Consequenties van Poetins oorlog in Europa

7 juni 2022
Auteurs:
Virginie Mamadouh
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Herman van der Wusten
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Oekraïne & Rusland
Navo
Nieuws
FOTO: RAIMOND SPEKKING / CC BY-SA 4.0 (VIA WIKIMEDIA COMMONS)
Demonstratie in Keulen tegen de Russische invasie van Oekraïne (27 februari 2022).

Deze maand juni staan de NAVO en de EU voor belangrijke beslissingen, waarin de oorlog in Oekraïne geducht meeweegt. Virginie Mamadouh en Herman van der Wusten geven een korte voorbeschouwing. Meer volgt in het septembernummer van Geografie, dat eind deze zomer op de deurmat valt.

 

Met een als ‘speciale militaire operatie’ verklede invasie begon 24 februari toch weer een grote oorlog in Europa tussen staten, uitgevochten in zware gevechten met alle mogelijke wapentuig. Dat leek de laatste tientallen jaren uitgesloten: uitzonderingen waren de Sovjet-interventies tijdens de Koude Oorlog (Hongarije in 1956 en Tsjechoslowakije in 1968) en de oorlogen in voormalig Joegoslavië in de jaren 1990, inclusief de NAVO-bombardementen op Servische steden in 1999.

De huidige oorlog wordt tot nu toe vooral uitgevochten op Oekraïens grondgebied en daar pal omheen. Maar er blijken ook elders consequenties: stromen vluchtelingen (bijna 7 miljoen uit Oekraïne, maar ook duizenden Russen), vooral naar andere Europese landen. Stromen wapens uit de westelijke wereld naar de Oekraïense strijdkrachten. Stromen graan en zonnebloemolie – met name verwacht in de Global South – vielen weg, net als stromen olie en gas richting Europese landen. De Russische economie wordt door westelijke sancties zwaar getroffen en de ontwikkeling naar een grenzeloze wereldeconomie wordt nog veel verder verstoord dan door de covid-19-pandemie. De verhoudingen in de internationale betrekkingen krijgen opnieuw klappen. Diplomaten werden uitgezet en er vinden geopolitieke en geo-economische heroriëntaties plaats.

Twee belangrijke internationale verbanden in Europa zijn direct bij het conflict betrokken: de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de Europese Unie (EU). In juni staan beide voor belangrijke algemene beslissingen, waarin de oorlogsomstandigheden geducht meewegen.

Moeizame relatie met Rusland                     

De NAVO werd in 1949 opgericht als militaire alliantie van westerse staten in West-Europa en Noord-Amerika die zich bedreigd voelden door de Sovjet-Unie. Na de Koude Oorlog en het uiteenvallen van deze unie richtte de NAVO zich via het Partnerschap voor de Vrede ook op buren in Europa en Eurazië (inclusief Rusland) en verrichtte vredesmissies in de rest van de wereld. De NAVO werd echter ook een schuilplaats voor Centraal en Oost-Europese landen die zich bevrijd hadden van Sovjet-bezetting en een veilig heenkomen zochten. Dat deze staten tot de NAVO toetraden, werd in Rusland weer als een bedreiging gezien, een binnendringen in de Russische invloedsfeer en een gevaar voor de Russische veiligheid.

In reactie op Poetins invasie in februari dit jaar werd de NAVO opnieuw geactiveerd en besloten twee van Ruslands buren, Finland en Zweden, alsnog het NAVO-lidmaatschap aan te vragen.

Het andere internationale verband, de Europese Unie, werd opgericht als directe reactie op het einde van de Koude Oorlog en de hereniging van Oost- en West-Duitsland. Vanaf 1992 breidde de Europese integratie zich over steeds meer sectoren uit. De unie was de voortzetting van een organisatie voor economische samenwerking (met als begin de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1951), mede bedoeld als vredesproject om de Frans-Duitse tegenstelling te bezweren. De EU ontwikkelde gaandeweg ook een positie in de sfeer van internationale betrekkingen, met een gezamenlijke diplomatieke dienst, een aanzet tot gezamenlijk buitenlands beleid, en pogingen tot militaire samenwerking. Maar als effectieve partij in militair gespannen omstandigheden was de EU weinig toegerust.

Na de oprichting groeide de unie oostwaarts: eerst traden landen toe met een lang gevestigde liberale democratie en markteconomie (Oostenrijk, Finland en Zweden in 1995), daarna volgden voormalige communistische staten. Daarnaast werden associatieverdragen afgesloten met afzonderlijke zuidelijke en oostelijke buren, waarmee zij toegang kregen tot de Europese interne markt en EU-normen verspreidden. De economische en politieke invloed van de EU werd door Rusland weer als een bedreiging gezien.

Onenigheid over het tekenen van zo’n associatieverdrag was de grondslag voor de crisis in Oekraïne in 2013-2014. President Janoekovytsj besloot het verdrag niet te tekenen, onder druk van Rusland, dat een Euraziatische Economische Gemeenschap wilde vormen, waarvan ook Oekraïne lid moest worden. Grote volksprotesten volgden, bekend als Euromaidan naar het Maidanplein in Kyiv, en een regimewisseling in 2014. Daarop scheidde de Krim zich af en volgde annexatie door Rusland en werden de volksrepublieken Loegansk en Donetsk in de Donbas uitgeroepen.

Sinds 2014 is er oorlog in de Donbas en zijn de Oekraïense regering en een groot deel van de bevolking eenduidiger dan ooit op Brussel gericht. Het EU-associatieverdrag werd alsnog getekend en in 2017 geïmplementeerd.

De NAVO moet een belangrijke slag maken, waarbij de helft van de militaire capaciteit van de Europese bondgenoten moet komen

Grote besluiten in juni

De NAVO moet op 28-30 juni in Madrid een nieuw Strategisch Concept vaststellen, met de koers voor de komende tien jaar. De laatste versie uit 2010 was gebaseerd op de constatering dat het Euro-Atlantisch gebied in vrede leeft en de dreiging van een conventionele aanval op NAVO-gebied zeer beperkt is. Ter voorbereiding op het nieuwe Strategisch Concept schetste een vooruitblik op 16 februari, een week vóór de Russische invasie, de komende periode als ‘een tijdperk van ontwrichting’ en bracht alle op dat moment bekende risico’s in kaart (waarbij de dreigende taal van Poetin nog werd onderschat).

De NAVO zal een belangrijke slag moeten maken, waarbij veel meer militaire capaciteit (de helft van het totaal) moet komen van de Europese bondgenoten. Daarnaast zal men stappen moeten nemen in de toetredingsprocedures van Finland en Zweden, die worden bemoeilijkt door tegenstand van Turkije, een strategisch zeer belangrijk lid van de NAVO.

Het lijkt ook aannemelijk dat Oekraïne, met steun van oostwaarts gelegen lidstaten, sterk zal pleiten voor verdere militaire samenwerking, tot lidmaatschap van de NAVO aan toe. Daarbij kan ook de Georgische aanvraag in die richting (2008) weer opspelen, net als de positie van Moldova.

De Europese Raad van de EU, waar regeringsleiders en staatshoofden van de lidstaten bijeen zitten, vergadert op 30-31 mei en 23-24 juni. Op het moment van schrijven is enkel een eerste aanduiding van de agenda’s beschikbaar. Op de eerste bijeenkomst spreekt de Raad over Oekraïne, defensie, energie en voedselzekerheid, op 23-24 juni over Oekraïne, economische kwesties, de uitkomsten van de Conferentie over de Toekomst van Europa en een groter Europa. Ook hier zal de Oekraïense kwestie de eerste aandacht houden. Maar er zijn ook ingrijpende veranderingen in de organisatie van de EU te verwachten.

    Er zijn ingrijpende veranderingen in de organisatie van de EU te verwachten

    Op Europa-dag (9 mei) werd in Straatsburg het resultaat van een jaar delibereren over de toekomst van Europa gepresenteerd, met een groot aantal voorstellen. Sommige zijn alleen te realiseren door de Europese verdragen open te breken. En dat zou op korte termijn kunnen leiden tot een conferentie van lidstaten. Of het zover komt, is onzeker. Bij de plechtigheden in Straatsburg sprak ook de Franse president Macron, in de rol van tijdelijk voorzitter van de Raad van de EU. Hij steunde de aanbevelingen en voegde nog een punt toe, een extra vorm van politieke gemeenschap waarin ook plaats is voor staten die (nog) geen EU-lid zijn. Dit idee is al eerder tevergeefs te berde gebracht (toen met Rusland als belangrijke deelnemer) en zou Oekraïne en andere staten meteen kunnen verwelkomen, in afwachting van de lange voorbereiding van een toetreding tot de EU.

    Aan het eind van de komende volle vergadermaand kan de kaart van Europa met zijn opnieuw geschokte grenzen en overhoop gehaalde netwerken van samenwerking weer wat van vorm veranderd zijn. Meer in het septembernummer van Geografie, dat aan het einde van de zomer op de deurmat valt.

     

    Strategische documenten