Landschapsatlas van de Oosterschelde

1 januari 2018
Auteurs:
Jan van Mourik
Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2018
Hoeders van het landschap
Opinie
‘Orezant’, een tot de verbeelding sprekend eiland voor de kust van NoordBeveland. De oudste kaart ervan is getekend door Levien Ruyte in 1582.

Als inspiratiebron voor beleidsmakers en planologen

In december verscheen de Landschapsatlas van de Oosterschelde, over de ontwikkeling van het landschap vanaf de prehistorie tot aan onze tijd. De atlas is interessant voor een breed publiek én als inspiratiebron voor beleidsmakers, planologen en ontwerpers bij de aanpassing van het landschap aan het veranderende klimaat.

 

Heel veel informatie over de ontwikkeling van onze landschappen is in de loop der eeuwen vastgelegd op kaarten. Dit cartografisch erfgoed is een waardevolle bron van landschapsinformatie en heel goed inzetbaar bij vraagstukken op het gebied van landschapsreconstructie.

De Atlas van de Oosterschelde is daar een prachtig voorbeeld van. Het is de tweede publicatie van politiek geograaf Kees Bos en landschapsarchitect Jan Willem Bosch over de geschiedenis van het Zeeuwse landschap. In 2008 verscheen de Landschapsatlas van Walcheren. Het zijn in feite monumentale documenten die het landschap beschrijven en duiden, en met de inspirerende kaarten, beelden en teksten toegankelijk maken voor het publiek.

Inspirerende lessen

Kees Bos vertelt dat zijn interesse voor landschappen is gewekt tijdens de inspirerende lessen die hij als mo-student kreeg van Jan Piket. ‘Naast de fysisch-geografische en geomorfologische kennis die Piket ons bijbracht, leerde hij ons kijken naar landschappen. En naar kaarten, die net als schilderijen subjectieve verbeeldingen van een landschap zijn.’ Heel bijzonder vindt Bos de samenwerking met Jan Willem Bosch, die als landschapsarchitect een scherp oog heeft voor de vormgeving in historische en actuele landschappen.

Kees Bos: ‘Bij oude kaarten moet je je steeds afvragen waarom ze zijn gemaakt. Behalve de wens om landschappelijke kenmerken zo goed mogelijk weer te geven, kunnen er bijvoorbeeld juridische of militaire belangen spelen. In Zuidwest-Nederland zijn landaanwinningen, overstromingen en herdijkingen vaak aanleiding geweest voor cartografische verkenningen en registraties. Het interessante daarvan is dat oude manuscriptkaarten van vóór een herdijking ook een oudere laag van het landschap in beeld brengen.’

atomium
FOTO: JAN VAN MOURIK
Kees Bos

Vergezicht

De landschapsatlassen zijn volgens Bos in de eerste plaats bedoeld voor een breed publiek van mensen die genieten van de weidsheid, diversiteit en aardkundige en cultuurhistorische waarden van het Zeeuwse en West-Brabantse landschap. Een belangrijke andere doelgroep zijn bestuurders, beleidsmakers, planologen en wie er ook maar beslissende veranderingen in het landschap teweeg kunnen brengen. Bos: ‘We laten ook zien hoeveel er verrommeld is, welke ontwikkelingen er op verkeerde plekken zijn gerealiseerd, hoe het anders kan, maar ook waar het heel goed is gegaan. Daarom eindigen onze atlassen met een vergezicht. Bij de Oosterschelde ontkomen we niet aan de gevolgen van de klimaatverandering. Wat gebeurt er als de Stormvloedkering niet één maar honderd keer per jaar moet sluiten? Wat moet er gebeuren als de zeespiegel in 2100 geen 85 cm, maar 1,35 m of zelfs meer stijgt? Volgend jaar komen er nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI. Het is goed nu al te denken aan wat er over dertig of veertig jaar moet gebeuren.’

Bos denkt dat de atlassen een enorme inspiratiebron kunnen zijn voor landschapsbeheerders. In de eerste plaats omdat de atlassen de hele landschapsgeschiedenis vanaf het begin van het Holoceen tot nu bestrijken. Met behulp van oude kaarten zijn landschapsreconstructies gemaakt (Bos: ‘Ziedaar de belangrijke inbreng van Jan Willem als landschapsarchitect’), die als het ware de historische lagen van het huidige landschap blootleggen. Ook bodemkaarten en hoogtekaarten vervullen daarin een rol. In de tweede plaats is kennis van de waarden van een landschap belangrijk bij het beheer en de inrichting. Bos: ‘Soms zijn er dingen gebeurd waarvan je achteraf moet zeggen: hier hebben we kansen laten liggen. Zo heeft het Plan Tureluur in het westelijk deel van Schouwen een fantastisch natuurontwikkelingsgebied opgeleverd.

Maar er is geen rekening gehouden met de historische structuur van kreekruggetjes en poelgronden. Was dat wel gebeurd, dan zou dat waarde toegevoegd hebben.’

In 1600 breekt de geul Het Faal, die het eiland van Noord-Beveland scheidt, door en splits het eiland in tweeën. Dat is goed te zien op een kaart uit 1620, vervaardigd door J. Simons en J. in der Velde.

Favoriete kaart

Of hij een favoriete kaart in de Landschapsatlas van de Oosterschelde kan aanwijzen als momentopname van landschapsontwikkeling? Bos: ‘Dat is niet één, maar een sequentie van kaarten. Samen laten ze de ontwikkeling zien van Orisant, een inmiddels verdwenen eiland voor de kust van Noord-Beveland (zie kader).’

Het eerste exemplaar van de Landschapsatlas van de Oosterschelde werd op 6 december in de Nieuwe kerk van Zierikzee uitgereikt aan Jan Terlouw. Als politicus was Terlouw in het verleden betrokken bij het openhouden van de Oosterschelde en hij schreef de roman Oosterschelde windkracht 10

Hoe Ouwelek er in 1746 nog uitzag is getekend door Hattinga. Deze kaart, geprojecteerd op een ­huidig beeld van Noord-Beveland, laat goed zien hoe voor de Vlietepolder het eiland Orisant verloren is gegaan
Opkomst en neergang van Orisant

De oudste kaart van Orisant is getekend door Levien Ruyte in 1582. Hij verbeeldt een stukje Zeeland zoals dat er in de vroege middeleeuwen uitgezien kan hebben (kaart linksboven). Onbedijkt; een opwas met een ruwe schorvegetatie, waarop herders hun schapen weidden.

In 1600 brak het Faal, een arm van de Oosterschelde die Orisant van NoordBeveland scheidde, door en deelde het eiland in tweeën. Dat is goed te zien op een kaart uit 1620 van J. Simons en J. in der Velde (kaart rechtsboven). Het oostelijk deel werd in 1602 bedijkt. Een welvarend dorp is er echter nooit gekomen, enkel een paar huizen, waar een schout en een aantal pioniers woonden. Regelmatig liepen stukken land achter de dijk onder water. In 1639 overstroomde de hele opwas om alleen nog in het zomerseizoen als weidegebied voor een paar herders te fungeren. Het westelijk deel van het in tweeën gebroken Orisant groeide aanvankelijk aan door sedimentatie achter een zich uitbreidende rij duinen. In 1665 werd dat deel als West-Orisande of Ouwelek omdijkt en ingepolderd. Ook dit bleek geen succes.

In 1682 was er een totale overstroming, in 1687 een herdijking, maar in 1780 moest de polder definitief worden opgegeven. Hoe Ouwelek er in 1746 nog uitzag, is te zien op de kaart van Hattinga. Geprojecteerd op een huidig beeld van NoordBeveland laat deze goed zien hoe Orisant in de Oosterschelde ten onder is gegaan

Landschapsatlas van de Oosterschelde

Dit standaardwerk over de landschapshistorie van het Oosterscheldegebied toont in 440 pagina’s de ontwikkelingen vanaf de prehistorie tot aan onze tijd en geeft een visie op de toekomst van het gebied.

 

BESTELLEN

Tot 1 februari bestellen KNAG-leden de landschapsatlas met korting. Ze betalen € 54,50 inclusief verzendkosten, in plaats van € 59,50. Stuur een e-mail met volledige naam en adresgegevens naar info@knag.nl. De uitgever stuurt u daarop de atlas met factuur toe.