Grenzen

1 april 2015
Dit artikel is verschenen in: geografie april 2015
grenzen
Opinie
FOTO'S: FMIRA (links) / XAYATYP BAPOCRH (rechts)
In twintig jaar zijn de beelden nauwelijks veranderd: Bosnië (links) en Oekraïne (rechts).

In 1995 schreef Salle Kroonenberg deze column in een nieuwsbrief van het KNGMG. Verander ‘Bosnië’ in ‘Oekraïne’ en z’n woorden zijn nog altijd actueel, afgezien van het grapje over Braks, toenmalig minister van Landbouw. Tijden veranderen, maar soms – helaas – bar weinig.

 

Alfred Heineken maakte 23 jaar geleden, kort na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en Joegoslavië, een hypothetische kaart van Europa die de landelijke pers haalde. Daarin was Europa opgedeeld in een groot aantal staatjes, die etnisch homogeen waren en elk niet meer dan 10 miljoen inwoners telden. Ook Nederland was daarin samen met België opgedeeld in vier ministaatjes.

Die kaart deed mij beseffen hoe volstrekt irrationeel landsgrenzen eigenlijk zijn. Grenzen zijn gebaseerd op vergeten veldslagen, historische misverstanden en onkunde. Wie alleen maar de 1 : 25.000 topografische kaart van Baarle-Nassau en Baarle-Hertog bekijkt, ziet daar 28 Belgische enclaves in Nederland, sommige zo grillig dat zij dwars door huizen heen lopen.

Bepaalde binationale panden zijn daar zeer in trek, omdat men er valutatransacties kan uitvoeren door een stapeltje bankbiljetten van de ene kant van het bureau naar de andere te schuiven. Er zijn zelfs binnen die Belgische enclaves nog minuscule stukjes drassig weiland die weer van Nederland zijn: structuren die je verder alleen in ontmengde veldspaten ziet.

Ook natuurlijke grenzen als rivieren zijn niet ondubbelzinnig, want moet je de grens mee verleggen als de rivier een meanderbocht afsnijdt? Er zijn ongelukkigen die hebben bedacht dat je een grens ook aan één oever van een rivier kunt leggen in plaats van in het midden. Als Guyaanse vrouwen bij laag water de was doen in de Corantijn, bevinden ze zich op Surinaams grondgebied, want de grens ligt op de linkeroever van de rivier bij hoogwater. De grenskwestie met Guyana in Zuid-Suriname komt voort uit het feit dat de Corantijn als grens was aangemerkt in 1799, nog voordat de bovenloop ooit was verkend. De oorlog tussen Irak en Iran van 1980-1988 brak mede uit door een soortgelijk probleem bij de Shatt al-Arab. En het gaat mijn begripsvermogen te boven waarom in Joegoslavië honderdduizenden mensen moesten sterven in een oorlog om een paar stukjes land die vroeger allemaal één geheel vormden.

KAART: HEINEKEN/VAN DEN DOEL/WESSELING
De Verenigde Staten van Europa volgens Alfred Heineken (1992)

Alfred Heinekens kaart is het cynische eindpunt van grenzen trekken op etnische gronden. Of misschien zelfs niet eens het eindpunt, als we rekening moeten houden met antagonismen als die tussen Amsterdam en Rotterdam.

Maar het gaat niet alleen om etnische problemen. Zelfs als wij in een heroïsche poging om met een schone lei te beginnen alle historische afspraken overboord zouden gooien en Heinekens kaart tot werkelijkheid zouden uitroepen, zouden al die landjes toch nog ruzie krijgen over het milieubeleid, over de natuurbescherming en over de ongelijke verdeling van grondstoffen. Het wekt bijvoorbeeld bevreemding dat milieuactivisten bereid zijn te sterven voor het behoud van het in Nederland uiterst zeldzame Rechtsdraaiend Wentelkruid, terwijl dat in Frankrijk overal volop staat te bloeien. Het Rechtsdraaiend Wentelkruid wordt helemaal niet bedreigd met uitsterven, het dreigt alleen niet meer voor te komen binnen de landsgrenzen, een in natuurwetenschappelijk opzicht volstrekt irrelevant gegeven. Om dit probleem te vermijden zouden we naar analogie van Heineken de landsgrenzen in Europa ook kunnen trekken aan de hand van de verspreidingskaarten van de plant- en diersoorten waar we het meest van houden. Het buitenland zou er volstrekt niet van opkijken als Nederland zijn grenzen zou vaststellen op basis van het verspreidingsgebied van gekweekte tulpen, of op basis van het voorkomen van de gasminnende bacterie Kampobacter seismogenerans in de bodem. Dan weten we tenminste dat wij als natie verantwoordelijk zijn voor het behoud van die soorten.

Met de bodemkwaliteit is iets dergelijks aan de hand. De eerste richtlijnen stelden dat het maximaal wettelijk toelaatbare gehalte aan barium in de bodem van Nederland 200 ppm bedroeg. Dat is minder dan de helft van het gemiddelde bariumgehalte van de aardkorst. Waarom? Is barium voor Nederlanders zo veel toxischer dan voor andere aardse stervelingen? Krijgen Nederlanders eerder buikkramp van door de röntgenoloog gemorste bariumpap dan Fransen? Hebben alleen Nederlandse boormeesters holle wangen? Welnee, de richtlijnen waren gebaseerd op analyses van bodems die binnen de Nederlandse landsgrenzen zijn bemonsterd, en de kwartaire sedimenten in de Nederlandse ondergrond zijn nu eenmaal van nature bariumarm. De granieten vloeren van het ministerie van Infrastructuur en Milieu waar die ambtenaren dagelijks op lopen, zijn volgens hun eigen richtlijnen bariumrijk chemisch afval. Als de Romeinen, Napoleon of Hitler hun zin hadden gekregen was er geen Nederlands milieubeleid geweest, en hadden de ministers van IenM wetgeving gemaakt op basis van het gemiddelde gehalte van de bodems in het hele rijk. Maar als je dan toch wetgeving wilt maken die recht doet aan de geochemische verscheidenheid van de ondergrond, maak dan, weer naar analogie van Heineken, je landsgrenzen op basis van geologische eenheden.

Ik droom van een kaart van Europa, waarin Nederland puur kwartair is, inclusief Vlaanderen en Noord-Duitsland, maar zonder Zuid-Limburg. België beslaat de Ardennen, en Frankrijk en Duitsland zijn opgedeeld in mesozoïsche kalkrepublieken en hercynische monarchieën. Dat doet recht aan de politieke geaardheid, want naar de Franse bodemkundige Bernard Guillet mij eens verzekerde, kalk is links en graniet is rechts in Frankrijk. Dat schijnt door de wijn te komen. Alle Alpen geven we aan Zwitserland. Sommige landen zitten logisch in elkaar, zoals Hongarije, vooral in zijn oude omvang, die de hele Pannonische vlakte omvat. De oude kristallijne kernen van Schotland en Wales garanderen hun bestaansrecht als aparte landen. Roemenië daarentegen klopt helemaal niet met die Karpatenslinger dwars door het land, en het hele Iberisch massief moet naar Portugal. Nu ik dit opschrijf, begrijp ik ineens mijn lichte ongenoegen over het zelfstandig worden van de Oekraïne en Wit-Rusland in 1991. Geologisch gezien horen ze gewoon bij Rusland.

Maar waar hebben we die landsgrenzen eigenlijk nog voor nodig? Kunnen we niet gewoon in Europees verband afspreken wat we beschermen, wat we toelaten en wat we verbieden, wie waar wat mag kopen en verkopen? Akkoord, doen we, maar wat is Europa? De Oeral duikt aan de zuidkant slinks onder in de woestijn tussen de Kaspische zee en het Aralmeer voordat hij zijn grensverleggende arbeid heeft voltooid. En de Transkaukasische republieken weten nog steeds niet wat hun plaats is tussen Europees Rusland en Aziatisch Turkije. Net zomin als Panama, vroeger deel van Colombia, weet of het bij Midden- of bij Zuid-Amerika hoort. Ook die grenzen hebben we niet nodig. Landen en landsgrenzen zijn eigenlijk relicten uit een tijd dat we nog niet wereldwijd konden denken en handelen. Begrijpt u nog iets van Oekraïne?