Dagen van zand in de klas
In Geografie juni 2014 maakten Ilse van Liempt en Gery Nijenhuis ons attent op een aantal stripverhalen over oorlog, vluchtelingen en asielbeleid, die zich goed leenden voor gebruik in de klas. De onlangs verschenen graphic novel Dagen van zand van Aimee de Jongh speelt in de jaren 1930, maar een parallel met hedendaagse thema’s is zeker te trekken.
Dagen van zand vertelt het verhaal van John Clark, een jonge fotograaf uit het New York in de jaren 1930. In opdracht van de overheid vertrekt hij naar Oklahoma om het leven van boerenfamilies te fotograferen. Dit gebied stond destijds bekend als de Dust Bowl vanwege de verwoestende stof- en zandstormen veroorzaakt door aanhoudende droogte in combinatie met schadelijke landbouwpraktijken. Dit terwijl miljoenen huishoudens in de Verenigde Staten al getroffen waren door de Great Depression, de grootste economische recessie van de 20e eeuw. Er kwam een enorme binnenlandse migratie op gang vanuit de Dust Bowl richting de Westkust.
Het is niet moeilijk parallellen te trekken met de migratie naar het welvarende Noorden in onze eigen tijd, maar Aimee de Jongh dringt het de lezers niet op. Het boek nodigt uit daar zelf over na te denken en uit te zoeken hoe verschillende problemen destijds met elkaar verweven waren en zijn opgelost.
Beelden
Dagen van zand is fictie, maar gelardeerd met historische foto’s, die weer als basis dienden voor de tekeningen. Ze brengen het verhaal tot leven en de afwisseling van foto’s en tekeningen biedt je een verhaal dat foto’s alleen niet kunnen vertellen, en het realisme dat vaak mist in een puur stripverhaal.
De (on)macht van beeld is tegelijkertijd een van de onderliggende thema’s in het boek. In hoeverre kan een beeld inzicht geven in het grote plaatje en hoe wordt ons beeld van de wereld bepaald door beelden die we voorgeschoteld krijgen? John, de hoofdfiguur, denkt aanvankelijk dat hij een eenvoudige opdracht meekrijgt, maar het lukt hem pas goede foto’s te maken als hij persoonlijk betrokken raakt bij de levens van de mensen die daar wonen. En dan moet hij zichzelf ook de vraag stellen of hij de hele situatie wel in een paar foto’s kan weergeven en of hij de waarheid daarmee niet manipuleert.
Klassenwerk
Voor mijn havo 4-groep heb ik een aantal pagina’s (152-162) uit Dagen van zand gekozen en die met de samenvatting op de achterkant van het boek en wat achtergrondinformatie meegegeven als huiswerk. Via het vak geschiedenis weten deze havo 4-leerlingen van de beurscrash in 1929, en bij aardrijkskunde hebben ze geleerd verbanden te zoeken, in dit geval tussen landbouw, klimaat, economie en migratie.
In de gekozen passage uit de strip gaat John op bezoek bij een zwarte familie die op het punt staat te migreren richting Californië. De vader en moeder laten hem zien hoe ze hun dagelijks leven hebben moeten aanpassen door de stofstormen en je voelt met ze mee als ze de graven van hun kinderen aanwijzen. Ze vertellen ook over het racisme dat ze hebben ervaren en hoe ze beslissen waar ze naartoe willen migreren. Aan het eind vraagt de vader John wat diens foto’s eigenlijk waard zijn. Schetsen ze het hele plaatje? Gaan ze iets veranderen voor zijn familie?
In de les heb ik leerlingen in groepjes laten bespreken hoe racisme, migratie, klimaatverandering en landbouwpraktijken in de graphic novel aan bod kwamen. Vervolgens moesten ze op een groot vel aangeven hoe deze onderwerpen in het verhaal met elkaar samenhingen. Daarvoor moesten ze dus ook de achtergrondinformatie gelezen hebben.
Tijdens de nabespreking gingen we na of er een parallel was met het heden en of er ook nu een samenhang zou kunnen zijn tussen thema’s als migratie, landbouw en klimaatverandering. Sommige leerlingen begonnen er zelf over dat je uit zo’n vel met feiten niet kunt opmaken wat voor (kleine) dingen mensen allemaal doen om het beter te krijgen en wat het met mensen doet als ze door migratie allerlei herinneringen moeten achterlaten. Het was in alle opzichten een verrijkende les.