De oudste kaart van Orisant is getekend door Levien Ruyte in 1582. Hij verbeeldt een stukje Zeeland zoals dat er in de vroege middeleeuwen uitgezien kan hebben (kaart linksboven). Onbedijkt; een opwas met een ruwe schorvegetatie, waarop herders hun schapen weidden.
In 1600 brak het Faal, een arm van de Oosterschelde die Orisant van NoordBeveland scheidde, door en deelde het eiland in tweeën. Dat is goed te zien op een kaart uit 1620 van J. Simons en J. in der Velde (kaart rechtsboven). Het oostelijk deel werd in 1602 bedijkt. Een welvarend dorp is er echter nooit gekomen, enkel een paar huizen, waar een schout en een aantal pioniers woonden. Regelmatig liepen stukken land achter de dijk onder water. In 1639 overstroomde de hele opwas om alleen nog in het zomerseizoen als weidegebied voor een paar herders te fungeren. Het westelijk deel van het in tweeën gebroken Orisant groeide aanvankelijk aan door sedimentatie achter een zich uitbreidende rij duinen. In 1665 werd dat deel als West-Orisande of Ouwelek omdijkt en ingepolderd. Ook dit bleek geen succes.
In 1682 was er een totale overstroming, in 1687 een herdijking, maar in 1780 moest de polder definitief worden opgegeven. Hoe Ouwelek er in 1746 nog uitzag, is te zien op de kaart van Hattinga. Geprojecteerd op een huidig beeld van NoordBeveland laat deze goed zien hoe Orisant in de Oosterschelde ten onder is gegaan