Krachtige geografische kennis centraal

30 oktober 2018
Auteurs:
Joop van der Schee
emeritus hoogleraar onderwijsgeografie
Blog: GeoEd
onderwijs
Opinie
FOTO: UU

Mooi dat we weer een nieuwe hoogleraar Geografie & Educatie hebben. En eindelijk eens een vrouw. Op 16 oktober 2018 hield Tine Béneker haar oratie als kersverse hoogleraar Geografie & Educatie aan de Universiteit Utrecht. Zij sprak het over het belang van krachtige kennis in het geografie-onderwijs en deed dat zo goed dat NRC.nl dezelfde dag nog daaraan uitgebreid aandacht besteedde. In deze tijd van nepnieuws, blufpoker en kort door de bochtverhalen hield Tine Béneker een pleidooi voor betrouwbaar onderwijs gestoeld op vakkennis. Kennis verdient meer aandacht, betoogde de nieuwe hoogleraar. Leerlingen en studenten moeten leren kennis verzamelen en analyseren en ook ontdekken hoe kennis tot stand komt en op verschillende manieren gebruikt en misbruikt wordt.

Geografische kennis helpt complexe vraagstukken beter te doorgronden. In de oratie wordt  migratie van Afrika naar Europa als voorbeeld opgevoerd. Een vraagstuk dat in media en politiek veel aandacht krijgt en waarbij veel mythen en oneliners langskomen. Geografen laten met scherpe analyses zien wat er werkelijk aan de hand is. Dat niet Europa maar Afrikaanse buurlanden de belangrijkste bestemming zijn. Dat de meeste migratie legaal is en plaats vindt in het kader van werk of opleiding. En dat de verwachting is dat migratie zal toenemen nu de Human Development Index van veel Afrikaanse landen stijgt. Om maar een paar zaken te noemen die geografische kennis krachtig (powerful) doet zijn.

Geografen laten met scherpe analyses zien wat er werkelijk aan de hand is

Béneker wil in navolging van Young en Muller een zogenaamd Future 3 curriculum. Geen traditionele kennisoverdracht (Future 1), noch een groot accent op vaardigheden (Future 2). Ze bepleit een integratie van kennis en vaardigheden waarbij vakmatig denken leidend is. Didactische keuzes volgen de vakinhouden, het wat en waarom, en niet andersom. Ze citeert Young die stelt dat school leerlingen kennis moet bijbrengen die hun eigen ervaringen overstijgt en waar ze thuis geen toegang toe hebben.

In de loop van afgelopen decennia lijkt sprake van een golfbeweging: eerst veel aandacht voor kennis, vervolgens voor vaardigheden en nu heel begrijpelijk weer voor kennis. Daarbij is het de vraag of de kenniscomponent in de onderwijspraktijk op scholen en universiteiten echt weg geweest is. Kennis stond immers ook in het Future 2 tijdperk centraal in veel leerdoelen en het studiehuis is niet echt een succes geworden. Hoe dan ook, blijft de vraag hoe een goede integratie van kennis en vaardigheden er uit moet zien.

Tine Béneker vindt een antwoord op deze vraag in het Geocapablities project dat geleid wordt door haar Britse collega David Lambert. Daarin gaat het om onderwijs dat kan bijdragen aan de vermogens van jonge mensen om een waardevol en productief leven te leiden. Krachtige kennis kan hieraan bijdragen. Belangrijk is ook dat docenten samen onderwijs ontwerpen en nadenken over hoe vakinhouden zo aangeboden kunnen worden dat leerlingen of studenten inzicht verwerven en betrokken raken.

Tine Béneker richt zich als hoogleraar Geografie & Educatie op het hoger onderwijs maar ook op primair en voortgezet onderwijs. Dat is een breed terrein en een enorme klus.

In haar oratie pleit Béneker ervoor deze terreinen te verbinden. ‘In dit post-waarheidstijdperk met grote mondiale vraagstukken, lokale uitdagingen en snelle veranderingen moeten we ons de vraag stellen hoe we jonge mensen hierop voorbereiden en welke kennis op welke wijze hieraan kan bijdragen.’ Ze stelt dat de uitwerking van een antwoord op deze vraag vorm kan krijgen in vakgerichte en vakoverstijgende onderzoeksprojecten en schoolvaknetwerken. Waar mogelijk dienen bruggen geslagen te worden tussen scholen en universiteiten.

Het idee van krachtige kennis vormt het uitgangspunt van Tine Bénekers leerstoel Geography & Education. Met aardrijkskundedocenten en met studenten en collega’s van de universiteit (Utrecht) en het KNAG wil zij laten zien hoe geografische krachtige kennis op verschillende onderwijsniveaus het verschil maakt. Een mooi voornemen dat steun verdient.

Reinder Storm
FOTO: ANNE DE KLERK/KNAG