De sociale kant van lokaal ondernemerschap

15 juni 2018
Dit artikel is verschenen in: geografie juni 2018
Nederland
Kennis
FOTO: RONALD KRANENBURG
Lang niet alle ondernemers in een woonwijk zijn zichtbaar zoals hier.

De bedrijvigheid in woonwijken neemt toe, met bedrijven aan huis als belangrijke aanjager. Wat betekent dit voor de wijk? Er is nu veel aandacht voor sociaal ondernemerschap en bottom-up-activiteiten om de leefbaarheid in woonwijken te verbeteren. Kunnen lokale bedrijven hierin een rol spelen?

Tot ongeveer halverwege de 20e eeuw waren bedrijven niet weg te denken uit het stedelijk woonmilieu. De bakker, slager en kruidenier waren bekende figuren in de buurt en speelden vaak een belangrijke rol in het sociale leven. Met de komst van grootschalige naoorlogse woonwijken veranderde dit. In de nieuwe wijken werd enkel nog gewoond en zo ontstonden slaapwijken, waar alleen buiten werktijd activiteit waarneembaar was.

Dit beeld verandert nu weer. Er zijn steeds meer bedrijven en ondernemers in stedelijke woonwijken te vinden. Zou je mensen vragen een inschatting te maken van het aantal bedrijven in de eigen straat of buurt, en de gegevens van de Kamer van Koophandel erbij pakken, dan zouden de inschattingen waarschijnlijk aan de lage kant blijken. Dat komt vooral door de sterke groei van bedrijven aan huis, veelal zzp’ers. Maar ook detaillisten en ambachtslieden vinden steeds vaker (opnieuw) een plek in de woonwijk.

Daarbij streven veel gemeenten bewust naar variatie in de stedelijke woonomgeving. Zo noemt de gemeente Amsterdam in haar structuurvisie 2040 expliciet het belang van gevarieerde wijken met een combinatie van wonen en werken. De gemeente wil bedrijvigheid (terug)brengen in monotone woongebieden en zo de leefbaarheid in de stad vergroten.

Lokale ondernemers willen natuurlijk in de eerste plaats een boterham verdienen, maar ze kunnen ook een bijdrage leveren in het lokale sociale domein, zo is de gedachte. Dit geldt in het bijzonder voor de ondernemers die ook wonen in de wijk waar hun zaak gevestigd is, zoals bedrijven aan huis. Zij hebben als het ware een dubbele rol binnen de lokale omgeving. Aan de hand van interviews met ondernemers in een aantal wijken in Amersfoort en Den Bosch heb ik onderzocht in hoeverre zij zich betrokken voelen bij hun wijk, en bijdragen aan de lokale leefbaarheid.

Goede buur

Uit de interviews blijkt dat de meeste ondernemers allereerst ‘een goede buur’ willen zijn. Ze vinden het belangrijk geen overlast te veroorzaken voor (directe) omwonenden. Het merendeel zegt ook actief bij te dragen aan de leefbaarheid en sociale controle in de wijk. Veel ondernemers zijn overdag aanwezig in de wijk en signaleren bijvoorbeeld onregelmatigheden rondom parkeren en afval, en overlast van groepen die in de buurt rondhangen. Veel geïnterviewden zeggen dat ze daar melding van maken of zelf actie ondernemen, bijvoorbeeld door betrokkenen op hun gedrag aan te spreken of zelf afval op te rapen. Een aantal ondernemers zegt ook het vaste afgiftepunt van pakketbezorgers te zijn geworden. Dit leidt weer tot frequent contact met buurtgenoten die hun pakketjes komen ophalen. Eén ondernemer heeft door deze rol een centrale positie gekregen in het sociale weefsel binnen de wijk.

Naast hun inbreng in de lokale leefbaarheid dragen de geïnterviewden via hun bedrijfsactiviteiten bij aan lokale waardecreatie. Veel ondernemers doen aan sponsoring. Ze doneren bijvoorbeeld geld voor lokale initiatieven of bieden gratis diensten of producten van het eigen bedrijf aan. Zo komt één ondernemer af en toe met een mobiele koffiebar naar buurtactiviteiten om mensen van een gratis kopje koffie te voorzien. Voor hem is dit een manier om activiteiten in de buurt te ondersteunen en tegelijkertijd naamsbekendheid te krijgen. De eigenaresse van een evenementenbureau organiseert bewust activiteiten voor en in haar wijk, bijvoorbeeld om kinderen op een leuke en laagdrempelige manier wat te leren en wijkbewoners met elkaar in contact te brengen.

Drijfveren

Op een enkeling na lijken de geïnterviewde ondernemers allemaal wel een steentje bij te dragen aan de leefbaarheid in de wijk. Maar wat beweegt hen hiertoe? De buurtondernemers noemen verschillende drijfveren; de belangrijkste zijn persoonlijke overtuiging, professionele motivatie en lokale inbedding.

Eerder onderzoek laat zien dat de persoonlijke motivatie van een individu om ‘goed te doen’ de belangrijkste drijfveer voor en voorspeller van pro-sociaal gedrag is. Ook de geïnterviewde ondernemers spreken van een ‘innerlijke drive’ of geven aan dat ze zich vanuit hun intrinsieke motivatie willen inzetten voor een bepaald doel. Een van hen vindt dat het bovenal gaat om ‘impact hebben en impact maken’ waarbij ‘geld verdienen niet altijd op de eerste plaats staat’. Wat dat betreft verschillen de ondernemers dus niet van andere groepen uit eerder onderzoek. Sommige mensen hebben nu eenmaal een sterkere persoonlijke drive om goed te doen. Toch lijkt het ondernemerschap wel voor extra motivatie te zorgen. Een aantal geïnterviewden ziet het als hun ‘plicht’ als bedrijf in de samenleving ook op sociaal vlak een positieve bijdrage te leveren. ‘Geld verdienen schept ook verantwoordelijkheden’, zegt een van hen.

Mijn buurtje

Een andere interessante uitkomst hangt samen met de persoonlijke en emotionele waarde die de ondernemers toekennen aan hun buurt. Menig geïnterviewde heeft het bij de directe omgeving over ‘mijn plekje’ of ‘mijn buurtje’ en wil iets terugdoen. Persoonlijke verbondenheid met en lokale inbedding in de wijk blijken dus belangrijke drijfveren voor de ondernemers. De kleine groep geïnterviewden die zegt geen bijdrage te leveren op sociaal terrein, blijkt niet of nauwelijks ingebed te zijn in de lokale sociale omgeving. Deze ondernemers hebben weinig contact met andere bewoners of bedrijven in de wijk. Maar dit geldt slechts voor een enkeling. De meesten hebben veel lokale contacten. Vaak in de privésfeer, zoals met directe buren en mensen verderop in de straat, en minder gerelateerd aan het bedrijf. Alleen de ondernemers die met hun bedrijf een lokale markt bedienen en veel klanten in de directe omgeving hebben, zeggen dat hun verbondenheid met de buurt is toegenomen.

Lokale inbedding

Met de terugkeer van bedrijvigheid in de wijk lijkt de tijd van monotone woonmilieus achter de rug. Maar het is de vraag of de lokale ondernemers van nu eenzelfde rol zullen spelen binnen het sociale domein als de bakker, slager en kruidenier van toen. Veel geïnterviewde ondernemers geven aan dat hun prioriteit ligt bij de eigen bedrijfsactiviteiten en het gezond houden van de onderneming. Tegelijkertijd vinden de meesten het belangrijk om ook op sociaal vlak hun steentje bij te dragen. Maar die bijdrage is vaak bescheiden en reikt niet verder dan de wens een goede buur te zijn. Andere ondernemers tonen concreet pro-sociaal gedrag, bijvoorbeeld door hun buurt schoon en veilig te houden of door lokale initiatieven te sponsoren.

Puur en alleen hun vestiging in de buurt maakt nog niet dat ondernemers ook een rol spelen in het sociale domein. De combinatie van persoonlijke overtuiging en lokale inbedding blijkt de belangrijkste drijfveer te zijn – net als bij ‘reguliere’ wijkbewoners. Lokale inbedding ontstaat door interactie op buurtniveau, veelal in de privésfeer maar ook bedrijfsmatig via een lokale afzetmarkt. Hier liggen dus zeker kansen voor lokale bestuurders: door meer lokale interactie te faciliteren en daarmee lokale inbedding te versterken, is de potentie van ondernemerschap voor de leefbaarheid in de wijk nog beter te benutten. De ondernemer van nu zal waarschijnlijk nooit dezelfde rol in de wijk vervullen als de bakker of groenteboer van weleer. Maar er is wel degelijk een rol voor lokaal ondernemerschap weggelegd die past bij de huidige tijd en de eigen voorkeuren.

 

Dit artikel is gebaseerd op een deel van het promotieonderzoek van Marianne de Beer naar de relatie van ondernemers in stedelijke woonwijken met hun lokale omgeving. Dit onderzoek wordt ondersteund door een NWO Talentbeurs.

 

BRONNEN

  • Mason, C., D. Reuschke, S. Syrett & M. van Ham (Eds.) 2015. Entrepreneurship in Cities. Neighbourhoods, Households and homes. Cheltenham: Edward Elgar Publishing.
  • Welter, F. & W.B. Gartner (Eds.) 2016. A research agenda for entrepreneurship and context. Cheltenham: Edward Elgar Publishing.
  • Zahra, S.A. & M. Wright 2016. Understanding the Social Role of Entrepreneurship. Journal of Management Studies, 53 (4): 610-629.