Open grenzen: nieuwe fase in internationale arbeidsverdeling

1 januari 2016
Auteurs:
Ton van Naerssen
senior onderzoeker Geografie, Radboud Universiteit
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2016
grenzen
migratiebeleid
Europa
Opinie
FOTO: PIET DEN BLANKEN/HH
In de ‘Jungle’ bij Calais bivakkeren duizenden migranten, veelal jonge mannen, die naar Engeland willen om daar een bestaan op te bouwen. Ze komen uit vooral Eritrea en Soedan, maar ook Iran, Afghanistan, Pakistan en Irak. Op de foto in de rij voor voedsel, verstrekt door hulporganisaties.

In het vorige nummer van Geografie presenteerde Henk van Houtum een tien-puntenplan als alternatief voor hermetisch gesloten grenzen. Ton van Naerssen ziet daarin een pleidooi voor open grenzen en verzet zich daartegen. Open grenzen passen volgens hem in het neoliberale ideaal van een vrij verkeer van geld, goederen en mensen. Ze zijn een nieuwe fase in de internationale arbeidsverdeling die ten koste gaat van de armen.

 

Henk van Houtum is niet de enige die een lans breekt voor open grenzen. Me tot Nederlandse wetenschappers beperkend, noem ik de hoogleraren en migratiedeskundigen Hein de Haas en Leo Lucassen. Ik ken van alle drie publicaties en sla deze hoog aan. Het proefschrift van De Haas over de sociaaleconomische gevolgen van de emigratie uit de Todgha Vallei in Zuid-Marokko is een gedegen onderzoek. Hij publiceert voorts regelmatig beleidsrelevante artikelen over international migratie. Leo Lucassen is coauteur van het zeer leesbare en aan te bevelen Winnaars en verliezers. Een nuchtere balans van vijfhonderd jaar immigratie. Politiek geograaf Henk van Houtum ken ik als een veelzijdig publicist die niet alleen wetenschappelijke artikelen schrijft , maar ook graag het publieke debat aangaat. Kortom, waardering te over.

Als het echter gaat om hun gezamenlijke standpunt de EU-grenzen open te stellen voor alle migranten heb ik mijn bezwaren. Daarbij sluit ik me aan bij het gangbare onderscheid tussen vluchtelingen voor fysiek geweld en arbeidsmigranten (soms storend aangeduid als ‘gelukzoekers’). Een scherp onderscheid is in depraktijk overigens niet altijd te maken. Ik steun open grenzen voor vluchtelingen, maar ben tegen het openen van grenzen voor iedereen die naar de EU wil komen en er wil werken. Een discussie over een totaal opengrenzenbeleid lijkt misschien theoretisch nu Europa in rep en roer is over de komst van migranten en uit alle macht probeert de stroom te stuiten. Maar uiteindelijk moet elk kortetermijnbeleid gebaseerd zijn op een langetermijnvisie en daar gaat het bij open grenzen over.

Arbeidsmigranten

Wat zal er gebeuren als de EU een opengrenzenbeleid voert voor arbeidsmigranten? Voorstanders menen dat we daarmee kunnen voorzien in tekorten op de arbeidsmarkt , waarbij het gaat om zowel hooggeschoold werk (liefst in innovatieve sectoren) als laaggeschoolde arbeid (vuil, gevaarlijk en laagbetaald). Migranten willen werken en zij kunnen dus bijdragen aan de economische groei en welvaart in Europa.

Op wat langere termijn zouden jonge migranten een remedie kunnen zijn tegen de vergrijzing in Europa. In de nabije toekomst zijn er immers te weinig werkenden om de pensioenen voor de ouderen op te brengen en/of hen te verzorgen. Migranten kunnen voorzien in dit demografisch tekort, dat vooral in Oost-Europa en Duitsland groot is.

Geen tijdelijkheid

Voorstanders van een opengrenzenbeleid menen vaak dat het om tijdelijke migranten zal gaan. Als ze voldoende geld verdiend hebben, keren ze terug naar het land van herkomst. Hetzelfde geldt als ze op de Europese arbeidsmarkt tijdelijk of helemaal niet aan de bak komen. Het huidige beleid maakt dit heen en weer trekken onmogelijk. Veel migranten vrezen dat zij moeilijk kunnen terugkeren als zij eenmaal de EU hebben verlaten. Dit geldt zeker voor migranten zonder geldige documenten.

Het is echter zeer de vraag of bij open grenzen migranten echt zullen vertrekken als er geen of te weinig werk is. Hoe lang zullen zij proberen een plaats op de arbeidsmarkt te veroveren? Ook als er geen werk is, zullen vele arbeidsmigranten er niet veel voor voelen om vrijwillig terug te gaan, zelfs als ze gebruik kunnen maken van een goedkope EU-veerdienst over de Middellandse Zee of terugkeerregelingen. Een West-Afrikaanse arbeidsmigrant die er weken of maanden over gedaan heeft om via gevaarlijke routes door de Sahara de EU te bereiken, zal niet snel huiswaarts keren. Hetzelfde geldt voor Bangladeshi, Pakistani en anderen die van ver komen. Er zijn nauwelijks migranten die over een retourticket beschikken. En wat te denken van het gezichtsverlies dat migranten lijden als ze terugkeren, terwijl hun familie zich zo veel geld en moeite getroost heeft om ze in Europa te krijgen? Wat zal de EU doen met deze werkloze migranten die op betere tijden blijven hopen? Laat de samenleving ze verpauperen?

Elk kortetermijnbeleid moet gebaseerd zijn op een langetermijnvisie

Een vergelijking met de stad-plattelandmigratie in de arme, niet-Europese landen, verreweg de omvangrijkste vorm van de hedendaagse migratie, werkt in dit kader verhelderend. Daar gelden geen grenzen. De steden zijn doorgaans vrij toegankelijk en het resultaat van de immigratie is zichtbaar in hun enorme bevolkingstoename, in de gated communities waarin welgestelden zich afzonderen en
in de talloze armenwijken. Wacht de EU iets soortgelijks?

Neoliberale ideaal

Philippe Legrain, een Britse voorstander van open grenzen en auteur van Immigrants. Your Country Needs Them, vindt het prima dat steden in arme landen groeien, want, zegt hij in Vrij Nederland van 6 juni 2015, daar vindt de economische groei plaats. Hij heeft wellicht de krottenwijken over het hoofd gezien. Asielzoekers zijn geen bedreiging maar een kans voor Europa, zegt hij op BBC World TV News. De voormalige medewerker van The Economist bedoelt: dit is een kans om de lonen laag te houden en goed voor mensen die van goedkope arbeidskrachten willen profiteren. Open grenzen worden gewoonlijk als iets van ‘links’ gezien. In feite passen ze naadloos in het neoliberale ideaal van globalisering, waarin geld, goederen en arbeidskrachten onbelemmerd over de wereld trekken.

Nieuwe fase arbeidsverdeling

Ook om andere redenen vind ik demografische en economische argumenten om mensen uit arme landen in de rijkere landen te laten werken niet juist. Zij passen in een frame, waarbij mensen uit de mondiale periferieën een bijdrage mogen leveren aan de economische groei in rijke landen als de EU. Bevinden wij ons in een nieuwe fase van de internationale arbeidsverdeling? De eerste betrof de levering van grondstoffen aan Europa, de volgende die van goedkope industrieproducten, en nu dus die van arbeidskrachten die we nodig hebben. Wat dit betekent voor de samenlevingen waar arbeidsmigranten vandaan komen, krijgt nauwelijks aandacht.

Geldovermakingen

En de befaamde geldovermakingen (remittances) van migranten dan? Deze zijn al geruime tijd groter dan alle officiële ontwikkelingshulp bij elkaar. De gevolgen hiervan voor de economische en sociale ontwikkeling in de landen van herkomst zijn echter omstreden. Natuurlijk, buitenlandse valuta kunnen positieve stimulansen geven aan de nationale economie. Het geld kan betekenen dat gezinnen het ruimer krijgen en een opleiding voor de kinderen kunnen betalen. Maar wat goed is voor een familie, hoeft dat niet te zijn voor de maatschappij als geheel. De emigratie kan leiden tot een braindrain van mensen die op kosten van de staat zijn opgeleid. Zo drijft de Britse gezondheidszorg voor een belangrijk deel op artsen en verpleegkundigen die hun opleiding kregen in landen als India, Ghana en Nigeria. Die landen dragen de kosten, de baten zijn voor de Britten.

Verscherping tegenstellingen

Een voorbeeld uit eigen ervaring. Op de Filipijnen, waar 10 procent van de beroepsbevolking in andere landen werkt, heb ik twee artsen geïnterviewd die in dienst waren van de gemeente Cebu. Zij werkten als enige artsen 2,5 dag per week in twee armenwijken met respectievelijk achtduizenden 21 duizend inwoners. Op zich al dramatisch. Zij vertelden mij onafhankelijk van elkaar dat zij een verplegersdiploma wilden halen om daarmee in de Verenigde Staten aan de slag te kunnen. Er zijn talrijke instituten in de Filipijnen die verplegers opleiden voor het buitenland. In feite hebben de Filipijnen zich afhankelijk gemaakt van de vraag naar arbeidskrachten in de rijkere landen. Het zijn zelden de echt armen die vertrekken. Immers, je moet over kennis, geld, sociale contacten en andere hulpbronnen beschikken om te kunnen emigreren. Zo kunnen overmakingen van migranten op hun beurt de migratie weer stimuleren en de tegenstellingen binnen een samenleving verscherpen. Eigenlijk verbaast dit niet. Een mondiale samenleving zonder regulering van de circulatie van kapitaal, goederen en mensen kan alleen gunstig uitpakken voor de sterken in die samenleving.

Aanpak echte oorzaken

Migratie van arme naar rijke landen is een symptoom van de mondiale tegenstellingen in welvaart. Wat echt moet gebeuren, is dat de situatie in de landen van herkomst verbetert, zodat mensen niet gedwongen worden om te vertrekken. Dat besef dringt nu door waar het Syrië betreft . Zo lang de oorlog voortduurt, zullen er vluchtelingen blijven. Dit geldt evenzeer voor de mondiale arbeidsmigratie die haar grondslag vindt in armoede, corruptie, discriminatie en grondstoffenroof in arme landen. In plaats van de grenzen open te zetten, waarmee de ongelijkheid blijft voortbestaan, zouden wij er beter aan doen deze direct te bestrijden. Meer dan zestig jaar ontwikkelingssamenwerking bewijst hoe moeilijk dit is, maar ook dat vooruitgang wel degelijk mogelijk is. Zo laat de evaluatie van de Millennium Development Goals 2000- 2015 zien dat de extreme armoede op de wereld aanzienlijk is teruggedrongen. De kindersterfte is afgenomen en meer kinderen dan ooit gaan naar school. Er is dus geen reden om bij voorbaat pessimistisch te zijn.