Aardrijkskundeles van Jort Struik
Aardrijkskundedocenten zijn er in verschillende soorten en maten, én met verschillende motivaties. In deze rubriek interviewt Ton van Rietbergen steeds een andere docent over de passie voor het vak en het onderwijs. Jort Struik viel meteen op: een reisfanaat die van vreemde muziek houdt.
In de bijscholingscursus voor aardrijkskundeleraren viel hij me meteen op. En dat is best knap, want over enthousiasme hebben wij docenten niet te klagen tijdens de colleges globalisering. Maar Jort steekt er met zijn immer vrolijke hoofd en priemende ogen bovenuit. Een speurtocht naar de drijfveren van een reisfanaat die van vreemde muziek houdt.
‘Ik werk sinds 2010 op het Jacob van Liesveldt, een christelijke havo, vwo, mavo en vmbo-t in Hellevoetsluis en doe daar vooral vwo tto ofwel tweetalig onderwijs. In de praktijk komt het erop neer dat ik louter aardrijkskunde in het Engels geef. Een groot voordeel is dat je ineens veel meer materiaal hebt. Tweetalig onderwijs is in dit gebied met al zijn multinationals ook bijna een must. Ze doen het hier al zo’n veertien jaar en het heeft een duidelijke meerwaarde. Het staat ook niet op zich, want via het Europees Platform hebben we uitwisselingen. Zo gaan we in jaar 2 naar Cambridge en in jaar 3 naar Gijon (Spanje), Naklow (Polen), Berlijn (Duitsland) en Aalborg (Denemarken). En de Engelsen, Spanjaarden, Polen en Denen komen bij ons langs. We hebben ook nog banden met andere landen. Zo worden onze leerlingen zich ervan bewust dat de wereld groter is dan Nederland. Al weten ze dat door de werkkring van hun ouders toch wel.'
'Ik ben in 2000 bij het Comenius College in Capelle aan de IJssel begonnen met een stage. Ze namen contact met me op toen ik net in Iran zat en bezig was met een reis die ook nog naar Turkmenistan, Oezbekistan en Kirgizië voerde. Daar houd ik van: moeilijke en een tikje vage landen. Ik reis er graag doorheen. Onbekendheid spreekt me aan en in Iran is de vriendelijkheid van de mensen me echt opgevallen. Het verklaart ook mijn liefde voor de boeken van Robert Kaplan. Reis naar het einde der aarde heeft echt indruk op me gemaakt en me er voor de zoveelste keer van doordrongen wat een mooi vak geografie is. Met twee kinderen is het reizen er wel een beetje af, maar mijn speurtocht naar Post Rock en andere moeilijke muzieksoorten houd ik vast.’ Lacht.
'In de derde klas mag ik jammer genoeg maar één uur in de week aardrijkskunde geven. Daardoor moet ik ook een aantal uur geschiedenis verzorgen. Best leuk, maar mijn hart ligt toch bij aardrijkskunde. Met alle onderwerpen heb ik wel wat. Globalisering en ook geopolitiek spreken me echt aan. Het wegnemen van oogkleppen bij leerlingen zou je als mijn missie kunnen beschouwen. Dat kan gaan over het anti-homobeleid in Rusland maar ook over het droogvallen van het Aralmeer, en altijd begint het bij mij met topografie, want de ligging van een land verklaart gewoon veel.
'Met aardrijkskunde in het Engels heb je ineens veel meer materiaal beschikbaar'
‘We zijn twee jaar geleden overgestapt van buiteNLand naar de Geo omdat we daarmee meer variatie en eigen dingen kunnen aanbrengen. Uit onderzoek blijkt ook dat leerlingen het waarderen.
'Ik ben een ongestructureerde, hyper enthousiaste leraar met oog voor de leerling. Het belangrijkste is dat ze wat leren. Ik ben zeker geen popie jopie voor de klas maar een keer ‘hé, Struik’ moet wel kunnen. Ze vinden aardrijkskunde wel leuk bij ons, maar het wordt relatief weinig gekozen. Dat komt door het geringe aantal uren en ook wel doordat geschiedenis zich veel meer promoot. Leerlingen vinden aardrijkskunde pittig. Vooral het bestuderen van bronnen vinden ze moeilijk en de cijfers zijn dan ook niet echt hoog.
'Of ik ooit opbrand of uitgekeken raak op geografie? Die woorden ken ik niet eens!’