De plannen voor de Vjosa staan niet op zichzelf. In het noorden van Albanië bestaan ver uitgewerkte plannen voor dammen in de Valbona. Regeringen van Balkanstaten zien rivieren nog steeds als een ongebruikte bron van inkomsten. Inmiddels is River Watch, een organisatie die zich internationaal richt op het behoud of herstel van ecosystemen rond rivieren, daarom de campagne Save the Blue Heart of the Balkan gestart. Het is belangrijk de bescherming van rivieren internationaal aan te pakken.
De laatste wilde rivier
In Geografie juni 2020 schreef Marloes Pouw hoe jonge kajakkers actie voeren tegen de bouw van stuwdammen in ongetemde rivieren in de Balkan. Dat ook de lokale bevolking zich roert, blijkt uit de rapportage van fotograaf Bert Spiertz in Zuid-Albanië.
No diga, geen dam’, zegt Pado. We proosten en drinken in één teug onze glaasjes raki leeg en nippen aan de kopjes pikzwarte koffie die zijn vrouw Anna heeft gezet. We zitten op het terras voor het roze geschilderde huis dat Pado in het dorpje Pocem heeft gebouwd. Het geld voor de materialen verdiende hij met vijftien jaar hard werken in Griekenland. Het huis ligt fraai boven de Vjosa. In het dieper gelegen dal zie je een rotswand oprijzen. Daar wurmt de rivier zich door een engte tussen twee berghellingen. Precies op die plek wil de Albanese overheid een stuwdam bouwen. Als de plannen doorgaan, wordt het huis van Pado en Anna opgeslokt door het stuwmeer dat dan ontstaat. ‘Dat gaat niet gebeuren. Als het moet, gaan we voor de machines liggen.’
De Vjosa ontspringt in het Griekse Pindosgebergte, zoekt zijn weg door het bergachtige landschap van Zuid-Albanië en mondt na 272 kilometer uit in de Adriatische Zee. Het wordt de laatste wilde rivier van Europa genoemd. Met z’n vele zijtakken is de Vjosa nog vrijwel geheel gevrijwaard van menselijk ingrijpen.
Het eeuwenoude ecosysteem is volledig bewaard gebleven. Langs de rivier leven zeldzame planten en nog onbekende insecten; het gebied is van enorme waarde voor de biodiversiteit. Bovendien voorziet de rivier de dorpen van vruchtbare grond voor de teelt van gewassen en vee, en een overvloed aan vis.
De Albanese regering heeft plannen om acht stuwdammen en waterkrachtcentrales in de Vjosa te bouwen en tientallen kleinere dammen in de zijrivieren. Dat leidt tot grote onrust in de dorpen langs de rivier. ‘De overheid heeft ons nergens over ingelicht’, zegt Trifon Murataj uit Kutë, een dorp iets verder zuidwaarts op een heuvelrug langs de rivier. ‘Op een dag kwamen mensen van EcoAlbanië [een landelijke milieuorganisatie, BS] vertellen wat ons boven het hoofd hing. En opeens waren er landmeters aan het werk. We hebben ze weggejaagd en later uit protest een paar keer de snelweg geblokkeerd.’ Kutë is volledig afhankelijk van de visvangst in de Vjosa en van de landbouw op de terrassen tussen het dorp en de rivier. De boeren, herders en vissers voelen zich sterk verbonden met de Vjosa. Hun families hebben hier generaties lang gewoond en de rivier is altijd hun levensader geweest.
Ismet rijdt me in een stokoude Mercedes over een stenig pad omlaag naar zijn wijngaard, die tussen het dorp en de Vjosa ligt. Zijn 10-jarige zoon Enni zit op de achterbank. Vijf mannen en vrouwen zijn op het terras niet ver van de rivier grote trossen donkerblauwe druiven aan het plukken. ‘Van deze druiven kun je heel sterke raki stoken’, zegt Ismet. We rijden een stukje verder omlaag en komen bij Ismets olijfgaard. Naast het perceel met volwassen bomen heeft hij een paar jaar geleden jonge aanplant neergezet met het oog op de toekomst. Ismet hoopt dat zijn zoon Enni niet het voorbeeld volgt van de meeste andere jongeren uit Kutë, die allemaal naar Tirana trekken, maar in het dorp blijft wonen en het bedrijf van zijn vader voortzet. Iets hogerop bezit de familie ook nog een flink perceel waar de mais rijpt en een stal staat met koeien en geiten. ‘Dit alles ga ik nooit opgeven voor een dam’, zegt Ismet en trekt zijn zoon naar zich toe voor een knuffel.
Die middag eet ik een vette forel uit de Vjosa op het erf van Demir Murataj, activist van het eerste uur. Hij was erbij toen de bewoners van Kutë op de nabijgelegen snelweg het verkeer blokkeerden als protestactie. Demirs neef Trifon laat me een rapport zien van de universiteit van Tirana. Daarin staat dat in de rivier 69 soorten vis voorkomen, waarvan alleen al 11 soorten forel. Er zijn 177 vogelsoorten geteld, honderden soorten weekdieren en allerlei grotere dieren zoals lynxen, wolven en herten. Die dreigen allemaal te verdwijnen.
Voorstanders van waterkrachtcentrales wijzen op de voordelen van deze vorm van energieopwekking, waarbij geen broeikasgassen vrijkomen. Daarbij zou Albanië meer energie kunnen produceren dan het land voor eigen gebruik nodig heeft, en deze kunnen exporteren.
Besjana Guri van EcoAlbania meent dat de regering de energieopbrengst van de veelal kleine waterkrachtcentrales schromelijk overschat. ‘Je zou in alle Albanese rivieren vele dammen moeten bouwen om werkelijk zo veel stroom te produceren dat het land serieus kan meedoen op de Europese energiemarkt.’ Bovendien zou zonne-energie een alternatief kunnen zijn. Albanië kent veel zonuren en een dunbevolkt binnenland met voldoende beschikbare grond om tegen lage kosten zonneparken aan te leggen.
De tegenstanders van de stuwdammen hebben inmiddels enkele voorzichtige successen geboekt. De rechtbank in Tirana oordeelde dat het in opdracht van de regering uitgevoerde onderzoek naar de gevolgen voor de natuur en het milieu van geen kant deugt. Zo bleken onder meer de vereiste handtekeningen van bewoners uit de dorpen lang de rivier grotendeels gezet te zijn door ambtenaren uit Fier, een stad 70 kilometer van de Vjosa. Onduidelijk is wat de beslissing van de Hoge Raad zal zijn op het hoger beroep van de staat.
Kort voor de verkiezingen in april 2021 kwam premier Rama met een verklaring dat zijn regering de Vjosa tot beschermd natuurgebied wil uitroepen. ‘Maar de status van beschermd natuurgebied is absoluut onvoldoende’, zegt Besjana Guri. EcoAlbania streeft ernaar het hele stroomgebied van de Vjosa vanaf de grens met Griekenland tot aan de monding tot nationaal park uit te roepen. De Vjosa geniet dan de hoogste graad van bescherming en de zekerheid dat er in de toekomst geen dammen en andere grote projecten langs de rivier worden gebouwd.
De voorstanders van een nationaal park kregen in maart 2021 steun van de energiecommissie van het Europees Parlement, die de Albanese regering opriep helemaal af te zien van de bouw van waterkrachtcentrales, met het oog op de Europese Green Deal. Een nationaal rivierpark langs de Vjosa zou volgens de energiecommissie ook een aansprekend voorbeeld kunnen zijn voor de bescherming van rivieren in andere landen. Want met name op de Balkan, in bijvoorbeeld Bosnië, Macedonië en Montenegro, bestaan plannen voor vele honderden dammen, vaak aangejaagd door aantrekkelijke leningen vanuit de Europese Investeringsbank (EIB) voor groene energie. Voor de Albanese regering zijn de woorden uit Europa een belangrijk signaal, want Albanië is kandidaat voor het lidmaatschap van de EU.
Giorgo Ponti, woordvoerder van een Italiaanse humanitaire organisatie, die ik spreek in het stadje Permet aan de bovenloop van de Vjosa, zegt daarover: ‘Nu het lidmaatschap van de EU voor Albanië dichterbij komt en het land dus op termijn gemakkelijker toegang krijgt tot de Europese energiemarkt, wordt het voor energiebedrijven uit het Westen opeens aantrekkelijk geld te verdienen met Albanese waterkracht voor de Europese markt.’
Een ongerepte Vjosa biedt de lokale bewoners ook de mogelijkheid een inkomen in het toerisme te verwerven. De afgelopen jaren groeien activiteiten als raften, kanoën, kajakken en zwemmen snel in populariteit. In Kutë leidt Trifon Murataj mij rond door zijn half afgebouwde huis dat de eerste Bed & Breakfast in het dorp moet worden. Terwijl we vanuit zijn pension in aanbouw uitkijken over het dal waar de rivier als een zilveren slang doorheen kronkelt, filosofeert hij over de mogelijkheden voor ecotoerisme.
‘In augustus kwam een groepje jonge Duitsers in kajaks over de rivier aanzetten. Ze waren stroomopwaarts gestart, dicht bij de grens met Griekenland. ’s Nachts sliepen ze beneden in tentjes langs de rivier waar ze ook hun eten kookten op brandertjes.’ Volgens Trifon waren ze zo enthousiast dat ze dit jaar met een grotere groep terug wilden komen om te kajakken en te raften en ook te hiken in de bergen. ‘Wij kunnen die mensen van alles bieden. Accommodatie en eetgelegenheden, verhuur van boten, en trekkings met gidsen in de bergen. Dat levert werk op en kan de leegloop van de dorpen tegengaan. Alleen al daarom ligt in een nationaal park onze toekomst.’ Toerisme als alternatief voor de dammen zou een verbetering zijn. Toch kun je je als buitenstaander afvragen hoe reëel het is. Biedt kleinschalig, duurzaam toerisme de dorpelingen voldoende inkomsten, en bijt grootschaliger exploitatie niet met natuurbehoud? Maar de lokale bevolking ziet de toeristen graag komen. Zo ook Aragosta, in zijn vrije tijd deejay. Hij is alvast een winkeltje met hapjes en drankjes begonnen langs de Vjosa, erop vertrouwend dat de dam niet komt.