Beemster boeren waken over de weidegang

1 februari 2019
Auteurs:
Jan van Mourik
Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2019
Hoeders van het landschap
Opinie
FOTO: JOHAN WIELAND/FLICKR

Weilanden met koeien vormen een vertrouwd cultuurlandschap in laag Nederland. In de Beemster zijn ze zelfs een handelsmerk geworden en vormt de kaasproductie een garantie voor het behoud van de weidegang. Daarmee zijn producenten en consumenten van weidemelk hoeders van dit typisch Nederlandse landschap. 

 

Nederland is wereldwijd bekend om zijn weilanden met grazende koeien. Maar ontwikkelingen zoals schaalvergroting in de landbouw vormen een bedreiging voor het voortbestaan. In krap veertig jaar tijd slonk het aantal melkveebedrijven in Nederland van ongeveer 50.000 (1980) tot 17.000 (2016) en nam het aantal dieren per bedrijf toe van gemiddeld 38 tot 100. De grootste melkveehouderijen tellen inmiddels 500 dieren of meer (2018). Een groeiend areaal grasland wordt niet langer beweid, maar gebruikt voor de productie van hooi, kuilgras en snijmais. Daarnaast is er nu krachtvoer en mengvoer, samengesteld uit restproducten van de voedselindustrie. Door dit alles neemt de weidegang af en blijven de koeien steeds vaker het hele jaar op stal. Dat zie je terug in de cijfers van het ruimtegebruik. Rond 1970 bestond nog ruim een derde van Nederlands grondoppervlakte uit weiland (13.644 km2). Dit werd ongeveer viermaal per jaar gemaaid dan wel begraasd, voornamelijk door runderen en verder schapen en paarden. In 2012 was nog maar 9380 km2 grasland in gebruik. Vanwege het afschaffen van de melkquota nam het areaal in 2015 weer licht toe tot 9560 km2, maar mede door de discussie over de reductie van de veestapel vanwege de CO2-uitstoot zet die groei niet door. 

Behoud 

Het behoud van de weidegang en de biodiversiteit van traditionele weilanden heeft gestaag meer aandacht gekregen, maar kost geld. Zo kwam er subsidie voor boeren die een deel van hun grond beschikbaar stellen als broedweide, door minder intensief te bemesten en later in het seizoen te hooien. Boeren die hun koeien buiten laten grazen (minimaal 120 dagen en 6 uur per dag), ontvangen een premie van 1 tot 1,5 euro op elke 100 kg melk. De introductie van de EU-melkquota en de superheffingen van 1984 tot 2015 waren een extra stimulans om van die subsidies gebruik te maken. Mede hierdoor liepen er in 2016 nog 1,22 miljoen koeien buiten, ofwel 65% van de melkveestapel.

De vraag naar biologische producten neemt gestaag toe. Kaasmakers spelen daarop in en baseren hun product steeds meer op weidemelk. Daarmee lijkt de vraag verduurzaamd en is de kans groot dat we nog lange tijd van weilanden met koeien kunnen genieten. Zo ook in de Beemster, de Noord-Hollandse droogmakerij die sinds 1999 de status van Unesco-werelderfgoed heeft (zie kader). Voor de productie van Beemster kaas wordt 100% Noord-Hollandse weidemelk gebruikt. Saskia van der Valk, medewerker van de cooperatie CONO Kaasmakers, vertelt hoe belangrijk de weidegang voor de sector is . 

Maakt het uit of je weidemelk of stalmelk gebruikt? En is Beemstergras speciaal? 

‘Onze cooperatie maakt kaas van 100% weidemelk. Als de koe vers gras eet, wordt het melkvet zachter. Dit draagt bij aan de smaak en smedigheid [gaat over de textuur: zacht en romig, maar toch krachtig] van de kaas. Daarbij hoort grazen bij het natuurlijke gedrag van koeien en dat draagt bij aan hun gezondheid en welzijn. In de Beemster groeit het gras extra goed op de bodem in de oude zeeklei die aan de oppervlakte is gekomen na de vervening van het Hollandveen. Samen met de zilte zeewind en de deskundigheid van de veehouders zorgt dit voor de perfecte voedingsbodem en “lekker” gras en dat maakt de Beemster een uniek territoir. Grazende koeien eten vooral het bovenste deel van de grassprieten dat relatief veel onverzadigde vetzuren bevat. Dat geldt ook voor hun melk en de kaas die daarvan wordt gemaakt. Weidemelk is daardoor niet alleen lekkerder, maar ook gezonder dan hooikaas.’ 

Het cultuurlandschap van de Beemster is werelderfgoed. Wat betekent dit voor de kaasmakers? 

‘In een kleine gemeenschap als de Beemster kennen we elkaar en zorgen we voor het behoud van de Beemster als werelderfgoed. Bij de bouw van onze nieuwe kaasmakerij hebben we een wedstrijd voor architecten uitgeschreven voor een ontwerp dat past in het Beemster landschap. De nieuwe kaasmakerij is duurzaam gebouwd en vanaf 2020 zal er geheel klimaatneutraal kaas worden gemaakt.’

Is er in de Beemster voldoende gras beschikbaar voor de productie van alle Beemster kaas? 

‘Beemster kaas wordt gemaakt van 100% Noord-Hollandse weidemelk, dat is dus meer dan alleen weidemelk van de Beemster koeien. Noord-Hollandse melk en weidemelk hebben allebei een zegel (Beschermde Oorsprongsbenaming en Weidemelkzegel) dat garandeert dat de herkomst van de melk wordt gecontroleerd door een onafhankelijke partij. Voor Beemster melk bestaat geen apart zegel, maar Beemster kaas wordt uitsluitend in de Beemster gemaakt. Wij blijven ons inzetten voor het gebruik van uitsluitend weidemelk, want die garandeert niet alleen de kwaliteit van de kaas, maar biedt ook de koeien een beter leven.’ 

Lopen er over 100 jaar nog koeien in de weilanden van de Beemster? 

‘Ik hoop van wel. De Beemster is werelderfgoed en de Beemster kaas is daar inmiddels net als de weidekoeien een onderdeel van. Werelderfgoed wordt gewaardeerd, maar het voortbestaan van weilanden met koeien is afhankelijk van de politiek (subsidies) en het consumentengedrag. Oftewel, het begraasde weidelandschap is prachtig, maar heeft zijn prijs. En de droge zomer van 2018 maakt duidelijk dat de klimaatverandering ook de weidemelk kan bedreigen. Afgelopen zomer was er in de meeste weidegebieden onvoldoende gras beschikbaar en moest worden bijgevoerd met hooi. Volgens de wettelijke bepalingen voldoe je dan niet meer aan de eisen die voor weidemelk gelden.’

Unesco-werelderfgoed 

De Beemster was het eerste grootschalige landschapsproject ter wereld. Eind 16e eeuw waren er al plannen om de Beemster droog te leggen, maar door de oorlog met Spanje gebeurde dat pas begin 17e eeuw. De 7200 hectare drooggelegde grond werd volgens een tralievormig verkavelingspatroon ingericht – een Beemster variant op de gulden snede. Dit patroon bleef ruim vier eeuwen gehandhaafd. Landbouw was al die tijd de voornaamste bestaansbron en er liepen koeien in de weilanden. Sinds december 1999 is de Beemster Unesco-werelderfgoed. Dat betekent impliciet dat er wat betreft het landschapsbeheer een inspanningsverplichting bestaat om dit erfgoed volledig te beschermen met inbegrip van de weidekoeien en kaasmakers die bij de Beemster horen. Je kunt het predicaat werelderfgoed immers ook weer verliezen als je er niet goed voor zorgt. 

MEER INFORMATIE

https://beemsterkaas.nl 

BRONNEN 

  • Reh, W., C. Steenbergen, D. Aten 2005. Zee van land: de droogmakerij als atlas van de Hollandse landschapsarchitectuur. Wormer: Stichting Uitgeverij Noord-Holland. 
  • Productschap Pluimvee & Eieren en Productschap Vee & Vlees 2013. Vee, Vlees en Eieren in Nederland. Zie: www.agriholland.nl/cijfers 
  • ZuivelNL 2017. Nederland Zuivelland. Zie: www.zuivelnl.org/ wp-content/uploads/2017/02/Nederland-Zuivelland-2017.pdf 
  • Centraal Bureau voor de Statistiek. Landbouw. Zie: www.cbs.nl/nl-nl/ economie/landbouw