EUGEO dag 2: positief nieuws over landbouw, graffiti en dakloosheid

In mijn eerste blog was ik niet zo positief over de openingsvoordracht. Dat leidde tot bezorgde vragen vanuit het vaderland: ging het wel goed, met mij in het algemeen, en met de wetenschap in het bijzonder? Kort antwoord: tweemaal ja. Om dat te illustreren schrijf ik deze tweede blog over de voordrachten waar ik enthousiast van werd.
Bergen
Zo was ik bij een sessie getiteld: ‘The changing European rural landscape: land concentration, monocultures, and biodiversity loss´. Lekker positief zult u denken. En inderdaad, we kregen een bak ellende over ons heen. Maar toen was er een fantastische presentatie over de veranderingen in de Italiaanse Alpen. Het aantal landbouwbedrijven groeit daar, met jonge boeren die kleinschalig en biologisch verantwoord kruiden, fruit en oude graansoorten verbouwen. De lokale economie bloeit op, en oude dorpen krijgen weer nieuwe bewoners. Omdat ik vandaag alleen maar een positieve toon ga hanteren kan ik niet schrijven over een andere ontwikkeling in die bergen, namelijk het omhoogkruipen van wijngaarden die in de dalen te veel last hebben van klimaatverandering. Dat zijn kapitaalkrachtige ondernemingen, die de kleinschalige, biologische wijnbouw wurgen.

Graffiti
In een andere sessie ging het over politieke graffiti in de publieke ruimte, met voorbeelden uit Wenen, Linz en Ljubljana. Prachtige voorbeelden, maar de poging om er geografie van te maken was wat geforceerd. Enkele conclusies: deze politieke uitingen komen meer voor in het centrum van een stad, of in de buurt van politieke partijen en banken, of op plekken met overtoerisme. En het waren vooral ‘linkse’ posters en opschriften. Gelukkig zit er altijd iemand in de zaal die de juiste vraag stelt, meestal beginnend met ‘ik ben geen expert op dit terrein, maar´. In dit geval iemand die Oost-Duitsland goed kent, en memoreerde dat je daar op het platteland toch vrij veel (extreem-)rechtse leuzen aantreft, in alle varianten van ‘grenzen dicht´. (Nee, ik was die vragensteller niet). De presentatoren vonden het een goed idee om ook eens buiten de steden te gaan kijken.
Definitie gezocht
Bij een andere sessie heb ik wel een vraag gesteld. Ik had een uur lang geboeid geluisterd naar een lezing over dakloosheid in Praag, Wenen en Boedapest, en had geleerd dat de ‘wooncarrière’ van mensen grillig kan verlopen: van de ene tijdelijke opvang naar de andere, met soms een verblijf op straat. Maar ik wist nog niet hoe groot het probleem was: waren er in Wenen minder dan daklozen dan in Boedapest? Wenen heeft immers al lang een sociaaldemocratisch bestuur, terwijl Victor Orbán meer op de lijn zit van de ‘survival of the fittest´, en zich niets aantrekt van armoede en dakloosheid. Het antwoord op mijn vraag: we kunnen geen aantallen noemen, maar we zijn begonnen met een groot transnationaal onderzoek om de definities van dakloosheid te harmoniseren. Ziet u wel, een positieve uitkomst.
Verantwoordelijke geografie
Op dit congres zijn veel oud-collega’s uit Utrecht. Oud, omdat ik met pensioen ben. Zo was ik bij twee presentaties van onze talentvolle promovendi, waarbij ik mij kon identificeren met het onderzoeksobject. Zo vertelde Sophie over de koloniale geografie van Louis van Vuren (die in Utrecht hoogleraar was, en tijdens de oorlog rector magnificus van de universiteit). Mijn connectie: in de speelfilm Wim Eggink (één van de leiders van het studentenverzet tijdens de oorlog) speelde ik de rol van Van Vuren. Oké, ik had één zin (‘Ik waarschuw je Eggink!'), maar toch. In een andere workshop sprak Leonie over de invloed van maatschappelijke revolutie van de jaren 60 en 70 in Nederland op de inhoud van ontwikkelingsgeografie. Mooie voorbeelden uit studentenbladen, bijvoorbeeld. Ik heb daar als student een staartje van meegemaakt. Het was alsof ik als dinosaurus een voordracht bijwoonde over het uitsterven van de dinosaurus.
Tijdens dezelfde sessie werd een online verbinding gelegd met Mark Boyle in Ierland. Dat ging probleemloos, en zijn pleidooi voor een ‘responsable geography’ was inspirerend. Hij sprak vooral over Richard Morrill, die in 1983 president was van de American Association of Geographers (AAG). In dat jaar opende hij het jaarlijks congres van de AAG met een lezing ‘The responsibility of Geography’. De geografie had volgens hem een verantwoordelijkheid betreffende de waarheid, wetenschappelijke integriteit, de aarde, lokale gemeenschappen, de maatschappij, cultuur en de mensheid. Een verhaal dat nog steeds relevant is, maar het is ook treurig dat in het Amerika van nu al die waarden worden afgebroken. Dit congres in Wenen laat gelukkig een geografie zien die zich bekommerd om de aarde, ongelijkheid en kwetsbare mensen. Veel te woke, zou Donald Trump zeggen. Maar laat EUGEO maar woke zijn.
En, is het bevallen, dit positieve verslag uit Wenen?
Trivia van de dag
Overal in Wenen zijn openbare toiletten, met bordjes die daarnaar wijzen. Maar als je op internet meer wilt weten over dit positieve fenomeen, dan kom je ook veel geklaag tegen van Oostenrijkers. Zo zouden het er veel te weinig zijn (het zijn er 154, ongeveer het aantal van alle openbare wc’s in Nederland). Wel een terecht punt: als je een kabine wilt gebruiken moet je betalen (50 cent). Urinoirs zijn gratis. Dat klopt natuurlijk niet. Ik bedoel dat vrouwen moeten betalen, terwijl ze gemiddeld gezien al onderbetaald worden. Een taak voor ‘responsable geography’.
