Duinen: aangroei of afbraak?

18 juli 2019
waterveiligheid
Nederland
Kennis
BRON: DE WINTER ET AL, 2015
Duinerosie bij Egmond aan Zee

Nederland ligt voor 26 procent onder NAP. Mede dankzij duinen worden we beschermd tegen overstromingen. Tijdens stormen kan een deel van onze duinen wegspoelen, dat heeft risico’s voor onze veiligheid. Gelukkig groeien duinen ook weer langzaam aan. Om onze veiligheid te vergroten is het belangrijk om groei en afbraak van duinen te voorspellen.  Een nieuw model gemaakt door Universiteit Utrecht doet dit.

 

Op 5 en 6 december in 2013 raasde de zogenoemde Sinterklaasstorm over Nederland. Door de combinatie van een zware noordwesterstorm en springtij waren de waterstanden het hoogst sinds de waternoodramp van 1953. De storm heeft meer dan tien mensen het leven gekost.

Heftige stormen komen in Nederland meerdere keren voor in een jaar. Hoge waterstanden bij de kust zorgen ervoor dat het water in staat is om een groot deel van de duinen weg te slaan. Dit is goed te zien op de foto’s.

BRON: CAMERA 5 VAN DE ARGUSTOREN, 6 DECEMBER 2013 OM 9.00 UUR GMT
De Sinterklaasstorm bij Egmond aan Zee. Er is te zien hoe de golven tot aan de duinrand komen en hier de duinen eroderen.

Duinen bestaan uit zand dat afkomstig is van het strand. Dit strandzand is vaak erg nat, maar als het opdroogt, kan het door de wind naar de duinen worden geblazen. Op deze manier kunnen duinen aangroeien. Om het overstromingsrisico laag te kunnen houden is het nodig om lange termijn de verandering in de grootte van de duinen te kunnen voorspellen en zo nodig maatregelen te nemen.

Natheid en wind

Dit jaar is een nieuw model ontwikkeld dat de hoeveelheid zand dat naar de duinen wordt geblazen door de wind beter kan berekenen. Het model is vernieuwend omdat er meer factoren worden meegenomen om de aangroei te bepalen. Zo wordt de natheid van het zand op het strand meegenomen in het model. De natheid beïnvloedt namelijk de hoeveelheid zand die opwaait.  

    Hoe natter het strand is, hoe meer de zandkorrels bij elkaar gehouden worden, dus hoe minder zand zal opwaaien.

    Het voorspellen van de hoeveelheid zand die zal opwaaien hangt van meer factoren af dan alleen de natheid van het strand. Ook de wind is van belang: hoe harder het waait hoe meer zand er getransporteerd kan worden. Daarnaast heeft ook de lengte van de windbaan invloed op de hoeveelheid zandtransport: hoe langer de wind over het zandoppervlakte waait hoe meer zand er zal verstuiven.

    Toekomstvoorspelling

    Momenteel wordt gekeken of het model gedurende een storm goede voorspellingen kan doen. Tijdens stormen is het vaak ingewikkeld om goede voorspellingen over het transport te doen. Het waait erg hard, waardoor er veel zand gemakkelijk kan opwaaien. Het water staat meestal hoog waardoor de windbaan vaak korter is, dit zorgt weer voor minder transport. Bovendien is het strandoppervlak tijdens de storm natter, dit belemmert het transport nog meer. In het nieuwe model worden al deze factoren meegenomen.

    De uitkomsten van het model over de hoeveelheid zandtransport worden vergeleken met foto’s die gemaakt zijn op het strand bij Egmond aan Zee. Op deze beelden is te zien of er zand door de wind getransporteerd wordt. Dit is te zien aan zandstructuren aan het strandoppervlak. Op deze manier kan bepaald worden of het model accurate voorspellingen doet tijdens stormen.

    De eerste resultaten van de voorspellingen van het model tijdens stormen zijn veelbelovend. Hopelijk kan het model ons in de toekomst van belangrijke informatie voorzien en helpen met de bescherming van het land tegen overstromingen.

     

    BRONNEN

    • NOS.nl (6 december 2013) Hoogste waterstand sinds 1953.
    • Davidson-Arnott, R. G. D., & Dawson, J. C. (2001). Moisture and fetch effects on rates of aeolian sediment transport, Skallingen, Denmark. In Proceedings Canadian Coastal Conference (pp. 309-321). Canadian Coastal Science and Engineering Association Ottawa, Canada.