EUGEO dag 3: gewaardeerde excursies en oncomfortabel veldwerk

Vanmiddag mag ik op excursie, joepie! Mijn volgende en laatste blog zal ik daarover schrijven, want dan weet ik alles over sociale huisvesting in Wenen.
Excursies zijn altijd fijn, en ze maken ons vak zo aantrekkelijk. Mijn collega's hadden een sessie georganiseerd over de ethische aspecten van veldwerken. Studenten waarderen veldwerken en excursies nog steeds in hoge mate, en ze leren heel veel. Maar niet iedereen voelt zich comfortabel, en sommigen ervaren stress over bijvoorbeeld groepsprocessen, reizen naar een onbekend gebied, of het omgaan met een lichamelijke of geestelijke beperking. Een flinke groep heeft geldzorgen (in Utrecht moeten studenten een veldwerk zelf betalen). Je kunt zeggen: niet zeuren, van het overwinnen van obstakels word je groot, maar het is wel een probleem als die obstakels het leerproces beïnvloeden. Maar hoe ver moet je gaan bij aanpassingen? Een collega uit het Verenigd Koninkrijk vertelde dat zijn studenten steeds vaker een eenpersoonskamer verlangen. Sentimenteel moment: in 1978 moesten wij strijd leveren met de strenge jeugdherbergvader in Luxemburg. Nu gaat het over het slechte wifi/netwerk in een hostel.
Inge, van de Universiteit van Amsterdam, sprak over haar ervaringen met een al lang bestaand (90 jaar!) veldwerk in Amsterdam, waarbij studenten moeten aanbellen om een enquête af te nemen. In de jaren dertig was de respons bijna 100 procent, want de wetenschap stond toen nog op een voetstuk. Nu wordt nog maar 15 procent behaald, en durven studenten niet meer aan te bellen. Het doorkruisen van een voortuin beschouwen sommigen als een criminele daad. Bij de deur gaat er ook niet altijd vriendelijk aan toe, want ja, de Universiteit van Amsterdam is een links bolwerk.
Britse collega Dan, overlopend van enthousiasme, heeft samen met collega's het initiatief genomen om een manifest over veldwerk op te stellen, waarin iedereen kan meewerken. Daartoe zijn zes provocerende stellingen gemaakt, waarvan één luidt: ‘Fieldwork must build new habits that address masculinist, extractivist, and colonial traditions’. Ga er maar aanstaan.
Vanmiddag dus stadsgeografie. Daarom ter inleiding iets over de Ringstraße in Wenen, met zijn monumentale panden. Een korte geschiedenis. De stadsmuur van Wenen werd na de eerste belegering door de Ottomanen (1529) en de Dertigjarige oorlog (1618-1648) uitgebouwd tot een vestingwal. Daaromheen een strook zonder bebouwing (Glacis genoemd), om een vrij schootsveld te hebben. Die werd steeds breder, en was bij de tweede belegering door de Turken al 450 meter breed. Het stelsel van bolwerken werkte goed, en de aanval van de Turken werd wederom afgeslagen. Christelijk Europa werd gered (zo wordt nog steeds verteld). Maar na Napoleon verloor de Glacis zijn militaire betekenis. In de 19de eeuw werd nagedacht over de invulling van dit gebied. Ondertussen waren zelfstandige voorsteden ontstaan, buiten de Glacis. In 1850 werden door deze door Wenen geannexeerd (eingemeindet). In het stadsmuseum zag ik een prachtige kaart die dat mooi weergaf: een grote stad met een groot cirkelvormig gat daarin.
Keizer Frans Josef I schreef daarom een internationale wedstrijd uit, waaraan stadsplanners en architecten uit de hele wereld konden meedoen. Omdat geen van de inzendingen de keizer volledig konden behagen werden drie inzendingen ex aequo tot winnaar uitgeroepen, waarna een nieuwe commissie onder keizerlijk toezicht een alomvattend ontwerp maakte op basis van de prijswinnaars. Hoofddoel: de glorie van het Habsburgse Rijk tonen, met nieuwe gebouwen zoals de Hofburg, de opera, het parlement en het stadhuis, belangrijke musea, de universiteit en de beurs. Maar er werden ook particuliere optrekjes gebouwd door de maatschappelijke elite. Nu laat de elite een megajacht bouwen in Nederland.

Natuurlijk moest er ook een paradeplaats komen. De Ring leende zich goed voor militair vertoon. Op 15 maart 1938 was het druk op de Ring. Na de Anschluss van Oostenrijk bij het Duitse Rijk bekeek Adolf Hitler vanaf een tribune bij het parlement de inkomende Duitse troepen. Daarna begaf hij zich naar Hotel Imperial, waarbij het volk scandeerde: ‘Lieber Führer, bleib doch stehen, wir wollen Dich so gerne sehen!'.
Het gebied van de Ringstraße is een indrukwekkend ensemble met gebouwen in allerlei neostijlen. Maar er zijn ook prachtige parken gekomen, zoals het levendige Stadtpark in het oosten. Afgelopen zondag heb ik mijn stappenteller flink uitgedaagd, en zowat de hele Ring afgelopen. Dan zie je dat het gebied goed wordt benut, door een breed spectrum van de samenleving. Op het Heldenplein bij de Hofburg werd het oogstfeest van de Oostenrijkse boeren gevierd, met veel Lederhosen en braadworsten. Even verderop werd op de trappen van het Oostenrijkse parlement door een klein groepje driftig op potten en pannen getrommeld, met een duidelijke boodschap: de Oostenrijkse regering mag niet langer zwijgen over de tragedie in Gaza. Maar veel aandacht kregen ze niet, zeker niet van de toeristen die naarstig op zoek waren naar een koetsje om zich comfortabel door het Unesco-erfgoed van de binnenstad te laten vervoeren.



Trivia van de dag
In de Volksgarten (onderdeel van de Ring) staan honderden stamrozen, ter herinnering aan een overleden persoon, een zoveeljarig huwelijk, of gewoon een liefdesverklaring. Een langgerekt rosarium, met individuele boodschappen. Opvallend in de parken: enorme rijen aangesloten banken. Vergelijk dat met de bankendichtheid in Nederlandse parken, die niet bepaald royaal genoemd mag worden. Calvinistische zuinigheid.
