450 jaar Willem Jansz., 400 jaar Blaeu

19 november 2021
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2021
KNAG-collectie
cartografie
Kennis
BRON: ALLARD PIERSON, HB-KZL 1804 A 2-3 (BRUIKLEEN KNAG)
Titelpagina 'Toonneel des Aerdrycx ofte Nieuwe Atlas', Amsterdam 1635.

2021 is een bijzonder Blaeujaar, want ongeveer 450 jaar geleden werd Willem Jansz. Blaeu geboren, de bekendste kaartenmaker uit de 17e eeuw. Die roem had hij grotendeels te danken aan zoon Joan. Daarbij leverde de naam Willem Jansz. aanvankelijk veel verwarring op. Dus begon hij 400 jaar terug de familienaam Blaeu te gebruiken om zich te onderscheiden van concurrent Jan Jansz.

Willem Jansz. is ongeveer 450 jaar geleden geboren, want noch de precieze geboortedatum noch de geboorteplaats is bekend. Een handgeschreven notitie bij een proefdruk van zijn portret uit 1645 meldt: ‘Willem Jansz. Boekverkooper, eertijds kistemaker, drucker, cognomini met de bijnaam (Globi) (Blaeu), geboren tot Uytgeest een dorp by Alckmaer 1571 gesturven t’Amsterdam op de Bloemgracht 1638, 21 October’. Biografische gegevens over hem zijn moeilijk te achterhalen, omdat zijn voorouders geen familienaam voerden. Hij stond bekend als Willem, zoon van Jan.

Deze Willem behoorde tot een familie van tamelijk welgestelde doopsgezinden te Amsterdam. Zijn vader woonde echter niet in die stad, hij was haringkoper in Alkmaar. Het was de bedoeling dat Willem in de haringhandel van zijn familie zou gaan werken, maar de wetenschap trok hem meer. In 1595 vertrok hij naar Denemarken om bij Tycho Brahe (1546-1601) astronomie te studeren. Hij bleef daar een hele winter en maakte grote indruk op de astronoom. Brahe schreef later over de bepaalde waarneming van een komeet, dat die door ‘Wilhelmus Johannes Batavus Alckmariensis [Willem Jansz., Hollander uit Alkmaar], toen hij hier bij mij was in 1596, in de voorafgaande winter nauwkeurig onder­zocht [was]’.

In samenwerking met Andriaen Anthonisz., fortificatiemeester te Alkmaar, vervaardigde Willem na zijn terugkomst een hemelglobe volgens de waarnemingen van Brahe en een bijbehorende aardglobe. Daarna zag de haringhandel hem niet meer terug. In 1599 opende Willem Jansz. in Amsterdam een atelier voor de productie van globes, astronomische en zeevaartkundige instrumenten. Omstreeks 1604 begon hij ook (zee)kaarten te maken. Een van zijn grotere werken uit die vroege periode was de stuurmansgids met zeekaarten, Het Licht der Zeevaert, uit 1608.

Willem Jansz. ondervond sterke concurrentie van Jan Jansz., gevestigd op 'het Water' in Amsterdam, náást Willem Jansz.

Willem Jansz. ondervond in die tijd sterke concurrentie van Jan Jansz., sedert 1612 schoonzoon van Jodocus Hondius en gevestigd op ‘het Water’ te Amsterdam, náást Willem Jansz. De grote gelijkenis tussen de namen Jan Jansz. en Willem Jansz. – in het Latijn Johannes Janssonius en Guilielmus Janssonius – veroorzaakte veel verwarring. In 1618 kopieerde Joannes Janssonius het journaal van Willem Cornelisz. Schouten over de reis via Kaap Hoorn, dat Willem Jansz. in hetzelfde jaar uitgebracht had. Janssonius liet Willems naam (Guilielmus Janssonius) zelfs onder de opdracht staan. Daarenboven maakte Janssonius in 1620 een exacte kopie van Het Licht der Zeevaert. Ook daarbij liet hij Willems naam als auteur staan. Een niet bestaande, nauwe relatie tussen de beide Janszonen, Jan en Willem, lag in de ogen van het publiek voor de hand. Dit was voor Willem Jansz. de aanleiding een familienaam te gaan voeren: Blaeu, afgeleid van de bijnaam van zijn grootvader. Voor het eerst komt deze naam voor in een brief van 21 juni 1621. Vanaf die tijd noemde hij zich op al zijn uitgaven Willem (Jansz.) Blaeu, soms gespeld als Blaeuw – vandaar 400 jaar Blaeu.

Atlassen begon Willem Jansz. pas zeer laat uit te geven. Zijn eerste atlas dateert uit 1630. Concurrent Johannes Janssonius en diens zwager waren de uitgevers van de atlas van Mercator. De atlas die Blaeu in 1630 publiceerde, was de Appendix Atlantis sive pars altera, wat zo veel betekent als ‘aanvulling oftewel het tweede deel bij de atlas van Mercator’. Het is niet aan te tonen, maar ik vermoed dat het uitgeven van atlassen een initiatief was van Willems zoon Joan (circa 1598-1673). De Nieuwe Atlas uit 1635 vermeldt beide namen als uitgevers: Amsterdami apud Guiljelmum et Iohannes Blaeu (te Amsterdam bij Willem en Joan Blaeu). Na Willem Jansz.’ overlijden in 1638 was het vooral Joan Blaeu die met zijn atlassen de grote en blijvende wereldroem bezorgde aan de uitgeverij, met als hoogtepunt de Atlas Maior in 1662.

In de collectie van het KNAG zit – naast veel losse kaarten uit de atlassen van Blaeu – ook een door Willem uitgegeven atlas: het tweedelige Toonneel des Aerdrycx ofte Nieuwe Atlas uit 1635. Blijkens het Tijdschrift van het KNAG zijn deze twee delen in 1910 voor de bibliotheek aangekocht. Met ruim tweehonderd kaarten is dit de eerste volledige atlas van de Blaeus en ook direct in drie talen uitgegeven: Nederlands, Duits en Latijn.

BEELD: ALLARD PIERSON, HB-KZL 1804 A 2-3 (BRUIKLEEN KNAG)
'Afbeeldinge vande vermaerde Seehaven ende Stadt van Duynkercken met der omliggende plaetsen sanden ende droochten afgeteeckent door Capiteijn Pieter Codde van Enchuysen' uit Blaeu's Nieuwe Atlas, Amsterdam 1635.

In een woord vooraf beschrijven Willem Jansz. Blaeu en zijn zoon dat ‘aardrijksbeschrijving’ niet alleen belangrijk is om de geschiedenis te begrijpen, maar ook te leren welke producten andere landen opleveren. ‘Dit leert de Aerdrijcxbeschrijving: soo dat dese weetenschap schijnt den wegh te banen tot eere, geluck, en nut der menschen.’ Zo’n 17e-eeuwse atlas ziet er anders uit dan een hedendaags papieren exemplaar. Naar het voorbeeld van Ortelius' Theatrum Orbis Terrarum (1570) gaat elke kaart in de atlas van Blaeu vergezeld van een uitgebreide historische en geografische beschrijving van het gebied. Het Toonneel des Aerdrijcx ofte Nieuwe Atlas uit 1635 van Willem en Joan Blaeu bestaat uit 2 delen met in totaal zo’n 1000 foliobladzijden: 207 kaarten (elk op 2 bladzijden) en ruim 550 pagina’s tekst. De kaarten worden voorafgegaan door een lofdicht van Joost van den Vondel, waarin hij eerst over de moeilijkheden en gevaren van het reizen verhaalt en dan zegt hoe gemakkelijk men kennis kan nemen van verre landen in deze atlas. ‘En sien op dit Toonneel de Wereld groot en ruim, / Beschreven en gemaelt in kleen begrip van blaren [bladzijden]. / Soo draeit de schrandre kunst den aerdkloot op haer duim.’

Het Allard Pierson heeft deze atlas volledig op zijn beeldbank beschikbaar gemaakt, zodat iedereen er kennis van kan nemen.

Nog twee jubilea

Er zijn nog twee Blaeu-jubilea in 2021: 150 jaar geleden publiceerde P.J.H. Baudet de eerste biografie van Willem Jansz. Blaeu. Bovendien is het 50 jaar geleden dat Marijke Donkersloot-de Vrij in het Geografisch Tijdschrift van het KNAG haar overzicht over 100 jaar bio- en bibliografisch onderzoek naar Willem Jansz. Blaeu publiceerde.

BRON: ALLARD PIERSON, HB-KZL 1804 A 2-3 (BRUIKLEEN KNAG)
De kaarten in Blaeu's 'Nieuwe Atlas' worden vooraf gegaan door een lofdicht van Vondel.