niet, dan kan geografische informatie een laatste strohalm bieden voor een verblijfsstatus.