Discussie in de klas
‘Maar meneer, wat vindt ú ervan?’
Een onthoofde leraar in Frankrijk en een ondergedoken collega in Rotterdam: als aardrijkskundeleraar moest ik extra moed verzamelen om weer controversiële kwesties te behandelen in de klas. De eerste e-mail van een ouder met kritiek op de inhoud van een gestreamde les is al binnen.
Aardrijkskunde is een vak waarbij regelmatig controversiële kwesties aan bod komen, in officiële termen: ‘kwesties die sterke gevoelens opwekken en gemeenschappen en de samenleving verdelen’. Denk aan klimaatverandering, migratie, creationisme, de multiculturele samenleving en kernenergie. Leerlingen en leraren kunnen hierover flink van mening verschillen. Zelf gebruik ik regelmatig cartoons in de les om een discussie op gang te brengen of leerlingen aan het denken te zetten. Die controversiële kwesties hoeven het leven van de leerlingen zelf niet te raken. Maar er zijn genoeg onderwerpen die dat wél doen. Ze nodigen leerlingen uit om na te denken over de keuzes die ze in hun leven kunnen maken. Kan ik nog wel met het vliegtuig op vakantie gaan? Moet ik nog wel vlees eten? Deze keuzes worden ook wel morele dilemma’s genoemd.
Nieuwe verzuiling
Het afgelopen jaar deed ik voor mijn master onderzoek naar de vraag óf je die controversiële kwesties moet behandelen in de les en zo ja, hoe je dat kunt doen. Ook vroeg ik leerlingen naar hun behoefte in dit verhaal.
Om met het eerste punt te beginnen: ja, stel controversiële kwesties aan de orde in je les. Want deze vraagstukken vinden niet alleen via het curriculum een weg naar het klaslokaal, maar dringen vroeg of laat ook het leven van de leerlingen binnen. Het is belangrijk dat ze hierover kunnen nadenken en zich er een mening over kunnen vormen. En dat leerlingen kennisnemen van verschillende standpunten over een onderwerp. In hun leven buiten school krijgen ze vaak een eenzijdig beeld van controversiële kwesties.
Er lijkt de laatste jaren sprake van een nieuw soort verzuiling langs de contouren van het (sociale) mediagebruik. Volwassenen, maar zeker ook leerlingen, komen in hun persoonlijk leven nauwelijks meer in aanraking met andere zienswijzen en argumenten. Tunnelvisie ligt daardoor op de loer. Scholen zijn voor leerlingen nog een van de weinige plekken waar verschillende invalshoeken bij elkaar komen. Dat maakt scholen ook dé plek om controversiële kwesties te behandelen. Hoe moeilijk dat soms ook is. Leerlingen worden zo uitgedaagd en werken aan relevante competenties als discussiëren, inlevingsvermogen, hogere denkvaardigheden, onderzoeksvaardigheden en burgerschap. Scholen zijn niet alleen een plek waar diverse meningen de revue passeren, maar ook een omgeving waar jongeren leren hoe je deze onderwerpen op een beschaafde manier met elkaar kunt bespreken. De school heeft een voorbeeldfunctie. Als ze het daar niet leren, waar dan wel?
Leerlingen komen in hun persoonlijk leven nauwelijks meer in aanraking met andere zienswijzen en argumenten
Denk niet dat het met een of twee lesuren maatschappijleer in de week wel goed komt. Scholen zouden dit breed moeten uitdragen. Het vak aardrijkskunde kan daarin een belangrijke rol spelen. Juist omdat hier veel onderwerpen vanuit verschillende dimensies worden belicht.
Rollen
Maar hoe breng je die vraagstukken dan in de les? Veel leraren geven aan onzeker te zijn over hun vermogen om controversiële kwesties te behandelen en dit daarom maar te vermijden. Ik kan me goed voorstellen dat de recente gebeurtenissen hebben bijgedragen aan die onzekerheid.
In de literatuur lees je dat een leraar grofweg vier rollen kan aannemen in de klas: neutraal, gebalanceerd, als advocaat van de duivel en betrokken. Bij de neutrale rol faciliteert de leraar de discussie zonder zich er zelf in te mengen. Bij de gebalanceerde rol laat de leraar de verschillende kanten van het verhaal zien zonder zelf kleur te bekennen. Als advocaat van de duivel neemt de docent een positie in die tegengesteld is aan die van de leerlingen om discussie op te wekken. In de betrokken rol bekent de docent kleur door zijn of haar eigen mening kenbaar te maken. Elk van deze rollen heeft voor- en nadelen. Misschien kies je als leraar de rol die goed bij je persoonlijkheid past – je provoceert graag of bent juist een diplomaat. Of misschien kies je een bepaalde rol vanuit een overtuiging. Welke rol is het beste om aan te nemen? Die vraag heb ik in mijn onderzoek aan de leerlingen zelf voorgelegd.
De leerling
Ongeveer de helft van de driehonderd leerlingen die ik ernaar vroeg, ziet de leraar het liefst in een neutrale rol bij controversiële onderwerpen. De andere rollen noemen ze min of meer even vaak. Veel leerlingen geven aan dat de rol die de leraar aanneemt in dienst van de discussie moet staan. En dat ze graag discussies over controversiële kwesties voeren in de les. Het zet ze aan het denken en discussiëren is ook leuk. Ze zouden het graag meer doen dan nu gebeurt. Bij gevoelige onderwerpen blijft het vaak bij het oplepelen van informatie en soms geeft de leraar dan zijn eigen mening. Leerlingen voelen zich te weinig aangemoedigd zelf een mening te vormen, standpunten te onderbouwen en uit te wisselen.
Een beperkt aantal leerlingen wil dat de leraar hen actief stuurt bij het maken van keuzes in morele dilemma’s. Maar de meesten ervaren dit te veel als beïnvloeding door de leraar. Toch zijn ze wel erg benieuwd naar wat die leraar er eigenlijk van vindt. Opvallend in het onderzoek is dat meer meisjes behoefte lijken te hebben aan sturing dan jongens.
Wat nu?
Als je had gehoopt op een gepassioneerd en onderbouwd pleidooi voor een van de rollen bij het behandelen van controversiële kwesties, moet ik je teleurstellen. Maar een oplossing voor dit vraagstuk is er wel.
Dat het belangrijk is om controversiële kwesties in de aardrijkskundeles te behandelen, lijkt me evident. Over hoe je dit als leraar aanpakt, verschillen de meningen, ook onder leerlingen. Een curriculum maak je samen met de leerlingen. Ga dus bij het behandelen van controversiële kwesties in de klas met ze in gesprek. Waaraan hebben zij behoefte? Een bekwame aardrijkskundeleraar kan vervolgens de rol inzetten die daarbij aansluit. Duik niet weg bij het behandelen van controversiële onderwerpen in de klas. En weet je gesteund door mij en alle andere aardrijkskundeleraren die met jou dagelijks in de frontlinie staan. Zelf heb ik ondertussen wat extra, door de leerlingen gemaakte cartoons opgehangen in mijn lokaal.
Leerlingen voelen zich onvoldoende aangemoedigd zelf een mening te vormen en standpunten te onderbouwen en uit te wisselen
Met dank aan Marlous Oud, lerarenopleider Aardrijkskunde Fontys Lerarenopleiding Tilburg.
BRONNEN
- Doyle, W. (1992). Curriculum pedagogy. P.W. Jackson. Handbook of Research on Curriculum. New York: Macmillan.
- Stradling, A. (1984). Controversial issues in the classroom. R. Stradling, M. Noctor, & B. Baines. Teaching Controversial Issues. London: Edward Arnold.