Brexpats in onzekerheid

15 juni 2019
Auteurs:
Rob van der Vaart
em. prof. dr. sociale geografie
Dit artikel is verschenen in: geografie juni 2019
Brexit
Spanje
Kennis
FOTO: EUROCITIZENS
Britse werkenden, pensionados en studenten demonstreren in maart 2019 in Madrid, omdat zij zich grote zorgen maken over hun rechtspositie bij een Brexit.

‘Costa Collateral’ werd de Spaanse kust genoemd in een recent artikel in The New European. De auteur doelde op het lot van de Britten die in Spanje wonen bij een niet goed geregelde Brexit. Zij kunnen wel eens de collateral damage vormen van een chaotisch vertrek uit de EU. 

 

Volgens de officiële cijfers wonen er zo’n 310.000 Britten permanent in Spanje, maar volgens de Spaanse overheid zijn dat er ruim 400.000; velen hebben zich immers niet formeel geregistreerd. Alleen al in Andalusië zijn meer dan 80.000 Britten ingeschreven. Ook in de andere kustregio’s en in Madrid wonen grote groepen Brexpats. Brexit leidt tot veel onzekerheid onder deze diverse groep, die voor iets minder dan 40 procent uit 65-plussers bestaat. Hoe moet het verder met deze mensen na een harde of zachte Brexit? De problematiek is uiteraard overal gelijk, of ze nu in Madrid wonen, in Benidorm of bij Malaga. Wel wonen er in de kustregio’s relatief meer bejaarden en die hebben zo hun eigen problemen met Brexit, zoals we zullen zien. 

Duidelijkheid 

Al sinds het Brexit-referendum van 2016 dringen de Britten in Spanje bij de Britse overheid aan op duidelijkheid. Dat doen zij onder meer via organisaties zoals Eurocitizens, Brexpats en Bremain in Spain, die zich op internet stevig roeren. De ontwerpovereenkomst tussen de regering van Theresa May en de Europese Unie, die het Lagerhuis intussen al diverse keren heeft weggestemd, bood in elk geval duidelijkheid voor de overgangsperiode tot januari 2021. Alles zou in die tijd bij het oude blijven en intussen zou worden gewerkt aan hoe het vanaf 2021 verder moet. Maar bij een eventuele no deal-Brexit is er helemaal niets geregeld. Daarom heeft Spanje begin maart 2019 wetgeving goedgekeurd die de rechten van de Britten in het land tot 2021 overregelt, mocht het op een no deal uitdraaien: aan woon- en werkvergunningen en regelingen voor gezondheidszorg verandert grofweg niets in die overgangsfase. Deze genereuze wetgeving is echter tijdelijk, eenzijdig én afhankelijk van reciprociteit. Met andere woorden: Spanjaarden in het Verenigd Koninkrijk en Spaanse grenswerkers in Gibraltar moeten dan wel in gelijke mate hun rechten behouden in de overgangsfase. Maar de Britse politiek heeft het te druk met zichzelf en tot op heden nog geen garantie over de wederkerigheid gegeven. Komt die er niet, dan kan Spanje vanaf twee maanden na een no deal-Brexit de regelgeving intrekken. De bottomline is dus dat zelfs voor de overgangsfase – als er een Brexit komt – nog niets 100 procent zeker is voor de Britten in Spanje. Om maar niet te spreken over de langere termijn: daarvoor is helemaal nada geregeld. 

Figuur 1. Toeristen in Spanje naar herkomstland
Figuur 2. Britse migranten in andere EU-landen
Engelse invloed
Engelse invloed

FOTO: LBM0
De Britten ontwikkelden eind 19e eeuw enorme open pit-mijnen bij de Rio Tinto, ten noorden van Huelva, om een veelheid aan grondstoffen te winnen.

De populairste sport in Spanje, voetbal, is ooit door de Engelsen geïntroduceerd. De oudste club van Spanje, Recreativo de Huelva, werd in 1889 door Britse expats opgericht. Er waren in die tijd veel Britten in de regio vanwege de grootschalige mijnbouwactiviteiten bij Minas de Riotinto (zie verderop). Toen in 1890 de eerste interlokale voetbalwedstrijd plaatsvond, tussen Recreativo de Huelva en Sevilla, speelden in beide teams slechts twee Spanjaarden, de rest was Engels. De Britten introduceerden ook golf op het Spaanse vasteland (er was al een baan op de Canarische eilanden). In 1916 opende de Bellavista golfclub aan de Costa de la Luz aan de Atlantische kust. De leden waren Britten die voor mijnbouw of handel in het gebied verbleven en daar een betrekkelijk besloten gemeenschap vormden. Tien jaar later opende bij Malaga de eerste golfbaan aan de Costa del Sol, aangelegd door de beroemde Britse ontwerper Harry Colt. Aanleiding was dat Britse royalty regelmatig kwam overwinteren in Malaga en die moest wel een balletje kunnen slaan. Het Britse wereldrijk van de 19e eeuw had een onverzadigbare behoefte aan grondstoffen. Ook in Spanje hadden Britse ondernemers op diverse plekken mijnbouwrechten verworven. Zo kocht de Riotinto Mining Company in 1873 voor maar liefst 3,7 miljoen pond alle rechten om grondstoffen te winnen bij de Rio Tinto, ten noorden van Huelva. Dit gebied is pyrietgordel en rijk aan koper, zink, zilver, goud, ijzer en andere producten. De Britten ontwikkelden hier gigantische open pit-mijnen en legden een spoorlijn en haveninstallaties aan om de grondstoffen naar Engeland af te voeren. Het landschap is tegenwoordig een spectaculaire en veelkleurige gatenkaas. In 1954 werden de mijnen overgedragen aan het Franco-regime en in 2002 sloot de laatste mijn (in 2007 was er een bescheiden herstart). In het stadje Minas de Riotinto is nog een volledig Victoriaanse wijk te zien, Bella Vista, waar destijds de Britse ingenieurs en geologen en hun gezinnen woonden: compleet met village green en Anglicaans kerkje. De Riotintogroep is tegenwoordig een van de grootste mondiaal opererende mijnbouwbedrijven ter wereld.onderdeel van de Iberische

Wonen, werken, zorg 

Wat zijn nu de issues, ook voor de langere termijn? Als het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie stapt, zijn de Britten in Europa voortaan burgers van een ‘derde land’ en vervallen ook de vrijheden die in Europese verdragen zijn geregeld. Woon- en werkvergunningen zijn niet meer vanzelfsprekend. Het is te verwachten dat Britten die al in Spanje wonen, in het land mogen blijven, hoe Brexit ook zal verlopen. Zowel Spanje als het VK heeft de intentie uitgesproken hieraan niet te tornen. Maar de diverse internetfora voor Britten in Spanje maken duidelijk dat er enorm veel onzekerheid is. Velen proberen zich goed te informeren, maar juist dan blijkt hoeveel zaken (aan Britse kant) niet doordacht zijn. Een paar voorbeelden. Een Britse vrouw werkt al jarenlang voor een Brits bedrijf in Spanje. Zal de onderneming na Brexit in het land actief mogen blijven? Een echtpaar overwoog hun bejaarde moeder die nu nog in Engeland woont, in Spanje in huis te nemen. Maar kan dat nog wel doorgaan? De kinderen van een ander stel gaan studeren. Welk collegegeld gaan ze straks betalen? En ga zo maar door. 

De ziektekostenverzekering is een groot probleem en dat treft vooral bejaarden. Binnen de EU kennen we de medische zorgpas die gezondheidszorg in andere EU-landen regelt. Voor de Britten vervalt die na Brexit, want achter de zorgpas zit een fijnmazig stelsel van Europese regels over interne verrekening tussen landen. Britten die werken in Spanje en daar sociale premies betalen, kunnen gewoon in het Spaanse systeem van verzekering mee. Maar senioren die niet werken en niet uit een EU-land komen, zullen ¤ 156 per maand moeten gaan betalen en dan ook al hun medicijnen zelf moeten bekostigen (dat is de algemene Spaanse regeling voor deze mensen) of zich vele malen duurder particulier moeten verzekeren. De Britse bejaarden die in Spanje wonen, zijn over het algemeen niet kapitaalkrachtig. We zien nu al dat Britse pensionados terugkeren naar Engeland, omdat ze vrezen straks in Spanje de zorgkosten niet te kunnen opbrengen. Als dat massaal gebeurt, krijgt de Britse National Health Service er een flinke kostenpost bij. Want de behandelkosten voor Britse ouderen in Spanje liggen 50% lager dan in eigen land. Het is natuurlijk mogelijk dat de EU en het VK hierover straks goede afspraken maken die gunstig zijn voor de senioren, maar op dit moment is daar geen zekerheid over. 

Als de Britse pensionados terugkeren naar het VK, krijgt de National Health Service er een flinke kostenpost bij

Britse pond 

Er zijn nog andere redenen waarom Britse senioren in Andalusië en andere regio’s teruggaan naar Engeland. Dat komt deels door negatieve beeldvorming over de verwachte problemen en door de alsmaar voortdurende onzekerheid. Britse expats merken dat ze de laatste jaren in Spanje minder kunnen kopen voor hun Britse ponden dan voorheen. Velen vrezen dat een chaotische Brexit een vrije val van het pond veroorzaakt. Dan wordt wonen in Spanje voor velen te duur. Verder zijn er wettelijke en technische problemen met het uitkeren van pensioenen van private partijen na een eventuele ongeregelde Brexit. Financiële partijen van buiten de EU mogen niet zo maar betalingen doen in en financiële transacties plegen binnen EU-landen. Kunnen private pensioenen dan nog wel uitgekeerd worden in Spanje? Op termijn zal het wel goed komen, maar in het begin van een no deal- Brexit kunnen betalingen maandenlang vertraging oplopen. Daar komt bij dat in Spanje een dubbele nationaliteit niet mogelijk is. Wie besluit Spanjaard te worden om zo EU-burger te blijven, moet zijn Britse nationaliteit vaarwel zeggen. Dat is voor veel Britten, die vaak slecht zijn geïntegreerd in de Spaanse samenleving en zelfs de taal niet spreken, geen optie. Veel Britten in Spanje hebben het gevoel dat zij – net als landgenoten die in andere EU-landen wonen – straks de collateral damage zijn van het ondoordachte Brexit-avontuur. 

De sherry-connection
Sherry

FOTO: RAIMUNDO LIRA
Historisch sherryvat in de Bodegas Tío Pepe in Jerez de la Frontera, eigendom van González Byass: het resultaat van een samenwerking tussen de Spanjaard Manuel María González Angel en de Brit Robert Blake Byass, die de sherry vanaf 1844 in het Verenigd Koninkrijk aan de man bracht.

Harvey, Osborne, Sandeman, Williams & Humbert, Terry, Garvey, Duff-Gordon: de sherry-business is vergeven van de Engelse namen. De bemoeienis begon in de 16e eeuw, toen Hendrik VIII zich met zijn rijk afkeerde van het katholicisme en een aantal katholieke Britten naar het Spaanse Jerez vluchtte om daar een wijnhandel te beginnen. De versterkte wijn uit Jerez de la Frontera en omgeving, niet ver van de havenstad Cádiz, was in Engeland reeds bekend en werd al eeuwenlang op bescheiden schaal geïmporteerd. In de loop van de 17e en 18e eeuw vertrokken veel meer Engelsen naar Jerez om wijnhandelaar te worden of eigen bodega’s te beginnen. De sherry was namelijk immens populair geworden in Groot-Brittannië. Hun nazaten, een aantal Anglo-Schots-Iers-Spaanse families, zijn nu de sherrybaronnen. Het VK is nog steeds de belangrijkste exportmarkt voor sherry. De laatste decennia kwam daar de klad in, maar dankzij gerichte marketingcampagnes en nadruk op de meer verfijnde soorten van de fortified wine, zitten de verkopen nu weer in de lift. Uiteraard vreest de sherrysector Brexit. Men is vooral bang dat er in het VK aanzienlijke importheffingen op sherry zullen komen. Daarnaast vreest de sector – net als de Spaanse fruittelers – terugval in de consumptieve vraag.

BRONNEN