De impact van covid-19 op ruraal India

15 november 2020
Auteurs:
Robbin Jan van Duijne
promovendus bij Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2020
India
Kennis
FOTO: ROBBIN JAN VAN DUIJNE
Straatbeeld in Lalgola, een consumptieeconomie die wordt voortgestuwd door geld dat elders verdiend wordt.

Tijdelijke arbeidsmigratie en geldovermakingen zijn de reddingslijn van vele plattelandsgemeenschappen in India. Honderden miljoenen mensen zijn erop aangewezen. De huidige pandemie legt de kwetsbaarheid van deze geografische afhankelijkheidsrelaties pijnlijk bloot.

 

Op het moment van schrijven, dinsdag 29 september, bereikt het aantal covid-19-besmettingen in India nieuwe dieptepunten. Dagelijks komt er een schrikbarend aantal nieuwe gevallen bij, inmiddels 90.000 per dag. Hoger dan waar ook ter wereld. Het volgt een patroon dat mijn hoogleraar eerder voorspelde: India wordt het nieuwe zwaartepunt van de pandemie. De extreme bevolkingsdichtheden in de grote steden maken het nagenoeg onmogelijk om fysiek afstand te houden. In Mumbai is de gemiddelde dichtheid 33.000 mensen per vierkante kilometer; in Dharavi in centraal Mumbai, de grootste informele wijk van Azië, gaat het zelfs om meer dan 200.000 mensen per vierkante kilometer . Vele huishoudens van acht tot tien personen leven opeen gepropt in een eenkamerwoninkje van slechts tien vierkante meter. Quarantainemaatregelen bij (verdenking op) besmetting lijken er amper mogelijk. In de media is veel aandacht voor de megasteden als epicentra van besmetting. Dat geldt veel minder voor ruraal India, terwijl de pandemie daar mogelijk nog veel meer mensen in hun dagelijks bestaan raakt.

De afgelopen vier jaar zat ik voor mijn promotieonderzoek rond deze tijd altijd in ruraal India. Nu schrijf ik vanuit Scheveningen, ik ben hier relatief veilig. Maar ik denk vaak aan de vele honderden rurale huishoudens die ik geënquêteerd heb. Ik weet dat velen van hen op dit moment in een uiterst kritieke situatie zitten, die indirect gerelateerd is aan de pandemie. Dat heeft alles te maken met de economische structuurveranderingen die hun dorpen de afgelopen jaren hebben ondergaan.

Uitstroom

In Geografie mei 2019 schreef ik dat er in India de afgelopen jaren een grote, vaak gedwongen uitstroom uit agrarisch werk heeft plaatsgevonden. Volgens de laatste Indiase werkgelegenheidsstudies is het aantal banen in de agrarische sector in 15 jaar tijd met 40 miljoen afgenomen, op een totaal van 250 miljoen banen in de primaire sector (figuur 1). De uitstroom is het gevolg van diverse factoren: lage lonen, steeds onregelmatiger weersomstandigheden met frequent mislukkende oogsten, een verhoogd risico op schulden, mechanisatie en het verlangen naar een hogere levensstandaard.

BRON: INTERNATIONAL LABOUR ORGANIZATION (2019)
Figuur 1: Relatieve aandeel agrarische sector in de werkgelegenheid in India (1991 tot 2019)

Gaan we ruwweg uit van 40 miljoen hoofdverdieners en een (conservatief geschatte) gemiddelde Indiase gezinsgrootte van vijf, dan raakt deze uitstroom circa 200 miljoen mensen in hun bestaan. Velen zoeken naarstig naar alternatieven om in hun levensonderhoud te voorzien. Het is lange tijd onduidelijk gebleven hoe en waar ze dat doen, en wat er op de thuisbasis in de plaats is gekomen van agrarisch werk.

Op grond van de Indiase volkstellingen (Census) en eigen onderzoek is me duidelijk geworden dat dit voornamelijk speelt in de Indus-Gangesvlakte: grote delen van Noord- en Oost-India, in de rurale deelstaten Uttar Pradesh, Bihar, West Bengalen, Jharkhand en Odisha. Maar wat vervangt het plattelandswerk? En hoe zien de lokale economieën van vroegere agrarische dorpen er nu uit? Ik onderzocht dit op twee locaties: Barharia, een afgelegen cluster van dorpen in het westelijke deel van deelstaat Bihar, met circa 20.000 inwoners, en Lalgola, een cluster van dorpen in centraal Bengalen, met circa 90.000 inwoners. Figuur 2 toont de werkgelegenheidscijfers in Barharia en Lalgola, op basis van circa 650 enquêtes onder huishoudens. Vooral in Barharia blijkt maar zeer beperkt werkgelegenheid te vinden, wat resulteert in een sterke arbeidsmobiliteit. Van de hoofdverdieners in Barharia is 42 procent arbeidsmigrant. Ze werken een paar maanden in de grote stad, komen twee weken thuis en vertrekken dan weer. Lalgola heeft iets meer van een lokale eigen economie, maar ook hier is 28 procent arbeidsmigrant.

Figuur 2: Werkgelegenheid in Barharia (N=307) en Lalgola (N=337)

Reddingslijn

Vanuit Barharia is er veel arbeidsmigratie naar Mumbai, Delhi en Pune, maar de helft van de migranten werkt in de snelgroeiende stedelijke economieën van de Perzische Golf: Dubai, Abu Dhabi, Doha, Riyad en Masqat. Vanuit Lalgola is bijna alle arbeidsmigratie zuidwaarts en binnenlands: naar Kolkata, Chennai en in mindere mate Kochi (figuur 3).

Deze arbeidsmigranten sturen een groot deel van hun inkomsten terug naar de familie die in het dorp achterblijft. Voor vele huishoudens zijn deze remittances hun reddingslijn en belangrijkste (soms enige) bron van inkomsten (figuur 3). De kapitaalinjectie van buitenaf stuwt vervolgens een nieuwe lokale economie in het dorp. Maar die economie is zeer eenzijdig. Aan de hand van 350 enquêtes onder bedrijven in Barharia en Lalgola werd duidelijk dat het consumptie-economieën betreft, die bestaan uit honderden winkeltjes die producten verkopen die elders gemaakt worden. De meeste zaken zijn niet meer dan 20 vierkante meter groot (het gros is veel kleiner dan dat), er werken hooguit drie mensen, en ze verkopen levensmiddelen, kleding, schoenen, juwelen, trouwjurken, kantoor/studiebenodigdheden of elektronische apparatuur. Er is een kleine dienstensector voor printen/kopiëren, reizen, en wisselkantoortjes of bedrijfjes voor geldoverschrijvingen, direct verbonden aan arbeidsmigratie. Lokaal wordt er nagenoeg niets geproduceerd. De lokale economieën van Barharia en Lalgola zitten dus aan het infuus van de grote stad. De arbeidsmigranten sturen geld naar huis, waarmee gezinsleden in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Het geld wordt uitgegeven in de lokale economie, die daardoor ingrijpend is veranderd, weg van de agrarische sector. Een groot deel van de lokale werkgelegenheid in Barharia en Lalgola is sterk afhankelijk van deze kapitaalinjectie en zou er niet zijn zonder arbeidsmigratie.

BEELD: © 2020 GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN
Figuur 3: Locatie van arbeidsmigranten uit Barharia en Lalgola

Uit ander onderzoek blijkt dat de stroom arbeidsmigranten de afgelopen jaren snel is toegenomen. In 2004 bedroeg het aantal binnenlandse arbeidsmigranten 10-20 miljoen; in 2011 was dit inmiddels 60-80 miljoen. Hogere schattingen op basis van analyses van Indiase volkstellingen uit 2011 hebben het over 140 miljoen. Ook de internationale migratie vanuit India naar voornamelijk de Perzische Golf is snel toegenomen.

Lock-down

Toen de lock-down in maart in India werd afgekondigd, keerden veel arbeidsmigranten terug naar hun thuisdorpen. Het leidde tot chaotische taferelen waarbij honderdduizenden mensen samenkwamen op trein- en busstations, terwijl vele deelstaten hun grenzen sloten. Ruraal India kreeg daarmee een dubbele klap te verwerken: de huishoudens die afhankelijk zijn van de wekelijkse geldzendingen van familieleden in de stad of het buitenland, kwamen zonder inkomsten te zitten. Maar ook de lokaal werkzame dorpsbevolking raakte direct in de problemen. Zonder de kapitaalinjectie van buitenaf kan de consumptie-economie niet draaien, waardoor de lokale economie van dorpen zoals Barharia en Lalgola implodeerde.

Unlock 4.0

De covid-19-pandemie legt op pijnlijke manier de geografische afhankelijkheidsrelaties van ruraal India bloot. Volgens de Wereldbank zijn de geldzendingen naar thuisdorpen de afgelopen maanden enorm geslonken. De reddingslijn van rurale dorpen is afgesneden. Uit mijn eigen onderzoek in Barharia en Lalgola blijkt dat de meeste migrantengezinnen geen geldreserves hebben om deze situatie voor enige tijd uit te zitten. Het stopzetten van migratiestromen ter voorkoming van verdere verspreiding van het virus lijkt in India bijna niet mogelijk. Het verklaart ten dele waarom de Indiase overheid, tegen het snel stijgende aantal covid-19-besmettingen in, snel bezig is met unlock-plannen (nu in fase 4.0).

FOTO: ROBBIN JAN VAN DUIJNE
Interview in Lalgola met migrantenhuishoudens.

Robbin Jan van Duijne is als promovendus verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, programmagroep Urban Geographies, en het Centre for Urban Studies. Zijn onderzoek naar verstedelijking in ruraal India wordt mogelijk gemaakt door het programma Onderzoekstalent van NWO.

 

 

BRONNEN

  • Abraham, R. (2020). Migration Governance in a Pandemic: What Can We Learn from India’s Treatment of Migrants in the Gulf?. Economic and Political Weekly, 55(32-33).
  • Inman, P. (2020). World Bank warns of collapse in money sent home by migrant workers. The Guardian, April 2020.
  • International Labour Organisation (2019). Employment in agriculture (% of total employment) (modeled ILO estimate). India. ILOSTAT database, geraadpleegd op 21 juni 2020.
  • Nayyar, G., & Kim, K.Y. (2018). India’s Internal Labor Migration Paradox: The
    Statistical and the Real
    . Policy Research Working Paper 8356, World Bank, February 2018.
  • Patnaik, U. (2003). Agrarian Crisis and Distress in Rural India. New Delhi: Economic Research Foundation.
  • United Nations (2019). International Migrants stock, Online Data. Department of Economic and Social Affairs, Population Division.
  • Van Duijne, R. J., & Nijman, J (2019). India’s emergent urban formations. Annals of the American Association of Geographers, 109(6): 1978-1998.
  • World Bank (2020). World Bank Predicts Sharpest Decline of Remittances in Recent History. Press release, April 2020.