De herder met schaapskudde als eigentijdse professional

1 februari 2017
Auteurs:
Jan van Mourik
Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2017
Hoeders van het landschap
Nederland
Opinie
schaapskudde
FOTO: JAN VAN MOURIK
Marianne Duinkerken tussen haar schapen op het Balloërveld

Toeristen vinden het mooi, zo’n herder met schaapskudde op de hei. Maar ze zijn meer dan een nostalgische attractie en leveren een belangrijke bijdrage aan het beheer van het heidelandschap.

 

Tot eind 19e eeuw trokken in Nederland vele herders met schaapskudden rond op heiden, in duinen en stuifzanden en op boerenland. Door de opkomst van de moderne landbouw werden de meesten uit het Nederlandse landschap verdrongen. Daarmee verdween niet alleen een oud ambacht maar verdwenen ook zeldzame schapenrassen en historische landschappen.

In het septembernummer van Geografie was te lezen hoe de heide eeuwenlang duurzaam werd begraasd vóór sprake was van heidedegradatie door overbegrazing en afplagging. Dankzij de lobby van Staatsbosbeheer, Provinciaal landschap en Natuurmonumenten is het herstel van het heidelandschap in de loop van de 20e eeuw op de politieke agenda gezet, maar pas na ondertekening van de biodiversiteitsakkoorden in Rio de Janeiro in 1992 verplichtte Nederland zich tot het herstel en beheer van droge en natte heiden. Op een aantal plekken startten herstelprojecten. Om vergrassing en verbosssing van de herstelde heide tegen te gaan, moest die wel worden begraasd. De schaapherder maakte een comeback en inmiddels trekken er weer meer dan honderd ‘gescheperde’ schaapskudden rond in ons landschap: op heiden maar ook in duinen, stuifzanden en zelfs urbane gebieden. De tegenwoordige herders zijn allerminst oude, bedachtzame, filosoferende figuren, maar eigentijdse ondernemers die verantwoordelijk zijn voor een essentieel onderdeel van 

ons natuurbeheer en voor het welzijn van een kudde dieren als basis van een productiebedrijf.

Balloërveld

‘Een van de gebieden die worden beheerd met een gescheperde kudde is het Balloërveld, een heidereservaat van 367 hectare tussen Gasteren, Rolde en Loon, in de gemeente Aa en Hunze. Het ligt op het Drents plateau tussen de dalinsnijdingen van het Loonerdiep en het Rolderdiep. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat dit heidelandschap een lange cultuurhistorische geschiedenis heeft. Het wordt doorkruist door zandwegen en karrensporen die deels nog dateren van vóór de middeleeuwen. Er zijn grafheuvels, een urnenveld en resten van akkerbouw uit de ijzertijd gevonden en zelfs restanten die duiden op steentijdbewoning. Tot 2007 was de heide militair oefenterrein; daarna kwam het in handen van Staatsbosbeheer. De Herders van Balloo beweiden nu in opdracht van Staatsbosbeheer het Balloërveld met ongeveer 400 schapen en 300 rammen, de grootste kudde van Drenthe. Een van hen is Marianne Duinkerken. We vroegen haar hoe het is om ‘scheper’ te zijn in de 21e eeuw.

balloërveld
Het Balloërveld

Hoe ben je als herder in Balloo terechtgekomen? 

‘In 2001 fietste ik over het Balloërveld. Er sprong een man uit de struiken die mij vroeg of ik een ram had gezien. Zo maakte ik kennis met schaapherder Albert Koopman. We raakten aan de praat, hij aan de ene, ik aan de andere kant van de zandweg. Door de verhalen die mijn vader me vroeger voorlas uit het zondagschoolblaadje De Goede Herder had ik een beeld waaraan de man die nu voor mij stond, totaal niet voldeed. Na een uurtje namen we afscheid, maar ik zocht hem daarna weer op om meer te horen over zijn werk. Albert nodigde mij uit een dag met hem en de kudde mee te gaan. Ik moet bekennen: het werd een grote teleurstelling. Niets wat ik die dag zag, hoorde en beleefde, prikkelde mijn belangstelling voor de schaapskudde. Totdat Albert me voorstelde een dag alleen met de kudde op te trekken. Er ging een verborgen wereld voor me open en sinds 2007 ben ik een van de Herders van Balloo. Later leerde ik meer over de filosofie van het ministerie van Defensie, toen nog de eigenaar van het Balloërveld. Defensie zorgde goed voor de natuurgebieden. Ze zag de grote waarde van een gescheperde kudde op een vergrast heidegebied. Begrazing is belangrijk om heidestruiken gezond te houden en vergrassing en verboming tegen te gaan. Daarnaast stimuleert de dynamiek van de kudde verspreiding van zaden, beweging van muizen, vliegen en muggen. Ook valken en zwaluwen zijn vaak in de buurt van de kudde, en mestkevers.’

Hoe ziet de dag van een herder er uit?

‘Je staat uiteraard vroeg op en gaat eerst buiten kijken om te zien en te voelen wat voor dag het gaat worden. Daarna moet het wolatelier gereed worden gemaakt voor de bezoekers. Dan inspecteer ik de schaapskooi, veeg het erf aan en maak het informatiecentrum in orde voor de rest van de dag. Ik ga met mijn kudde op pad na een inspectie van de dieren. Als een dier wat hinkt neem ik het apart om te kijken of de hoefjes moeten worden bijgeknipt. Daarna gaat het hek open van de nachtweide en al hebben de dieren daar behoorlijk wat ruimte, ze zijn ieder dag weer blij dat ze het veld op kunnen rennen, de vrijheid tegemoet. Wat we die dag precies gaan doen, ligt aan het jaargetijde, de conditie van de dieren, mijn conditie en natuurlijk de wensen van Staatsbosbeheer. Zo trekken we tot het einde van de middag over het veld. Ik roep ze dan bij me en in een oogwenk is de kudde bijeen en geholpen door mijn honden breng ik ze naar de nachtweide. De honden zijn in het vrije veld het onzichtbare hek rond de kudde. Het kost maanden om ze goed op te leiden. Aan het einde van hun werkdag geef ik ze dan ook extra aandacht. We lopen terug naar de schaapskooi en naar huis.’

schaapskudden
Gescheperde schaapskudden in Nederland
Waar lopen de schapen
waar lopen de schapen

Voor haar boek Waar lopen de schapen heeft Margo Vonk grondig inventariserend onderzoek gedaan naar alle grote en kleine schaapskudden in Nederland. Het boek schetst de wereld van het schapenhoeden en is schitterend geïllustreerd. Het bevat ook een lijst van 101 bedrijven en herders die zich om die kuddes bekommeren. Die is uitgebreider dan die in de kaart hierboven, waarin alleen de grotere kuddes voor natuurbeheer staan. De organisatie van herders is in Nederland wat versnipperd: er zijn vijf belangenorganisaties! Vonk vermeldt in haar boek de kuddes van herders die meewerken aan het praktijknetwerk en aan het onlangs ontwikkelde certificatensysteem. De lijst bevat zowel de grote kuddes die fulltime gehoed worden (circa 40), als de kleinere (parttime) bedrijfjes die niet als professioneel worden beschouwd, maar dat grotendeels wel zijn.

Bestaat er een opleiding tot professioneel herder?

‘De meeste herders in Nederland zijn er via allerlei wegen toe gekomen. Natuurlijk spelen kennis, belangstelling en ambitie een belangrijke rol, maar de meesten hebben zich zelf tot herder ontwikkeld. Het is wel een aandachtspunt dat er straks een nieuwe generatie herders beschikbaar moet zijn. Daarom bestaat er sinds kort een geaccrediteerde tweejarige deeltijdopleiding schaapherder (MBO Helicon, Velp), met aandacht voor het schaap, het hoeden, maar ook de natuur, wet- en regelgeving en ondernemerschap. 

Studenten die zo’n opleiding volgen hoeven niet per se schaapherder te worden; ze kunnen ook kiezen voor een baan als terreinbeheerder. De tijd zal leren of zo’n opleiding beklijft. Veel schaapherders zijn immers zij-instromers en hun werk vereist een instelling die je niet veel tegenkomt bij doorsneewerknemers. Voor het grote geld hoef je geen herder worden. Maar als je elke dag met de kudde optrekt, ontstaat een sterke binding met de dieren die op het veld hun bestaan hebben. Elke dag de verwondering in de natuur, het overgaan van de seizoenen, het beleven van je eigen stemmingen, dat maakt het leven van de herder zo totaal.’

Voel je je vooral schapenhouder, landschapsbeheerder of ondernemer?

‘Je bent met je kudde een belangrijke schakel in het landschapsbeheer. Vooral het weiden geeft me veel voldoening. Het is mooi een landschap te onderhouden en daar dagelijks één mee te zijn. Maar mijn gevoel ligt allereerst bij de dieren, daarna bij het landschap. Samen vormen ze echter een eenheid. De gescheperde heide is kostbaar cultuurlandschappelijk erfgoed dat wij herders in stand mogen houden.

Alleen begrazing is niet genoeg om de heide in stand te houden

'Maar we moeten ook de kost verdienen en dat maakt ons impliciet ondernemer. We moeten onze inkomsten genereren uit beheersvergoedingen en subsidies en uit de opbrengst van de producten die we aanbieden in ons wolatelier. We werken in opdracht van Staatsbosbeheer en krijgen een maandelijkse beheersvergoeding. Daarnaast ontvangen we van de Provincie Drenthe een waarderingssubsidie. We zijn zelf eigenaar van de kudde, dus we kunnen ook inkomsten genereren uit de verkoop van onze gefokte Drentse heideschapen, huiden, wol en vlees. Voor het spinnen van garen en het weven huren we andere mensen in. Het slachten van de lammeren doet een slager die ook de salami en ham maakt. Ze worden door ons betaald; we werken niet met vrijwilligers. De Herders van Balloo zijn belangrijk voor de vele toeristen die het Balloërveld bezoeken. Mensen vinden het een belevenis om tijdens een tocht over het veld de kudde tegen te komen. Veel gezinnen met kinderen komen de schaapskooi bezoeken.In het informatiecentrum leren ze meer over het heidelandschap en de betekenis van een gescheperde kudde. En ten slotte organiseren we workshops spinnen en weven.’

begrazing natuurgebieden
Begrazing natuurgebieden
Op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed

De herders met traditionele schaaprassen zijn sinds december 2016 toegevoegd aan de officiële lijst van immaterieel cultureel erfgoed. Ze trekken in het groeiseizoen met hun kuddes over heides en grasvelden. Daarmee dragen ze volgens het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed bij aan het onderhoud van de biodiversiteit. De toekenning is ook een gebaar naar het Gilde van traditionele schaapherders, dat onder meer werkt aan een kennisoverdrachtssysteem en een meester-gezelopleiding waarin herders leerlingen onder hun hoede nemen.

Worden er op het Balloërveld nog andere beheersmaatregelen toegepast?

‘Alleen begrazing is niet genoeg om de heide in stand te houden. Schapen eten het liefst gras. Pas in de nazomer, als het gras schaars wordt, en vooral in de winter als er sneeuw ligt, eten ze ook loten van de heideplanten. Daarom verouderen de heidestruiken en moet Staatsbosbeheer de heide periodiek maaien.

'Daarnaast organiseert SBB jaarlijks een natuurwerkdag waarop vrijwilligers jonge boompjes rooien om verboming tegen te gaan. Maatregels als plaggen en branden worden maar heel incidenteel toegepast. Door de begrazing blijft zowel het natuurlijke reliëf van het Balloërveld goed zichtbaar als het reliëf van archeologische elementen zoals grafheuvels. Deze vorm van heidebeheer waarborgt niet alleen het visuele, maar ook het fysieke behoud van aardkundig en archeologisch erfgoed. ‘



Denk je dat er over 25 jaar nog schaapskudden grazen op de heide?

‘Ik denk dat het iets van alle tijden is. Het heidelandschap behoort tot ons cultuurlandschappelijk erfgoed, en de meeste heidereservaten hebben een Natura 2000-status. Het voortbestaan van het natuurgebied Balloërveld is voorlopig gegarandeerd omdat het deel uitmaakt van het Nationaal Park Drentsche Aa. Ik zou aardrijkskundeleraren willen uitnodigen alleen of met hun klas eens een dag naar Balloo te komen om te ervaren wat heidebeheer met een gescheperde kudde inhoudt. Je vindt ons op www.herdersvanballoo.nl.’

 

In deze nieuwe serie interviewt Jan van Mourik mensen die zich inzetten voor de vormgeving en bescherming van het Nederlandse landschap.