Geen bros
Twee vrouwen vormen nu het gezicht van de EU. De Duitse christendemocraat Ursula von der Leyen begon in september aan haar tweede termijn als voorzitter van de Europese Commissie en blijft het gezicht van de steun aan Oekraïne en van defensiesamenwerking, ondanks de versterking van haar nieuwe Commissie met een commissaris voor defensie en ruimte. En de liberale Kaja Kallas, ex-premier van Estland, is vicevoorzitter van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid. Ontmoetingen met de Amerikaanse vicepresident JD Vance, die zijn minachting voor de EU niet onder stoelen en banken steekt, verliepen moeizaam. President Trump wilde von der Leyen na zijn aantreden niet ontvangen. Pas bij de begrafenis van paus Franciscus eind april spraken ze elkaar in het Vaticaan en werd over een ontmoeting gerept. Europese staatshoofden en regeringsleiders waren wel welkom in Washington DC: Emmanuel Macron (Frankrijk) in februari, Micheál Martin (Ierland) in maart voor Saint Patrick’s Day en later Alexander Stubb (Finland) en Giorgia Meloni (Italië).
Na het kleineren van Zelensky in het Witte Huis stelde Kallas onomwonden dat het vrije Westen een nieuwe leider nodig heeft. Als voormalig premier van Estland is zij doordrenkt van wantrouwen tegen en angst voor de Russische ambities en kan daarbij op bijval rekenen van Polen, de huidige voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Polen deelt dezelfde zorgen, besteedt het meest aan defensie, staat ook vierkant achter Oekraïne en heeft het versterken van de Europese veiligheid tot prioriteit van haar voorzitterschap gemaakt. Premier Donald Tusk heeft daarbij ervaring als voorzitter van de Europese Raad tijdens Trump 1.
In een interview in Die Zeit Online in april besprak von der Leyen het antwoord van de EU op de veranderingen in Washington. Ze benadrukte hoe de unie hecht bleef en snel reageerde met nieuw beleid en toch de oude prioriteiten (Green Deal) hoog houdt. Ze benadrukte de verschillen met de VS en Rusland, zowel in de samenleving als in de politiek, en prees de EU als een vredesproject: ‘Wij hebben geen bros en geen oligarchen, wij vallen onze buren niet aan en wij straffen ze niet.’
Ze noemde nadrukkelijk de Omnibus-verordening, die als doel heeft de duurzaamheidswetgeving drastisch te vereenvoudigen, de bureaucratie te beperken en de concurrentiekracht van het Europese bedrijfsleven te versterken. Dit is ook een antwoord op de Amerikaanse heffingen en de dreigende handelsoorlog. De journalisten van Die Zeit concludeerden dat dit pakket wetgeving (aangekondigd in november, gepresenteerd in februari, nu bij parlement en raad) het Europese equivalent is van de kettingzaag van de Argentijnse president Javier Milei en van Elon Musk, die met DOGE de Amerikaanse federale overheid zou kortwieken. Het laat zien hoezeer de EU-aanpak verschilt (door regelgeving, maar niet door uitgebreide bureaucratie) en hoe de EU-instellingen te werk gaan (door juridische hervormingen en niet door symbolisch zagen en schofferen). Ook politici als Macron en diplomaten en publicisten als Villepin en Van Middelaar wijzen er met nadruk op dat de Europese Unie een belangrijke rol kan spelen om een nieuwe wereldoorlog af te wenden en een multilaterale wereldorde te heruitvinden.
Interne verschillen
Of het de EU lukt de eigen burgers ervan te overtuigen dat deze aanpak effectiever is, valt te betwijfelen. Een grote zorg van de EU-instellingen en de gevestigde politieke partijen in de lidstaten is juist de aantrekkingskracht van de stijl en de opvattingen van Poetin, Milei en Trump en illustere Europese voorgangers sinds de opmars van Silvio Berlusconi in Italië in de jaren 1990. In de meeste lidstaten kunnen nieuwe bewegingen of partijen van die signatuur op steun onder de bevolking rekenen. Voor de noodzakelijke unanimiteit bij besluiten in de EU zijn momenteel vooral de Hongaarse premier Viktor Orbán en de Italiaanse premier Giorgia Meloni onzekere factoren. Orbán heeft afgelopen jaren voortdurend getracht de steun aan Oekraïne en de sancties tegen Rusland te torpederen.
Of het tweesporenbeleid van de EU zal leiden tot de gewenste resultaten – namelijk vrede in Europa en in Oekraïne in het bijzonder, veiligstelling van Europese belangen en behoud van multilaterale instituties, inclusief internationaal recht en klimaatafspraken – is lang niet zeker. En of de combinatie van beide sporen houdbaar is evenmin. De logica erachter is verschillend en soms ronduit tegenstrijdig. Meer wapens inkopen verhoogt het risico dat ze gebruikt worden en bevestigt impliciet dat vooral militaire macht telt.
Met de NAVO-top in Den Haag op 24 en 25 juni a.s. staan militaire zaken voorop. Ook de EU zal vertegenwoordigd zijn. Of de relatie tussen de VS en de andere NAVO-lidstaten anders ingericht zal worden, weet NAVO-secretaris-generaal Rutte vast nog niet. President Trump vermoedelijk evenmin, en zijn adviseurs nog minder. Maar het initiatief ligt niet alleen bij de Amerikanen: de Europeanen moeten keuzes maken. Wat wordt de rol van de Franse kernmacht als alternatief voor de Amerikaanse bescherming? Het idee is nog zeer omstreden, alleen al omdat Frankrijk het laatste woord houdt over een eventuele inzet van de kernwapens. Hoe krijgt de samenwerking met de Britten als noodzakelijke bondgenoot vorm? Een ander groot probleem is dat de EU een krachtig gemeenschappelijk buitenlandbeleid en een gemeenschappelijke strategie ontbeert. Het Strategisch Kompas voor een sterker veiligheids- en defensiebeleid van de EU in het komend decennium (afgerond in maart 2022) is nog erg algemeen. Sinds het nieuwe bewapeningsbeleid van Duitsland en de leidende rol van Polen en Finland, Zweden en de Baltische staten veranderen de verhoudingen.
Hoe dan ook zijn de Raad van de EU en de afzonderlijke lidstaten net zo belangrijk als de Commissie en de andere EU-vertegenwoordigers in het uitzetten van de Europese koers. Regeringsleiders zijn ook cruciaal om de relaties met Trump te verbeteren, ieder met eigen stijl en prioriteiten. Toen de Italiaanse premier Meloni half april het Witte Huis bezocht, gaf ze aan samen met de VS en de rest van de EU het Westen weer groot te willen maken. Enkele weken eerder was de Finse president Stubb gaan golfen in Mar-a-Lago om Trump over Poetins wereldvisie bij te praten. Uren daarna liet Trump de Russische president weten dat zijn geduld op raakte.
Het succes van het Europese multilateralisme staat ook op het spel in de relaties met de staten uit The Global South. Slaagt de EU erin de meerwaarde van het multilateralisme te demonstreren, bijvoorbeeld in de kwestie Israël-Palestina? De Europeanen zijn hierover erg verdeeld, met Ierland en Spanje aan de ene kant, Duitsland en Hongarije aan de andere en Frankrijk schipperend. Het interne multilaterialisme van de EU is zoals zo vaak tegelijkertijd haar kracht en haar zwakte.