Frank Tierolff van het Kadaster: ‘Alles gebeurt ergens’

1 september 2021
Auteurs:
Ronald Kranenburg
hoofdredacteur Geografie, KNAG
Dit artikel is verschenen in: geografie september 2021
GeoWeek
Opinie
BEELD: KADASTER
Op Publieke dienstverlening op de kaart zijn 160 tot 200 open datasets te koppelen aan topografische en kadastrale kaarten.

Het Kadaster is nu drie jaar partner van de GeoWeek en deed daarvoor ook al mee aan activiteiten. Frank Tierolff, sinds 2020 bestuursvoorzitter, vertelt over het belang van geo-informatie en de boodschap die het Kadaster wil uitdragen.

‘De omstandigheden in Nederland zijn bijzonder’, vertelt Tierolff. ‘Op 34.000 vierkante kilometer leven we met 17 miljoen mensen. Ruimte is  hierdoor schaars. We kunnen in Nederland de afbakening van tuinen tot op 2 centimeter nauwkeurig bepalen. Op een zeer hoog detailniveau weten we wat van wie is, waar iets precies ligt, welk adres daarbij hoort en hoe de topografie eruit ziet. Al die informatie is bij het Kadaster digitaal beschikbaar en te combineren.

Vanuit het aloude landmeten is het Kadaster in de loop der jaren een gespecialiseerd databedrijf geworden. Zonder de registratie van deze data zou de Nederlandse maatschappij er anders uitgezien hebben. Je hebt landen die de registratie goed voor elkaar hebben, zoals Singapore en Nederland, maar ook landen waar dat veel minder geregeld is en bijvoorbeeld allerlei zekerheden ontbreken die voor ons vanzelfsprekend zijn, zoals ten aanzien van eigendom.’

BEELD: SUSHILLA KOUWEN
Frank Tierolff
'Informatie over land en locatie is essentieel voor de stabiliteit en economische welvaart in een land'

Samenwerking in het buitenland

‘Momenteel is 70% van het aardoppervlak niet geregistreerd. De Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties benadrukken het belang van informatie over land en locatie. Die is essentieel voor de stabiliteit en economische welvaart in een land. De meeste conflicten gaan in de basis over grondbezit. Land is pas goed economisch te gebruiken als je weet van wie het is en de rechten registreert. Een goede registratie vormt de basis voor de economie van een land. Het Nederlandse Kadaster heeft de informatie en data binnen de eigen landsgrenzen goed op orde, is onafhankelijk en er is veel kennis onder één dak. Daarnaast werken we veel samen met buitenlandse collega’s, waardoor we steeds verder verbeteren en leren van elkaar. Met het ministerie van Buitenlandse Zaken helpen we landen die hun registratie nog ontwikkelen. In Colombia bijvoorbeeld deden we de afgelopen jaren mee aan een groot project. Het dispuut tussen de Colombiaanse regering en de FARC gaat van oorsprong over grond, en de landregistratie is daarbij cruciaal. Bij de onderhandelingen tussen de overheid en de leiders van de guerrillabeweging was het opzetten van een landregistratiesysteem een van de voorwaarden.’

Informatie op maat

‘Bij het Nederlandse publiek is het Kadaster misschien vooral bekend vanwege de landmeter bij De Rijdende Rechter. En vanwege de registratie van de aankoop van een woning via de notaris. In de toekomst streven we ernaar dat burgers helemaal geen Rijdende Rechter meer nodig hebben. De data in ons systeem bieden zekerheid en moeten voor iedereen toegankelijk zijn. We werken aan een nog geavanceerder online platform waarop je in je eigen woorden een vraag kunt stellen en dan een begrijpelijk antwoord krijgt. Dat klinkt misschien voor de hand liggend, maar daaronder ligt een heel complex traject waarbij veel artificial intelligence (AI) komt kijken. Het uiteindelijke doel is dat je voor een ruimtelijk geschil bij wijze van spreken geen tv-programma meer nodig hebt, maar zelf met een paar klikken een oplossing vindt.

Zover zijn we nog niet, maar er zijn al aardig wat instrumenten die hierbij helpen. Op dit moment staan op Publieke dienstverlening op de kaart (PDOK) 160 tot 200 open datasets die je kunt bevragen. En dat gebeurt met grote regelmaat. Het afgelopen jaar zijn deze datasets 30 miljard keer bekeken. PDOK bevat naast topografische en kadastrale kaarten een hele reeks datasets van andere instanties die hieraan gekoppeld zijn. Denk aan informatie over landbouw & veeteelt, natuur & milieu, transport en gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De uitdaging voor ons is om uit deze enorme hoeveelheid gegevens informatieproducten op maat aan te bieden. Zodat je als gebruiker dus niet meer alles zelf hoeft op te zoeken en moet combineren, maar een vraag kunt stellen waarop een concreet antwoord volgt. Een platform waar niet alleen burgers, maar ook politici, (semi)overheden, bedrijven en beleidsmakers terecht kunnen. Als geo-community kunnen we op veel niveaus een belangrijke bijdrage leveren. Door de feiten juist te presenteren kunnen de legitimatie en besluitvorming verbeteren. Het Kadaster als autoriteit kan feiten van fictie scheiden, wat voor de economie en de democratie in Nederland heel belangrijk is’

BEELD: KADASTER

Jongeren aan de slag

‘Wij willen de kracht en de mogelijkheden van geo-data ook overbrengen aan jongeren. Deze gegevens zijn nu al enorm belangrijk, maar in de toekomst gaan geo-data nog aan belang winnen. Dat zie je bijvoorbeeld bij de bestrijding van covid-19 in een toepassing als de corona-app. En bij de recente watersnood in het zuiden van Nederland. De overheid, hulpverleners en burgers hebben continu behoefte aan informatie en inzicht in data en kaartmateriaal. Welke delen van Nederland lopen onder water wanneer het water stijgt? Houd ik droge voeten? Waar zijn huisartsen en ziekenhuizen gevestigd? En zijn die nog bereikbaar bij een overstroming? Veel websites en apps van de Waterschappen en Rijkswaterstaat gebruiken hiervoor de vrij toegankelijke informatie van de topografische kaart. Wist je dat in veel apps een GIS- of locatiecomponent zit en dat veel van deze data van het Kadaster komen? Je kunt met recht zeggen “alles gebeurt ergens” als het gaat om data en het gebruik ervan.’

Juist omdat we het belangrijk vinden dat jongeren begrijpen wat we doen, steunen we de GeoWeek van het KNAG. Zelf heb ik op de school van mijn zoon een paar keer klassen meegenomen naar een grote GIS-tafel om ze te laten zien hoe ruimtelijke informatie werkt. We hebben samen naar een oud winkelcentrum gekeken. Wat staat er? Welke panden staan leeg? En hoe kun je die opnieuw inrichten zodat ze weer een nuttige functie krijgen? Dit soort oefeningen kun je zowel voor de stad als voor het landelijk gebied uitvoeren. Toegespitst op de eigen omgeving van leerlingen, aangepast aan concrete problemen die zij daar ervaren. Voor basisschoolleerlingen zijn het betrekkelijk eenvoudige vragen waarop ze dan samen een antwoord proberen te formuleren. Er zijn ook veel interactievere en complexere cases waarmee je in het voortgezet onderwijs aan de slag kunt, denk hierbij aan het klimaat.

Leerlingen blijken heel betrokken en informeren zich graag goed. Dat merken we tijdens voorlichting op scholen, waar we onder andere demonstraties geven met drones: hoe maak je drone-opnamen, wat kun je met die data? Al deze activiteiten zijn erop gericht de leerlingen te laten nadenken en ze te activeren. Dat doen we samen met het GeoFort in Asperen, tijdens voorlichting op scholen en in de GeoWeek.

Ik nodig docenten graag uit samen te bekijken wat het Kadaster voor school kan betekenen

Docenten nodig ik graag uit om samen te bekijken wat we vanuit het Kadaster voor jullie kunnen betekenen. Als docenten hebben jullie verstand van onderwijs, wij van ruimtelijke informatie. Samen kunnen we het belang daarvan tonen aan de beslissers van morgen!’

Klik hier voor meer informatie over het Kadaster.