Gibraltar en Brexit

1 mei 2019
Auteurs:
Rob van der Vaart
em. prof. dr. sociale geografie
Dit artikel is verschenen in: geografie mei 2019
Brexit
Spanje
Kennis
FOTO: PORT OF GIBRALTAR/WIKIMEDIA
Op 6 vierkante kilometer wonen zo’n 30.000 mensen, ingeklemd tussen de hoge rots aan de oostkant en de havens in het westen. De spoorlijn doorkruist de landingsbaan van het vliegveld.

De 1200 meter lange grens van Spanje met Gibraltar, ook wel simpelweg The Fence genoemd, verandert bij Brexit van een Europese binnengrens in een Europese buitengrens. Dat geeft heel wat problemen.

 

De wederkerige relaties tussen het Verenigd Koninkrijk en Spanje zijn een succesverhaal van Europese samenwerking. Het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en investeringen heeft in beide richtingen veel opgeleverd. Zo’n 300.000 Britten wonen permanent in Spanje. Reken je Britten mee die er een deel van het jaar verblijven, dan lopen de schattingen op tot bijna een miljoen. En zo’n 150.000 Spanjaarden wonen, werken en/of studeren in het VK. De handelsbalans voor goederen en diensten tussen beide landen valt ruim in het voordeel van Spanje uit. Aan de dienstenkant is uiteraard het toerisme belangrijk: de meer dan 18 miljoen Britse toeristen zijn goed voor ongeveer 20 procent van de toeristische inkomsten van Spanje. Spaanse banken, vooral Sabadell en Santander, behoren tot de grootste buitenlandse investeerders in de bankensector van de Londense City. En het VK is de vierde investeerder in Spanje (telecomsector, tabaksindustrie, vastgoed).

De Europese samenwerking heeft nóg een belangrijk voordeel: het EU-kader schiep ruimte voor een werkbare voorlopige ‘oplossing’ voor het potentiële conflict rond Gibraltar. In dit tweeluik over Spanje en de Brexit staan we eerst stil bij Gibraltar. In het volgende nummer van Geografie kijken we naar de gevolgen voor de Britten die in Spanje wonen.

Spaanse eisen

Als Spanje in het nieuws komt vanwege Brexit, draait het bijna altijd om Gibraltar. In november dreigden de Spanjaarden een veto uit te spreken over het ontwerpakkoord voor Brexit als niet zwart op wit zou komen te staan dat Madrid en Londen samen de toekomst van Gibraltar moeten bepalen. De Spanjaarden willen niet dat ‘Brussel’ en Londen onderling iets bekokstoven over het lot van Gibraltar, als ondergeschikt deel van de grotere Brexit. Na ruim een week was de crisis bezworen, maar afgelopen februari laaide de zaak weer op. Onder Spaanse druk werd in EU-stukken gesproken over Gibraltar als ‘kolonie’ van de Britse kroon. Daar was Londen woedend over. Spanje dreigde het visumvrij reizen voor Britten in de transitieperiode (tot 2021) te blokkeren als het woord ‘kolonie’ werd geschrapt. Britse politici worden niet moe te herhalen dat Gibraltar ‘volwaardig lid van de Britse familie’ is. Maar Londen heeft dit familielid wel een dolk in de rug gestoken met het Brexit-idee. Ook de Gibraltarezen mochten stemmen bij het referendum van 2016. Gibraltar had van alle districten in het Verenigd Koninkrijk de hoogste opkomst: 83,5 procent. En de meest overweldigende tegenstand tegen Brexit: 95,9 procent stemde voor Remain. Gibraltar gedijt bij de open EU-binnengrens met Spanje. En de bewoners realiseren zich dat de huidige politieke status van hun territorium in hoge mate aan de EU te danken is. Hoewel er uiteraard heel veel verschillen zijn, is de situatie te vergelijken met de Iers – Noord-Ierse grens: de kwestie ligt politiek uiterst gevoelig en een EU- binnengrens wordt bij Brexit een buitengrens van de Europese Unie. De Iers – Noord-Ierse kwestie is natuurlijk grootschaliger en explosiever, maar in beide gevallen rijt een Brexit oude wonden open.

BEELD: © GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN 2019
Gibraltar

Gibraltar als conflict

Op de 6 vierkante kilometer van Gibraltar wonen zo’n 30.000 mensen, geconcentreerd op de westelijke helft van het schiereiland, ingeklemd tussen de 426 meter hoge rots aan de oostkant en de havens in het westen (kaart). In 1704, tijdens de Spaanse Successieoorlog, veroverden Engelsen samen met Nederlanders Gibraltar. Bij de Vrede van Utrecht in 1713 werd het aan de Britten toegewezen: ‘de stad en het kasteel van Gibraltar, samen met de haven, de versterkingen en forten die daarbij horen’. De landengte ten noorden van Gibraltar was een neutrale zone van zo’n 150 hectare. In 1815 brak er gele koorts uit en de gouverneur kwam met de Spaanse autoriteiten overeen dat in de neutrale zone barakken gebouwd mochten worden om de gezonde mensen beter van de besmette te kunnen scheiden en zo de epidemie meester te kunnen worden. Maar de Britten gingen niet meer weg uit de landengte en besloten in 1938 eenzijdig om in de neutrale zone die zij intussen goeddeels hadden ingepalmd, een vliegveld aan te leggen, nu de internationale luchthaven van Gibraltar. Los van de legitimiteit van de Britse claim op Gibraltar, die de Spanjaarden betwisten, is er dus nog het probleem van het landjepik in de neutrale zone en de status van de luchthaven. Landaanwinning in zee is nog zo’n extra probleem. Ook op dit moment, dwars door de Brexit-perikelen heen, speelt een conflict over een plan van de overheid van Gibraltar voor landaanwinning in zee ten behoeve van woningbouw. Gibraltar heeft in de jaren 1980 en 1990 ook diverse uitbreidingen op nieuw gewonnen land gerealiseerd. De Spanjaarden verwijzen naar de Vrede van Utrecht en zeggen dat Groot-Brittannië destijds wel land maar geen zee kreeg toegewezen. De Britse overheid en Gibraltar werpen tegen dat ze volgens internationaal recht wel degelijk recht hebben op drie zeemijlen territoriale wateren en dat trouwens de nieuwe landaanwinning verwaarloosbaar van omvang is.

Relaties over de grens

Conflictstof te over. Maar de dagelijkse werkelijkheid is dat de grens met Spanje open staat en dat iedere werkdag meer dan 13.000 grenswerkers binnenkomen onder wie meer dan 8000 Spanjaarden (en daarnaast veel Britten die niet in Gibraltar maar in Spanje wonen). De realiteit is ook dat Gibraltar jaarlijks ruim een half miljard euro toevoegt aan de economie van het Spaanse comarca (district) Campo de Gibraltar. Het gaat dan om de goederen en diensten die Spaanse bedrijven leveren aan bedrijven en inwoners van Gibraltar, plus investeringen in tweede huizen van Gibraltarezen. Het gaat goed met de economie van Gibraltar. De pijlers van de diensteneconomie zijn financiële dienstverlening, internet (vooral de internationale online gokindustrie), toerisme en scheepvaart. Gibraltar heeft voor bedrijven een bijzonder gunstig belastingklimaat met maximaal 10 procent vennootschapsbelasting en het geheel ontbreken van btw, wat mede verklaart dat er bijna twee keer zo veel geregistreerde bedrijven (55.000!) als inwoners zijn. En er zijn 35 internationale online gokconcerns geregistreerd, met in die wereld bekende namen zoals Stan James, William Hill, 888 Casino en BetVictor. Gibraltar ziet erop toe dat het blue chip companies zijn, transparante ondernemingen met een nette bedrijfsvoering, die overigens praktisch geen belasting betalen als zij zich in Gibraltar vestigen.

Op 50 meter van de grens met Gibraltar beginnen in Spanje de wijken van La Linea de la Concepción, een stad met zo’n 63.000 inwoners en een werkloosheid tussen de 35 procent en 40 procent. De jeugdwerkloosheid ligt er rond 60 procent. Het verbaast niet dat veel jongeren hier in het zwarte en vaak criminele circuit zijn beland van tabakssmokkel (de sigaretten zijn in belastingparadijs Gibraltar veel goedkoper) en vooral drugssmokkel en -handel. Speedboten vanuit Marokko brengen grote hoeveelheden hasj aan land in de provincie Cádiz. Volgens de politie wordt slechts zo’n 10 tot 15 procent onderschept.

Niet alleen La Linea maar de hele regio Campo de Gibraltar kampt met hoge werkloosheid. Het zou rampzalig zijn als de directe en indirecte banen die Gibraltar de regio biedt zouden verdwijnen. Gibraltar hoopt uiteraard dat – hoe het ook met Brexit loopt – de grens met Spanje open blijft voor grenswerkers en dat er regionaal een vrij verkeer van goederen en diensten kan blijven bestaan. Maar ja, als het Verenigd Koninkrijk weigert onderdeel te blijven van de interne markt, wordt het moeilijk om Gibraltar, als onderdeel van het VK, wel binnen de vrije markt te houden.

De onzekere Brexit

In november hebben Spanje en het Verenigd Koninkrijk samen vier Memorandums of Understanding getekend die aangeven hoe zal worden omgegaan met vier lastige Gibraltar-dossiers in de transitiefase van Brexit: tabak, milieu, douane- en politiesamenwerking, en de rechten van grenswerkers. Die MoU’s kunnen alleen in werking treden bij een georganiseerde Brexit, min of meer conform het akkoord tussen May en de Unie, en een ordentelijke transitiefase van 21 maanden. Over hoe het verder moet vanaf januari 2021 is nog niets geregeld. Voor de transitiefase willen beide landen alles zo veel mogelijk houden zoals het is, hoewel het verschil in prijzen voor tabak al wat wordt afgebouwd. De bevolking van Gibraltar wil met overweldigende meerderheid Brits blijven (referendum 2002) én lid van de Europese Unie (referendum 2016). De eerste volksraadpleging was een initiatief van de Britse overheid, die gedeelde soevereiniteit met Spanje destijds ook als een optie zag voor de toekomst van Gibraltar. Maar de bewoners wilden daar niet aan. Het is moeilijk voor te stellen hoe Gibraltar tevreden gesteld kan worden in die twee tegenstrijdige wensen als Brexit doorgaat. Er komen op basis van Europees recht en Europese regels vast en zeker creatieve oplossingen die delen van de regionale samenwerking tussen Gibraltar en de omliggende regio in stand kunnen houden. Maar het is onmogelijk dat alles dan bij het oude blijft. Misschien verandert op den duur de mening van Gibraltarezen over Brits dan wel Spaans burgerschap en over dubbele soevereiniteit, naarmate zij zich meer en meer in de steek gelaten gaan voelen door het Britse moederland. Maar dat is koffiedik kijken. Of er een Brexit komt en wat voor Brexit dat zal zijn – hard of zacht – is op het moment van schrijven van dit artikel (eind maart 2019) volstrekt onzeker. Het is echter wel duidelijk dat iedere verandering van de politieke relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU grote gevolgen zal hebben voor Gibraltar en de regio daaromheen.

 

Rectificatie en aanvullingen – Rob van der Vaart (auteur)

'Via de redactie van Geografie ontving ik op dit artikel een interessante reactie van van Miguel Vermehren, voorlichter van de overheid van Gibraltar. Hij wijst op een pijnlijke verschrijving in het artikel. Op pagina 8, onder het laatste kopje, is te lezen: “De eerste volksraadpleging was een initiatief van de Britse overheid, die gedeelde soevereiniteit met Spanje destijds ook als een optie zag voor de toekomst van Gibraltar.” Wat klopt, is dat de Britse overheid destijds (2002) gedeelde soevereiniteit met Spanje als een optie zag voor de toekomst van Gibraltar. De regeringsleiders van Groot-Brittannië en Spanje, Blair en Aznar, waren het er over eens dat gedeelde soevereiniteit over Gibraltar een optie was om de Brits-Spaanse verhoudingen te verbeteren. Wat niet klopt, is dat de Britten het referendum organiseerden. Het bestuur van Gibraltar kreeg lucht van de besprekingen tussen beide regeringsleiders en organiseerde snel een referendum – tegen de zin van de regering in Londen – om het plan voor gedeelde soevereiniteit te torpederen.'

'Vermehren bestrijdt ook dat er zo’n 55.000 in Gibraltar geregistreerde bedrijven zouden zijn. Hij geeft aan dat het aantal geregistreerde actieve bedrijven ergens tussen de 16.000 en 18.000 ligt. Dat moge zo zijn, maar naast die zichtbare actieve bedrijven zijn er zonder twijfel tienduizenden bedrijven die enige vorm van registratie hebben in Gibraltar om belasting te ontwijken. Vermehren geeft aan dat sedert de belastingswetgeving van 2010 alle bedrijven nu belasting betalen en daarmee zichtbaar zijn. De literatuur over het onderwerp laat echter zien dat waar de ene deur werd gesloten door die wetgeving, andere deuren werden geopend om klanten van dienst te zijn. De vele websites waarop financiële instellingen Gibraltar aanprijzen als locatie voor offshore activiteiten en het stichten van brievenbusfirma’s, geven aan dat er tussen 50.000 en 60.000 bedrijven geregistreerd zijn. Ik heb als auteur het motto gehanteerd “waar rook is is vuur” en het totaal aantal bedrijven conservatief op 55.000 geschat.'

 

BRONNEN