Het landschap anders bekeken

24 december 2021
Auteurs:
Gerard Hendrix
HX, Terwolde
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2022
Opinie
FOTO: GERARD HENDRIX
Herdenking van W.G. Sebald, tien jaar na diens overlijden, in Wiltons Music Hall in East London, 2011.

De landschapsbiografie put uit disciplines als archeologie, erfgoedgeschiedenis en geografie en beschrijft het landschap – landelijk en stedelijk – als de uitkomst van fysieke en vooral ook sociale processen van ‘gewone’ mensen, met ruimte voor toevallige gebeurtenissen. Gerard Hendrix, geograaf en erfgoedhistoricus, breekt een lans voor de schrijfstijl van W.G. Sebald in De ringen van Saturnus en voegt aan diens travelogue zelf een nieuw hoofdstuk toe met ‘Het pad terug’. Een drieluik.  

Wetenschap is gediend bij systematiek. Alles moet in te delen zijn en volgens een vastgestelde logica benaderbaar en verifieerbaar zijn. Zo ook als we het hebben over geschiedenis, over geologie, over geografie. Ze worden opgedeeld in tijden en in lagen, en na elkaar of ten minste afzonderlijk behandeld.

Ik merk dat ik steeds meer zoek naar andere methoden om de werkelijkheid om ons heen te beschrijven en te begrijpen. Noem het postmodern, post-truth. Misschien is het een kwestie van leeftijd of hangt het in de lucht.

Erfgoedgeschiedenis en geografie zijn twee gebieden waarin ik ben opgeleid en waarbij ik zoek naar die andere manieren van beschrijven. In erfgoedstudies (archeologie, cultuurgeschiedenis, historische geografie) is naast de monografieën over afzonderlijke issues een benadering ontstaan die landschapsbiografie wordt genoemd. De essentie van de landschapsbiografie is dat die geen onderscheid maakt tussen wetenschapsgebieden en dat die het landschap (landelijk en stedelijk) beschrijft als een resultante van fysieke en misschien nog meer sociale processen van ‘gewone’ mensen; niet alleen aan de hand van historische beroemdheden en cruciale gebeurtenissen. Er is ruimte voor onverwachte en toevallige gebeurtenissen: notitieboekjes, ontmoetingen, associaties. Maar het valt op dat de landschapsbiografieën van de laatste jaren nauwelijks die speelsheid laten zien. Daarin volgt het Holoceen als vanzelf op het Pleistoceen. Hoogstens zijn er meer intermezzo’s, kaders waarin een anekdote wordt uitgelicht. Het zijn salontafelboeken, de een nog dikker en fraaier dan de ander.

In de geografie zie je eigenlijk hetzelfde. Als je iemand zou vragen de indeling, zo je wil, van een streek te beschrijven, zou dat waarschijnlijk gebeuren aan de hand van historie, lagen, wetenschapsterreinen (biologie, hydrologie), grondgebruik enzovoorts. Grondig, volledig en systematisch.

(Ver)dwalen

Wat gebeurt er als je iedere vooropgezette systematiek loslaat? Om die vraag te beantwoorden ben ik me gaan verdiepen in het werk van W.G. Sebald, een Duitse schrijver die in Engeland doceerde aan de Universiteit van Norwich (zie kader). 

Winfried Georg Sebald (Max genoemd) werd aan het einde van WO2, in 1944 geboren in Beieren. De oorlog en de gevolgen ervan – oorlogsslachtoffers en -daders – bepaalden zijn jeugdjaren. Na zijn studie in Freiburg vertrok hij uit Duitsland en kreeg eerst een aanstelling in Manchester en vanaf 1970 aan de universiteit van East Anglia in Norwich als professor moderne Duitse letterkunde. Daar verbleef hij tot zijn vroege dood. Twintig jaar geleden stierf hij bij een verkeersongeluk.

Sebald heeft een bescheiden aantal boeken op zijn naam. Er is beduidend meer over hem geschreven (en gecongresseerd) – en nog steeds – dan dat hij zelf heeft geproduceerd. Hij schreef essays, vaak onderdeel van zijn professoraat. Gedichten zoals het poëtische verhaal After Nature en vier romans.

Vertigo (1990) en The emigrants (1992) gaan over de thema’s die Sebald als geen ander heeft uitgewerkt: aspecten van de Europese geschiedenis, oorlog en emigratie.

Sleutelromans zijn ongetwijfeld De ringen van Saturnus (1995) en Austerlitz (2001).

Een sleutelroman in Sewalds oeuvre is De ringen van Saturnus. Het illustreert zijn unieke stijl. Het is autobiografisch, historisch, geografisch. Het is een essay en gelijk fictie. Het kent geen ordening, alleen hoofdstukken die nergens beginnen en nergens eindigen.

Het beschrijft een wandeling die de schrijver, Sebald dus, maakt door Suffolk vanuit Norwich. Hij onderneemt de wandeling om zijn hoofd leeg te maken na een drukke periode. De ervaring van de meeste lezers is dat ze het verhaal worden ingezogen en na een halve bladzijde ‘de draad kwijt zijn’. Waar ben je, wanneer? In lange, welhaast bedwelmende zinnen (ver)dwaal je in het landschap, maar ook in de geschiedenis van de zijdeteelt in China, de haringvangst in  Southwold, de Holocaust, een verhaal van Borges, het proces van Casement, kolonialisme in de Belgische Kongo. En bijvoorbeeld het verhaal van de Nederlander De Jong die hij in een hotel ontmoet en die in onderhandeling is over de koop van een landbouwbedrijf in de buurt.

Ogenschijnlijk zwerft Sebald van het ene incident naar het andere, zonder een storyboard, zonder een opzet. Ogenschijnlijk, want hij laat niets aan het toeval over, maar maakt er gebruik van. Alles is vooraf bedacht. Je zou het non-lineaire narratieven kunnen noemen. Sebald noemde zichzelf ook wel een bricoleur. Dat is iemand die tot nieuwe inzichten komt door fragmenten nieuw te ordenen, als een knutselaar.

Een ander interessant en wat ongemakkelijk fenomeen van Sebalds stijl is de waarheid: hoewel hij het verleden maar ook het heden minutieus beschrijft, blijft de vraag of het helemaal waar is wat hij beschrijft. Want Sebald blijft romanschrijver en geeft in ieder geval een eigen interpretatie aan de werkelijkheid. Is hij in het Mauritshuis geweest, heeft de haringvangst in Southwold plaatsgehad als beschreven? Feiten zijn dat soms niet. Fictie en non-fictie lopen door elkaar. Ook de foto’s bij de tekst – een bijzonder kenmerk van de romans – zijn niet altijd ‘echt’. Het meest haalbare is: ‘Het had zo kunnen zijn’.

In De ringen van Saturnus komt ook het derde kenmerk van Sebalds stijl uitdrukkelijk naar voren. De verhalen zijn veelal somber. Zelfs de natuur gaat met de geschiedenis van mensen en plaatsen ten onder. Net als objecten. Kusten brokkelen af, florerende economieën raken in het slop, kolonialisme brengt het slechtste in de mens naar boven. Alles getuigt van de voortdurende geschiedenis van verval en verwoesting. Vooral het verzwijgen en toedekken van de Holocaust door de oorlogsgeneratie, onder wie zijn Duitse vader, is van blijvende invloed op Sebalds leven en dat komt als thema in De ringen terug. Ook de verwoesting van de Duitse steden door de geallieerde vliegtuigen die vertrokken vanaf de vliegvelden in het oosten van Engeland.

'De ringen van Saturnus' is een must read voor geografen

De ringen van Saturnus is slechts in kleine kring bekend, maar een must read voor geografen. Waarom? Het laat zien hoe het landschap (ook het stedelijke) en de natuur als het ware te beschrijven en voor een deel te verklaren zijn op basis van al die grote en kleine, echte en verzonnen, menselijke en fysieke gebeurtenissen die associatief of letterlijk op je pad komen. Als je eropuit gaat en de systematiek van eerst dit en dan dat vergeet en niet per se volledig wilt zijn, levert het associatieve en onverwachte, verrassende maar ook bruikbare inzichten. Geografie is – zo heb ik het altijd beleefd – de wetenschap die bricoleert, die non-lineaire verhalen vertelt en die van alles iets weet maar van geen enkel terrein alles.

Als schrijver van travelogues, reisverhalen, hoort Sebald overigens bij een groep schrijvers en wetenschappers die landschappen en plekken beschrijven als levende entiteiten, zich gebeurtenissen voorstellen en daarover verhalen. Sebald is als een psychogeograaf, iemand die beschrijft hoe de ruimte de geest beïnvloedt en omgekeerd. Hij is verwant aan schrijvers als J.G. Ballard en tegenwoordig aan Teju Cole, Ian Sinclair, Bruce Chatwin. ‘De wandelaars.’

Nieuw hoofdstuk

In 2021 ondernam ik met mijn partner een reis als die van Sebald: een wandeling – wel langs een bestaande pad – om op basis daarvan een denkbeeldig nieuw hoofdstuk te schrijven, toe te voegen aan De ringen van Saturnus. Het eerste deel is te lezen in deze Geografie (pag. @), het vervolg in het februarinummer.